Blog

Blog


Alle posts

door duda-wsm 26 januari 2023
24 januari 2023 Tien uur savonds. Ergens halverwege de Indische Oceaan in de buurt van Sri Lanka. Ik word wakker van kabaal, gevolgd door een gesmoorde krachtterm. De grote pan macaroni is van het fornuis gekletterd, ondanks de vasthouders. Macaroni overal. De kapitein staat er verschrikt bij, zucht, gaat door de knieën en schept alles keurig terug in de nu gedeukte pan. Het is een knobbelig zeetje, 24 knoop wind, we hangen flink scheef, met flinke schuivers tussendoor. Maar de kapitein laat z’n lievelingskostje niet afpakken door n woeste golf. Als alles eenmaal terug in de pan is, blaast hij er nog even kortstondig op. ‘Zo, bacteriën ook weg nu’ stelt hij. De vloer wordt naderhand dusdanig door de kapitein geboend dat je er inderdaad van zou kunnen eten. Zij het dan mosterd na de maaltijd, in dit geval. We wisselen van wacht: 3 uur op, 3 uur af. Buiten knallen hoge golven tegen de romp. Het is pikdonker, Zwerver ploegt. Veel sproeiwater. Onze pilothouse is heerlijk met dit weer. Opeens vliegt een vis naar binnen door het half openstaande raam boven de instrumenten. De vliegende vis scheert langs m’n neus en heeft geen zachte landing. Doet z’n naam wel eer aan. Én een hole in one. De flinke vis voelt nattigheid, of beter gezegd gebrek aan nattigheid, en knokt voor wat ie waard is. Flappert wild alle kanten op. Laat zich pas vangen als ik een theedoek over hem heen gooi. Heftig spartelend gaat ie overboord. Ben blij dat ie t overleefd heeft. Vaak vinden we vliegende vissen aan dek of in de kuip. Ooit, op de Stille Oceaan, hadden we een absoluut van record van 84 pechvogels aan dek in 1 nacht. Een waar slagveld. Precies daar waar eerst macaroni lag, liggen nu losse schubben. Worstelen met zwaartekracht laat sporen na. Een flinke vleug vis verdoezelt de macaroni geur. Ik neem een biscuitje om m’n maag af te leiden en ga dweilen. De kapitein knort lekker achter het slingermatje. Ontworpen om niet uit bed te vallen als het schip schuin hangt. Van z’n 100 kilo hangt de helft buiten de kooi, in een soort zijdelingse hangmat. Ondertussen is het hier ‘druk op de weg’, zoals wij dat noemen. Dit stuk Indische Oceaan heeft geen officiële shipping lanes volgens de zeekaarten, maar alle scheepvaart dat vanuit Europa of uit de Perzische Golf komt, op weg naar Azië of Australië, komt hier langs. En vice versa natuurlijk. Allemaal Suez-kanaal-gangers. De gehele Golf van Bengalen voelt daarom wèl als een shipping lane. Alles kruist door elkaar heen en met name ‘snachts vaart men hier blijkbaar graag op een kluitje. Met Zwerver in t midden, samen met de CathayOz, onze Australische vrienden. Maritieme reuzen van gemiddeld 300 meter verplaatsen zich met snelheden van 12 tot 18 knoop. Ik houd alles binnen 10 mijl in de gaten op de plotter, het speelveld verandert continue. Anticiperen is het toverwoord. Veel gas-en olie tankers, vracht- en containerschepen. Soms een verdwaalde visser. Soms een anoniem opdoemend vrachtschip dat zonder AIS vaart. (Bizar!!) Zelfs een enkel fraai versierd cruiseschip. Ik heb t er in elk geval druk mee. Ik roep de loeiers op als de plotter aangeeft dat we binnen 0.7 van een mijl van elkaar zullen komen. Voor t geval ze van koers wijzigen zonder eerst Zwerver bewust te hebben geregistreerd. ‘Heeft u ons al gezien?’, vraag ik dan op m’n aller beleefdst. ‘Wij zijn Zwerver, een klein Nederlands scheepje…’ Uit de stilte voorafgaand aan het antwoord kan ik veel afleiden. Hun ogen zoeken óf Zwerver haastig op de AIS, óf ze hebben ons reeds eerder gespot en reageren gelijk. Vrijwel altijd stuurt de stuurman een paar graadjes bij ons vandaan om extra ruimte te bieden. Ik doe hetzelfde en zo gaat Zwerver ruim baan door de nacht. Ik heb jaren geleden een waargebeurd boek gelezen (Six Degrees of Reckoning) waarin een zeezeilster haar man en kinderen verliest na een aanvaring met een Koreaans containerschip. Hun schip vermorzeld, hun aller levens ook. Met 1 hand bij de marifoon is mijn manier van nachtvaren bij drukte. Als er bijvoorbeeld 3 loeiers op me af komen en er ook 2 van achteren willen inhalen. Geen ongebruikelijke situatie op deze route. Dat vergt nou eenmaal een beetje coördinatie. Liever 100 x onnodig met een stuurman gepalaverd dan 1 x volledig over t hoofd gezien worden door n varende reus in de nacht. Simpel. Elk gesprekje beëindigt met de belangrijke afspraak van hoe elkaar te passeren. Port to port oftewel rood op rood, of starboard to starboard, wat dan weer groen op groen is. Ik mag kiezen. Aye Aye lady-captain, hoor ik dan. De kapitein grinnikt in zijn kooi en ik koers met vertrouwen langs big brother. As we speak zitten we in een sandwich tussen een boot van 400 meter lang en 60 breed en eentje van 350 meter lang en 48 meter breed. Zwerver is 15 bij 4 . Aan beide kanten een halve mijl afstand. Beiden hebben bevestigd ons te hebben gezien en manoeuvreren aandachtsvol langs ons heen. Misschien is het ook wel lekker om deze vriendelijke reuzen straks om ons heen te hebben, bedenk ik, voor als we rond eind februari door de Golf van Aden gaan. Dat blijft toch een spannend stukje. We hebben bij vertrek uit Phuket een stowaway gekregen. Een gekko die hier af en toe de boel op stelten zet. Gekko Gerritje. Hij is slechts 10 centimeter lang maar acteert met groot effect. Zoals die keer dat hij geheel onverwachts op m’n blote borst sprong tijdens het tanden poetsen. Liet zich vallen vanaf het badkamer plafond. Koud en kleverig plakte hij op m’n warme vel. IIEEKKK!! De kapitein kwam me redden na m’n gegil maar de stouterd was al via m’n schouder, rug en bil weggerend. Glipte veilig onder de vloer via een kier achter de wc. Niet voor 1 gat te vangen. Af en toe laat ik n stukje tomaat of n rijstkorrel voor Gerritje achter bij die kier in de badkamer. Goedmakertjes. Ik had wel overdreven hard gegild (omdat ik dacht dat hij een enorme spin was). Vroeger brachten wereldzeilers heel doelbewust één of meerdere gekko’s aan boord, als remedie tegen kakkerlakken. Die viezerds hebben we gelukkig nooit aan boord gehad. Kleine vliegjes en af en toe een mier hebben we wel. Of hadden we wel. Sinds Gerrit er is geen vliegje of mier meer gezien eigenlijk. Met de CathayOz is het goed opvaren. Soms zijn we elkaar even een halve dag of halve nacht kwijt. Elke boot vaart tenslotte z’n eigen snelheid en z’n eigen prettigste koers op de wind. Maar eenmaal uit het oog verloren maken we er een leuk spelletje van om elkaar weer op te snorren. De maritieme variant van verstoppertje spelen, gevolgd door tikkertje (met in acht neming van een halve mijl afstand). Spelevaren en 2 x daags even palaveren. Ondertussen heeft de kapitein een nieuw record geklokt: 180 zeemijl in een etmaal. Ruim 300 kilometer. Wauw! Soms vliegen we met 10 knoop door t water op het gereefde zeil. Haast is niet de bedoeling maar t waait nou eenmaal flink. De zeeziektepillen werken prima. De dagen rijgen zich aan een. De mijlen ook. Als we over een paar dagen het anker uitgooien op Male, de hoofdstad van de Malediven, hebben we alweer 3000 (!) kilometer huiswaarts gevaren. De kapitein inspecteert Zwervers tuigage dagelijks. De dag voor de overtocht had ik hem nog even de mast ingedraaid. Dat bleek niet voor niks. De tuigers van Rolly Tasker hadden 3 essentiële splitpennen niet in de wandspanners van de verstaging geplaatst!! Dus deed de kapitein dat grommend zelf, maar z’n vertrouwen in de tuigers was beschadigd. Dat nodigde uit om overál een extra kritische blik te werpen. Na 2 dagen op zee wilde de kapitein de mast alweer in. Liggend op het dek met z’n verrekijker had hij losse schroeven ontdekt in twee zalingen. Donders!! Met Zwerver op autopiloot draai ik de kapitein omhoog. Een first: de mast in op volle zee! Het schommelt flink daar boven. Arendsoog krijgt gelijk: 1 schroef zat los, de andere is reeds verdwenen! Dus weer naar beneden, juiste schroef pakken en nogmaals omhoog. Mijn spierballen protesteren maar je doet er niks aan. De nieuwe verstaging maakt een onbekend geluid. Een soort geploink. Ook daar moet nog naar gekeken worden. Vaster gedraaid worden, denken we. Rolly Tasker krijgt zeker nog een brandbrief van ons. De kapitein heeft als motto: Het is pas goed als het goed is, en pas af als het af is. Krijg daar maar eens een speld tussen. We plukken elke zeedag. Tussen het zeilen door kletsen en lezen we. Doen ook regelmatig een spur of the moment impressie van het programma ‘Maestro’. Onder t mom van het reactievermogen testen. Ik geef met 2 wijsvingers een maat aan en de kapitein barst accuut in spontaan klassiek gezang uit. À la oh-solomio. ‘Random!’ zouden onze kids zeggen. ‘Melig’, zeggen wij. Het weer is al dagen grijs en bewolkt. Wel droog en warm. Veel wind nog steeds. De 24 knoop wind verwordt soms tot 40 knoop in een nachtelijke squall. De kapitein dealt er mee en ik snurk gewoon verder. Dat is het voordeel van 40.000 mijl ervaring op de klok. Zwerver heeft gewoon de zevenmijlslaarzen aan. Inmiddels 2 reven. Net m’n mooiste brood ooit gebakken. Had zo bij bakker Overzet in de winkel gekund. Ambachtelijk gekneed, uurtje laten rijzen, nog een keer gekneed en 45 minuten gebakken. Precies als we willen aanvallen op onze überverse boterhammen met kaas en tomaat, komt er weer een onverwachte lel van een golf de kuip in gekruld. Hij spat met geweld over ons uiteen. We zijn net te laat om ons bord te redden. Alles kledder! Gelukkig is de bevoorrading op orde. Ik beleg crackers met de droog gedepte plakjes kaas. Zeezoutig smaakje maar kan prima. Blaas er nog even op naar goed gebruik. Morgen wel weer een nieuwe poging tot een halfje wit. Niet alleen honger maakt rauwe bonen zoet ontdekken we. Een stevig doel ook. Oost, West en zo. ——— Laatste nacht voor aankomst op de Malediven. Rustige zee, wind in de rug. De bewolking is opgeklaard en er staan een miljoen sterren aan het firmament. De nacht is zo allemachtig mooi, dat we allebei opblijven. De Malediven komen na vannacht pas op t allerlaatste nippertje in zicht, want het ligt maar 1 meter boven de zeespiegel. De Malediven liggen over 25 jaar voor 80% ónder de zeespiegel heb ik gelezen. Het toekomstige Atlantis. De volgende generaties zeilers zullen hun boot kunnen ankeren boven het dorpsplein van Male. Zullen kunnen snorkelen door de verdronken straten. Opwarming van de Aarde. Griezelig dichtbij. …..Nachtelijke kopjes koffie, koekjes, lollies. Dij aan dij. Stilletjes filosoferen. Sterren kijken. Een stralende nacht. Samen zwijgzaam. Zegeningen tellend. Dankbaar. Vol verwachting klopt ons hart voor onze volgende bestemming …. 24 uur later: Ahem. We liggen op de aangegeven plek om in te klaren. Er staat hier 4 knoop stroming, we trekken aan t anker en kanoën is onmogelijk. We liggen onder de startbaan van het lokale vliegveld en elke 10 minuten hangt er brullend een vliegtuig in de mast. Uitzicht op hoge flatgebouwen. Heel veel lélijke hoge flatgebouwen. Speedboot-taxi’s scheren continu rakelings langs Zwerver. Op luttele meters afstand. Ondertussen giet het pijpenstelen. Zo zie je maar weer. Sommige bestemmingen zijn in gedachten mooier dan in het echt. Morgen krijgen we onze paspoorten terug van Border Control. Kunnen we daarna op zoek naar ‘het niet-échte Malediven’. Dat van die fraaie plaatjes in de boeken. Uitdaging geaccepteerd natuurlijk. We hebben hier 4 of 5 week om ‘off the beaten track’ te vinden. Maar voor nu een hele grote borrel om de anti-climax even af te schudden!
door duda-wsm 6 januari 2023
4 januari 2023, James Bond eiland Shaken, not stirred.  Ik glijd in m’n kano door een magisch grottenstelsel. Magisch maar ook een beetje eng. Een labyrint oftewel een doolhof. Ik ben op zoek naar een Hong in de krochten van deze berg. Een Hong is het Thaise woord voor een afgesloten kamer in een berg. In dit geval een verborgen kamer in deze berg op zee. Van buitenaf slechts toegankelijk voor de kenner of de doorzetter. De avonturier in mij voelde zich aangesproken en sprong in haar kano. Op zee staat 20 knopen wind maar ik zit inmiddels in de windstilte van het binnenste van de berg. Ik peddel door nauwe spelonken en lage grotten op zoek naar openingen. Let goed op waar ik ga. Probeer mentale aantekeningen te maken. Sommige doorgangen zijn zo krap dat ik achterover moet liggen in m’n kano. Met m’n handen wandel ik over het ‘plafond’ om überhaupt nog vooruit te komen. Het plafond bestaat uit zwarte rots en scherpe witte schelpen. Op 30 cm van m’n neus. Als ik uit een nauwe tunnel glijdt, zie ik opeens loodrechte wanden, zeker 100 meter hoog en boven me een koepel van blauwe lucht. Wauwww… ik heb de Hong gevonden, ik bén er!! De geopende ruimte voelt net zo indrukwekkend en groots als een kathedraal. Er hangt een vergelijkbare stilte. Het water is melkachtig groen en rimpelloos. Enerzijds is het hier sereen, anderszijds is het een beetje unheimisch. Het is bizar om in dit stille troebele water te vertoeven. Ik laat het op me inwerken. Kijk m’n ogen uit. Even zie ik in een half drijvende boomstam een loerende krokodil, maar dan herpak ik mezelf. Geen krokodillen hier. Punt. Maan mezelf tot rust en overzicht. Mn aandacht wordt al gauw weer gevangen door de absolute zeldzaamheid van mijn omgeving. Met open mond peddel ik voort. Ik ben in een verborgen paradijsje beland, wég van de bestaande wereld. Weg van tijd. Ik wist dat deze berg, Ko Hong, bekend stond om z’n magische binnenste. De hele dag zagen we vanaf Zwerver hoe hier toeristen aangeleverd werden die vervolgens werden rond gekanood door lokale gidsen. Pas na 17.00 uur was iedereen vertrokken en sprong ik in actie. Stiekem verlangend om de unieke plek helemaal voor mezelf te hebben. Nu is t gelukt. Hong zélf gevonden! Trots! Dan zie ik nóg een spleet in een rots. Ik wurm de kajak er in. Glijd en schuur door de opening. Alles is stikdonker. Wandel weer met m’n handen boven m’n gezicht over een schelpen-plafond. Kom uit in een twééde Hong, het licht van hoog boven is betoverend als het op me valt. De tweede Hong is nóg stiller. Het water is ook melkachtig en lijkt lichtgroen op te schijnen. Ook dit 2e binnenmeer wordt omringd door loodrechte rotsen, half begroeid, wederom minstens 100 meter hoog. Alleen wie over dit eilandje zou vliegen zou wéét hebben van deze Hongs, maar voor de rest van de wereld is het absoluut verborgen. Vogels zetten het op een gekwetter als ze me zien (of horen) aankomen in hun verborgen oase. Ze klinken extra luid, alsof het hier lichtelijk echoot. Het is windstil, zo diep in de berg lijkt de wind geen vat te hebben. Ik bevind me in een vergeten paradijsje met druipende wanden. Stalactieten en stalagmieten ontmoeten elkaar. Al duizenden jaren zo te zien. Ik ben vol ontzag voor deze plek. Drijf stilletjes rond en beweeg me niet. Wie niet weg is, is gezien. Neem alles goed in me op. Geniet van het tijdloze. Van het magische licht. De muren zo onbegaanbaar, zo hoog en statig. Van m’n leven nog nooit zo iets gezien. Een verborgen vallei. Zowel een hof van Eden als een …. ik kan er even niet op komen… Een paar minuten later springt het juiste woord spontaan omhoog: Gevangenis! … Schelpen op het plafond…Mijn wandelende vingers boven mijn gezicht… Als het water nog iets verder stijgt dan kan ik niet meer terug, dan zijn de nauwe doorgangen afgesloten! En 100 meter hoge stijle wanden. Geen ontsnappingen mogelijk. Aii Aii!! Deze Hongs slúiten zich bij hoog water! Dáárom moeten alle toeristen er uit zijn om 17.00 uur!! Opeens heb ik haast. Voel me dom dom dom. Bonzend hart in m’n keel. Met vliegende vaart kajak ik terug naar de spelonk waar ik uitkwam. Welke opening was het ook al weer!? Dit piepkleine openingetje? Alles lijkt opeens op elkaar. Is het water zakkend of stijgend? Geen idee, en neem niet de tijd om het te onderzoeken. De opluchting is groot als m’n weg uit de 2 Hongs vind. Inmiddels neus aan neus met het plafond. Stijgend water dus. Mijn behendigheid in de kano wordt grondig getest. Mijn onverschrokkenheid ook trouwens. Pas als de wind en stroming weer aan m’n kajak trekken, voel ik me weer helemaal senang. Bereik Zwerver met krachtige slagen van m’n peddel. De kapitein is blij verrast mij alweer te zien. Had me nog niet terug verwacht. Ik ben nog geen uur weggeweest volgens hem, maar voor mijn gevoel was het veel langer.. Was het dus toch een plek waar de tijd stil stond….(zij het het opkomend water niet…. ) De kapitein had voorlopig dus nog geen alarm geslagen. Ben blij dat ik niet hoef uit te vinden hoe een pikdonkere nacht in een afgesloten Hong voelt. Dobberend in m’n kano. Voel me alsof ik de lotterij heb gewonnen. In het ontdekken van èn het tijdig ontsnappen uit de Hong. Ben even helemaal klaar met Hongs. —- —- —- We toeren wat verder rond. Kijken onze ogen uit. Vinden een mooie ankerplek op een paar honderd meter van James Bond eiland. ‘The man with the golden gun’ is hier opgenomen. Roger Moore, 1974. We hebben magnifiek uitzicht. We lezen, luieren en lummelen. Deze drie L’s bevallen prima. Overdag is dit hele vaargebied een circus ten top. Zowel bij de Hongs, als bij James Bond eiland. En alles er tussen in. Prachtige snoeren van eilanden. Zo ver het oogt reikt. Allemaal groot, stijl, groen en indrukwekkend. Om ons heen zijn voortdurend tientallen ex-vissersbootjes, nu ingezet om toeristen rond te varen. Longtails heten ze. Vernoemd naar de lange ‘staart’ van een benzine motor op een hele lange stok. Lijkt op een grote staafmixer. Vrrrroemend scheuren ze over het water. Wij negeren ze. We zijn blind voor drukte en doof voor lawaai. Pas als om 17.00 uur elk gebied verlaten is, komen wij onderzoekend van boord. Zo ook bij James Bond eiland. Met biertjes en chippies in een linnen tas lopen we er rond, op zoek naar een picknick plek. Er liggen hier miljoenen voetstappen van toeristen. Er staan hekken en er hangen borden. Kraampjes puilen uit met tierelantijnen. WC voor 50 cent. Bleh! Het haalt alle authenticiteit van het eiland weg. De iconische James Bond rots staat stoïcijns rechtop. Op z’n steeds dunner wordende, afkalvende poot. Een rots gegijzeld door z’n ‘moment of glory’ in de 007 film. Sindsdien is hij geen geologisch wonder meer maar een saaie selfie-spot. Veel omringende eilanden zijn mooier. Authentieker. Imposanter. Kolossaler. We maken na 10 minuten rechtsomkeert en gaan met het bier en de chippies bij een bevriende boot langs, die naast de onze ligt. Vieren spontaan oudejaarsavond een dag te vroeg met deze buren. De wijn doet zich voor als martini en vloeit rijkelijk. Shaken, not stirred. Op de écht laatste dag van het jaar gaan we keurig om sailors midnight naar bed. Miss Moneypenney heeft nog n beetje hoofdpijn van gisteren. De dagen rijgen zich aan een. Prachtige baaitjes, beetje zwemmen, beetje brood bakken. Op 2 januari blijf ik er bijna in. Een lui gegeten half gekauwd zilveruitje schiet in m’n keelgat. M’n verkeerde keelgat. Luchtpijp. Wil niet meer voor of achteruit. Met ogen als schoteltjes sta ik panisch naar adem te snakken in de kuip. Pas als ik hartgrondig overgeef (op de kapitein z’n voet) komt er wat respijt. De schrik blijft 2 dagen hangen. De kapitein vertelt later dat zowel de heimlich manoeuvre en een tracheotomie op t punt stonden te worden uitgevoerd. Hand reeds op t zakmes. Mijn eigen James. Niet voor een kleintje vervaard. —- —- —- —- Volgende eiland. Phi Phi eilanden. The Beach is een film uit 2000. Leonardo diCaprio zette de Phi Phi’s op de kaart. We zijn nu toch in de buurt, dus wil ik dit wonder wel eens van dichtbij zien. De kapitein is keen to please. Ik vraag, hij draait. Aan de lieren dan. Het wordt een mooie tocht op een rustig zeetje. Dichterbij gekomen worstelen we ons door het circus van longtail boats. Pas om 17.00 uur zijn wij weer aan de beurt, weten we inmiddels. We wachten geduldig op een boei en grijpen de eerste. Niet de beste. Hij ligt mídden in het circus gedruis. Ik pak m’n kano en peddel naar de Thè Beach, wég uit de gekte. Ik glijd soepeltjes over een lijn met boeitjes. Voorbij de boeitjes is leger dan leeg in deze baai. Wát een pláátje. Het water is glashelder, het koraal is groot en stralend. Kleurrijk en springlevend. Veel verschillende vissen. I it!! Vijf minuten later word ik in m’n kraag gegrepen en uit m’n kano geplukt door de maritieme politie. Alles voorbij de boeitjes is ábsoluut verboden terrein, want dit koraal is pas enkele jaren geleden nieuw aangeplant! Geen mens mag hier zwemmen, snorkelen, varen of wat dan ook. Ze zijn streng. Ik mag kiezen tussen 10.000 Thaise baht boete of wegwezen. Ik kies het laatste met veel gekowtow van kap-kun-kááá. (Dankuwel). Wauw, een aangeplant koraal, that’s amazing!! Nog nooit eerder van gehoord! Eerbiedig peddel ik lichtjes naar Zwerver terug. Aanplanten van koraal is perhaps the way to go! Wauw!! Dan zie ik een Nederlandse boot liggen. Peddel even langs om ‘hoi’ te zeggen maar zit al snel gezellig in de kuip. De kapiteinse is óók een Astrid. Onder het genot van een biertje zien we de zon zakken. Ze zijn al sinds 2004 (!!) met hun Gaia op pad. Gaia betekent Moeder Aarde. Gaia is hun thuis, in beide betekenissen: schip en wereld. Beetje werken, beetje zeilen, beetje duiken, véél leven. De kapiteins sluiten zich even later bij ons aan. Vier zielen, voor één avond vrienden. Één stel dat hun rondje wereld wil afmaken om thuis te komen. Één stel dat de hele wereld als hun thuis beschouwd en dus geen noodzaak zien hun rondje af te maken. We luisteren en vertellen. Onze verschillen zijn kleiner dan dat wat ons verbindt: zout bloed, zout leven. Het is een fijne avond. —- —- —- —- Een nieuwe dag, een nieuw eiland. De 3 L’s van lummelen, luieren en lezen staan nog steeds hoog op ons lijstje. We proberen nu het circus te ontlopen. We proberen aan de longtail-highway te ontsnappen. We zoeken naar vergeten baaitjes, wég van het toerisme. Na een paar uurtjes onder zeil hebben we beet. We vinden een paar zeilboten lui dobberend aan hun anker. Voor de rest geen teken van leven. Het eiland staat ook nergens om bekend. Perfect! Wit strand, helder water. Meer hebben we niet nodig. Zwerver gooit z’n anker over boord. Wij springen er achter aan. De kapitein en ik voelen ons weer frank en vrij, fris en vrolijk. Deze dagen van uitrusten en spelevaren langs de Hongs, James Bond eiland en The Beach is als een medicijn voor onze ziel. Het doet de Zwervers herrijzen. De zilveruitjes blijven verbannen. En ditto is Hongs verkennen bij opkomend tij. We zijn genoeg shaken not stirred voor nu. De Indische oceaan en de Malediven wachten. De 10e vertrekken we. Mits het weer goed is uiteraard. De Duracell is weer bijna vol!
door duda-wsm 6 januari 2023
25 december 2022, Phuket Gelukkig 2566!!! Zwerver is áf!! Alles is gelakt en glimmend. De zeilen zijn weer aangeslagen. En wij niet langer. Alleen de water tanks nog uitschrobben en volgooien en dan trossen lós! Voor de gelegenheid laat ik mezelf ook lakken door 2 Thaise dames. Verwennerij! Twee uur later zijn mijn handen en voeten poezelig zacht en de nagels kerstrood. Nog een vleugje lippenstift (bewaard in de koelkast) en voilà, ik ben ook af . Mooie nagels zijn gelijk een excuus om de komende weken geen vieze klussen meer op me te nemen. De kapitein heeft z’n vieste klusje al gehad. Liet z’n inbussleutel vallen in de anker kettingpijp. Geen man overboord zou je denken. Gewoon even anker laten vallen in de haven en 50 meter ketting er achter aan. Inbussleutel pakken, klaar. Helaas kwam bij het ophalen van de ketting ook 50 meter inktzwarte giftig uitziende modder mee omhoog. Glibberig en olie-achtig. Het spetterde alle kanten op en beet in het dek. De waterslang er bij en flink schrobben. Toen het dek weer redelijk schoon was gebeurde nog geen kwartier later hetzelfde. Wéér 50 meter inktzwarte modder klodders op het spiksplinternieuwe dek bij het hoog halen. Ditmaal niet meer schoon te krijgen, ook niet na een half uur sproeien en boenen. De bommen en granaten waren niet van de lucht! #!%*!!! Als een eerste krasje op een nieuwe auto. Zwerver is dus gedoopt in inkt. Heeft stoere tatoeages die langzaam verbleken in de zon. De maagdelijkheid is er af. Misschien maar beter zo. De pronk fase is over en er mag weer geleefd worden. Sinds Sint en Piet op bezoek zijn geweest hebben we hernieuwde energie. Wij waren de draad even kwijt, zij reikten de draad weer aan. Sindsdien zit ie weer stevig in onze knuisten. Nou ja, draad. Eerder de schoten, vallen en lijnen. Alles is ingeschoren en klaar voor de Indische Oceaan. We hebben een visa-run gedaan. Op en neer vliegen naar Kuala Lumpur voor n nieuw stempel in ons paspoort. Het biedt 30 dagen respijt. We hebben nu plenty tijd om op ons dooie akkertje te ankeren in de vele mooie kleine baaitjes van Thailand. Luieren, niks doen en een beetje poedelen staat hoog op ons lijstje. En… kanoën!! De kapitein heeft mij verwend, ik ben zo blij als n kind. Alsof ik m’n eerste fiets heb gekregen! Ben er niet uit te slaan. Ik peddel alle kanten op, voel me kapitein van eigen schip en knoop gezellige praatjes aan met iedereen vanaf het water. Zalig! Dus oprecht een zalige kerst. Sinds een week lopen we niet meer op onze tenen. (Mag ook niet, ze zijn nu glanzend rood). We hebben lang genoeg op onze tanden gebeten. In mijn geval op de kiezen blijkbaar. Mijn sluimerende kiespijn bleek een gespleten kies te zijn. De tandarts alhier was reuze streng. 40 minuten van zeg eens Aaaa. Zonder even dicht te mogen doen. M’n tong werd bevochtigd met een water druppelend wattenstokje en that was it. Als ik een geluidje maakte om kenbaar te maken dat mn kaken even wilden stoppen, kreeg ik ‘NO!’ te horen. (Dan weet je weer wat je thuis hebt!) Lag te kronkelen in de stoel met uitpuilende ogen van ongemak. Maar… de noodoplossing is geplaatst. Nu maar hopen dat t houdt op zee. Anders krijgt de waterpomptang nog een onvoorziene taak. Onder onze mini kerstboom liggen 2 cadeautjes. Traditie is belangrijk, dus beiden krijgen we een nieuw boek met de kerst. Zelf uitgezocht deze keer. Die van de kapitein gaat over de Cuba Crisis in 1962. Hij is er helemaal mee ingenomen en bladert verlekkerd. Die van mij gaat over tijdreizen. Diana Gabaldon is een geweldige schrijfster in dit genre. Haar boeken zijn net professor Barabas z’n teletijdmachine. Thailand’s jaartelling loopt 543 jaar voor op onze 2022. En in 2019 zijn we al een hele dag kwijtgeraakt bij het passeren van de datumgrens. Dus tijdreizen doen we al. In boeken kijk ik graag terug, want in het echte leven kijk ik graag vooruit. Blik op de Indische Oceaan, naar de Malediven, naar de Rode Zee en het Suez kanaal. En dan op hús an. Zwerver 1.2 is er klaar voor en de Zwervers ook. Vanuit Phuket wensen wij iedereen een hele fijne kerst en een heel gezond en gelukkig 2566! Mogen al jullie dromen werkelijkheid worden. Wij leven de onze weer verder.
door duda-wsm 6 januari 2023
10 december 2022, Phuket Hoor wie klopt daar kinderen…. Ver na onze bedtijd wordt op de deur gebonsd. LUID! De kapitein opent de voordeur en dan staan Sint en Piet in ons appartement. Ze zingen van ‘hoor wie klopt daar…’ en liggen ondertussen dubbel van de lach. Ik kijk om het hoekje van de slaapkamer en weet niet wat ik zie. Sta met m’n mond vol tanden. Ben sprákeloos. Volledig sprakeloos! Onder de mijter en de pietenmuts stralen mijn zussen van opwinding. Een meegezeulde zware jutezak staat tussen hen in. Hij wordt spontaan leeg geschud over de vloer. Brieven, cadeautjes, pepernoten en chocola letters stromen alle kanten op. En ik? You could have knocked me down with a feather! Kon m’n ogen niet geloven! !!?? WTF!? Dichtpiet vertelde op rijm hoe de vork in de steel stak. De essentie was dat als er nood aan de vrouw is, de redding volgt. Simpel. Er was een complot gesmeed, met medeweten van de kapitein notabene! Beduusd is het enige juiste woord. Moest mezelf knijpen maar werd al geknepen door Sint en Piet. En geknuffeld, omhelst en aan de borst gedrukt. Ze hadden 9000 kilometer overbrugd om mij een hart onder de riem te steken. Én om hun handen uit de mouwen te steken. Die van mij hadden wel even genoeg gewapperd, vonden ze. (In het Grote Boek stond dat ik afgedraaid was). Hun voorpret had gegolden voor tien. Ze betrokken hun geweldige netwerken om alles op stel en sprong uit hun handen te kunnen laten vallen. Terwijl het lijdend voorwerp op afstand haar schouders had laten hangen, zetten zij die van hun er dubbel en dwars onder. Hadden de zak gevuld met ‘een stukje thuis’. Hadden kluskleren meegebracht. Het werd laat die nacht. Héél laat! Nadat eerst Sint en Piet op de deur hadden geklopt, klopte de volgende ochtend de man met de hamer aan. Maar dat kon de pret niet drukken. In de vroege ochtend stonden mijn Witte Tornado’s gereed. Met opgestroopte mouwen en een frisse blik. Anja en Mieke werden interim kapiteins en de kapitein en ik marcheerden op hun orders. We namen ondertussen de antifouling op ons. Hard werken in de vorm van sorteren, schrobben, lakken en de finishing touch aanbrengen werd hun onvolprezen cadeau aan ons. Zelfsturende hulptroepen vol humor en gezelligheid. Terwijl het zweet rijkelijk vloeide meenden de nieuwe commandanten Zwerver te horen spinnen. Maar waarschijnlijk hoorden ze de kapitein en ik. Wij spinden van dankbaarheid omdat zij het roer even overnamen. We hadden een lange wacht gelopen. Nu konden we even overdragen. En zo werd de geur van limoentjes en mahonie-lak een synoniem voor zusterliefde. Het grote voetbal moment werd ook ingebouwd. Want heimwee krijgt immers geen voedingsbodem als Nederland naar Thailand komt! Een uitdossing werd aangereikt (allen in oranje trui met vlag-cape) en zo vroegen we de kroegbaas of hij open wilde blijven. AUB. Gewoon voor ons viertjes. # #Durftevragen . Het mócht! We hadden de tent voor onszelf maar vulden de ruimte ruimschoots. Vlaggen, oranje servetten, slingers en oranje chips sierden de tafel. Met mijn zussen kun je een feestje bouwen! En zo schreeuwden en zongen we Nederland naar de overwinning. (Aan ons lag het niet!) Kick off om 02.00 lokale tijd. Met verlenging en strafschoppen werd het 5 uur s ochtends. Half 6 in bed. Okay, weliswaar net niet gewonnen maar tjónge wat was het feest! Savonds een man, smorgens een man. Familiemotto. Dus klusten we verder na luttele uurtjes slaap. Op vleugels van enthousiasme en twee aspirientjes kwamen we een heel eind. Zwerver begon nu ook van binnen te stralen. En samen met Zwerver ik ook weer. Gelaafd aan nestgeur. Massage, mijn wekelijkse hoogtepuntje, werd opeens een dagelijks ritueel. Op last van de nieuwe kapiteins. Met z’n drietjes op een rij gelegen, ingezwachteld, geolied en stevig bepoteld. Toen een staaltje Thaise vakkundigheid voorbij kwam riep Mieke bijdehand: ‘Asjemenou As!! …….er loopt voor t éérst iemand over onze Anja heen!’ Van hard gelag naar hard gelach. Heb ik al gezegd dat mijn zussen echte fuifnummers zijn? Mouwen bleven opgestroopt, taken werden afgestreept, herinneringen zowel gemaakt als opgehaald. En toen álle klussen geklaard waren, was er nog precies 1 dag over voor een expeditie van Phuket. Mijn amazing zussen, die het bijzondere gewoon maken en het gewone bijzonder. Mijn super sisters, die niet lullen maar poetsen. En ook andersom. Mijn eigen musketiers. Één voor allen en allen voor één. Al dik 50 jaar. Dankú Sinterklaasje…
door duda-wsm 7 december 2022
3 December 2023, Phuket Aaaargh!  Een donkere wolk had zich boven mijn hoofd samen gepakt. Geen regen deze keer, tenzij je de zelfgemaakte variant meetelt. Opeens was het allemaal too much. Maanden van lots of work en no play. Toen het aan boord Zwerver allemaal begon samen te komen viel ik uit elkaar. Natte wangen. De kapitein is voorstander van evenredige aaien over de bol en bij het nekvel pakken. Met deze duale aanpak kwamen we verder. We moesten eerst onze vinger op de pijnplek leggen. Heimwee. Moe. Op. Daarna gebruikten we de vingers om de weken af te tellen. Nog 2 vingers voor we te water gaan. Nog 1 vinger om de laatste dingetjes aan boord af te maken. Een laatste vinger van rond cruisen en de mooie plekjes van Phuket te verkennen. En dan…. De oceaan op!! Ein-de-lijk! We hebben nog niks gezien van Phuket. Behalve de chandleries en verf- en ijzerwaren zaken. De taxi chauffeur die ons rondreed keek naar YouTube filmpjes tijdens het rijden. Lachte hard om domme dingen. ‘Niet handig’ zeiden we. Better out! ‘No!, zei hij stevig terug, ‘want anders val ik in slaap!…’ Hmmm…. met samengeknepen billen achterin zagen we de vele brommers met hele gezinnen erop voorbij slingeren. Vier of 5 mensen per brommer is geen uitzondering. Elke week staat de krant dan ook bol met fatale aflopen. En onze chauffeur -met lucifer houtjes- verkneukelde zich ongegêneerd over kattenfilmpjes. Bizar!! Bij de ijzerwaren zaak vind ik een tand-poeder. Een soort schuurpapier zonder papier. Het intrigeert dus gaat het mee naar huis. Binnen 2 weken heb ik een stralend wit gebit. Héb ik eindelijk een Prodent smile, is het lachen me totaal vergaan. Slechts de boer met kiespijn laat zich af en toe zien. Zonde! Een wandeling door t oerwoud heeft me bij de Black Dog weggetrokken. Ik sloot me aan bij een expat dames wandelclubje. Sporadisch vertier. Eééventjes in het gezelschap van andere vrouwen vertoeven, daar had ik zo’n behoefte aan. Even chillen. Nu wist ik alleen niet dat deze vrouwen triatlon atleten waren. En achteraf de stoerste vrouwen bleken die ik me kon bedenken. Na een hartelijk welkom liepen we de jungle in. Nauwelijks 10 minuten later kwamen we een enorm lange groene slang tegen. We struikelden er bijna over. Aaah, riep iedereen verheugd: ‘een giftige viper, wat moooooi! We are so lucky to see him!!’ Pardon, lucky? Mooi!? Hoorde ik viper? Giftig? Wat een lel van een beest! Gifgroen. Terwijl ik nog aan het bijkomen was van de schrik doken de vrouwen het struikgewas in, trapten een pad waar geen pad was, en slingerden achter elkaar aan de berg op. Struikgewas tot aan onze oren. Boven ons de dichte kruinen van eeuwenoude bomen. Boom, blad en lianen in vele varianten van de gifgroene kleur van het beest op ons pad. Perfecte schutkleuren voor engerds in de bosjes. ‘Ehh, zei ik met enige drang, hier zitten toch slangen!? Dit nieuwe pad banen lijkt me dan vooral niet handig, want je kunt niet zien waar je je voeten zet!!’ Ik kreeg geen antwoord behalve dat ik ook uit moest kijken dat er niks uit de bomen naar beneden viel… ‘Eh….hebben we antigif bij ons dan?’ Mijn vraag kaatste tegen de rug van de vrouw voor me. No, ofcourse not, hoorde ik. Maar tart het noodlot niet door er over te beginnen!’ Uh. Okay….. Ik had A gezegd en B moest wel volgen want was de weg al kwijt. En in m’n uppie terug leek me ook niks. Hijgend vervolgde ik het door hen gekliefde pad. Kilometer na kilometer. Met droge tong op de bibberende knieën. Op sandalen en in korte broek. Jaloers op de dichte schoenen en lange broeken van de anderen. Op enig moment verdwaald. Nog steeds met z’n achten gelukkig. Met niets dan oerwoud om ons heen. Geen signaal. Lege waterfles. 10 kilometer later had de hoofdvrouw ons terug naar de bewoonde wereld geleid. En met de komst van mijn opluchting bleek ook mijn wolk verdwenen. ‘Ik had het loodje wel kunnen leggen!’ zei ik met gevoel van dramatiek tegen de kapitein. Pakte dankbaar m’n trouwe schuurapparaat op. Beter de laatste loodjes uitvoeren dan het loodje leggen. En zo blies de wolk over. Relativeren is een kunst. Met dank aan het serpent. Het dek is af. Een absolute beauty. Alle verstagingen zijn nieuw en komen er samen met de mast over 1 vinger weer op. Er was een scheur ontdekt in een verstaging bevestiging. ‘You had an angel on your shoulder!’ zei de rigger en schudde z’n hoofd. ‘Dit type scheur zien we eigenlijk alleen als de mast al overboord is gegaan!…’ De plafonds zijn er uit. Binnen in Zwerver is het een chaos. De kussens liggen overal. Alles ligt overal. Met elke ademteug hap je zaagsel. De bedrading is aangepakt, alles aangepakt. Van nieuw matras, bimini en sprayhood tot gereviseerde motor, autopilot, Watt & Sea en nieuwe verstaging en verlichting. Al het houtwerk buiten is af en binnen nog een work in progress. De lijst van ruim 100 (!!) dingen op onze kluslijst is vrijwel helemaal afgestreept. Slechts nog n stuk of 10 dingen te doen. Alles wat niet-dek is hebben we zélf gedaan. Samen zijn we 15 kilo afgevallen in deze weken. We hebben een weegschaal om de gasflessen te vullen, dus dit is geen gegist bestek. We slapen als rozen. Meestal voor 9 uur in bed. Voor voetballend Nederland maken we een uitzondering, maar redden het eindsignaal meestal niet. Wij hebben ons eigen eindsignaal, en dat is dus inmiddels op 4 vingers af te tellen. Want wie À zegt, zegt B. De B van balen en van bleh. Maar ook de B van bijzonder. Van beweging. Van bovenop zitten. Van bijna. Bijna-bijna is ons toverwoord. Een totále refit in 12 weken. Bloed, zweet en tranen. Allemaal zijn ze voorbijgekomen. Zweet verreweg het meest. Ons DNA druppelde op elke vierkante centimeter van Zwerver in deze Thaise hitte. Samen één. Nog meer dan eerst. Van À naar B naar Z. De kapitein’s belofte aan Zwerver is ingelost. Een man een man, een woord een woord. En achter hem een vrouw op haar tandvlees. Van Zielige Zwerver naar Zwierige Zwerver. Ziezo.
door duda-wsm 21 november 2022
12 November 2022, Phuket De gebogen rug van de kapitein staat inmiddels op m’n netvlies gegrift. Ik zie al weken die gebogen rug, en hij de mijne. In mijn geval ivm uren en uren (lees weken en weken) schuren. Of schilderen. In zijn geval hangt hij over elk afzonderlijk boot onderdeel dat aandacht behoeft. En dat zijn veel. Ons zweet regent naar beneden. Het echte regenen is opgehouden. De zon is nu iets om rekening mee te houden maar het heeft onze sterke voorkeur boven de niet-aflatende regen van de eerste maand. Nu maken we onze eigen regen. We zijn dus nog steeds kledder. Maar dit zweet is niet lui! Zwerver transformeert. Niet zo snel als we zouden willen, maar wel gestaag. Aanvankelijk zie je dat niet, dan zie je alleen de chaos. Waar gewerkt wordt, vallen spaanders. Wij zitten daar tot onze nek toe in. Soms voelt het oeverloos, een gebed zonder begin of einde. En dan…. Begint het ergens op te lijken. De frisheid komt opeens te voorschijn onder hout dat 15 jaar hard heeft gewerkt maar nooit meer aandacht heeft gekregen dan een schouderklopje. De schuurmachine bromt. Ik ook. Bleh! M’n mondkapje heeft niks te maken met Covid maar alles met opdwarrelend zaagsel. We zijn zelf bijna machines. Om 6 uur gaat de wekker. Om 7.30 klimmen we aan boord. De ruggen buigen, het verstand gaat op nul. We praten weinig, dat kost meer energie dan het oplevert. Leuk is anders. Soms is het even niet leuk, en dat hoort er ook bij blijkbaar. Zwoegen is het juiste woord. Het doet denken aan het bouwen van ons huis destijds, maar dat was makkelijker. De dagelijkse arbeid wordt met lijf en leden uitgevoerd. Maar het overzicht bewaren en het timen en coördineren gebeurt in de grijze massa van de kapitein. Hij werkt dus dubbel op. Om 11 uur is er ijskoffie. Om 15.00 een verse smoothy. Het houdt ons op de been. Aan het eind van de dag een borrel, te moe om te koken. Stokbrood en Franse kaas volstaat. Om 9 uur is onze vaste bedtijd, maar vaak vallen we om 8 uur om en duiken er alvast maar in. De Thaise werkers, die een ander werkritme hebben dan de gemiddelde Nederlander, hebben de boog wat minder gespannen. We zouden er van moeten leren. Maar je kunt wel uit je land vertrekken, maar je land vertrekt niet uit jou. Dus ploegen deze boeren voort. Soms verbeten. Verblind door zaagsel gemengd met zweet, doof door het luidruchtige gekakel van de Thaise lieden met hun getimmer en zaagmachines. Maar het is goed zo. Het zijn fijne mannen. We hebben de schouders eronder. Elke dag brengt ons dichter bij ons doel. Het water in. Zwerver moet naar huis en hij vertrekt niet naar het beloofde land zonder nieuwe jas! Op een dag beseffen we dat het morgen onze trouwdag is. Een legitieme dag vrij, vinden we. We fantaseren over hoe morgen er uit gaat zien. Winkelen, zeg ik enthousiast, en een massage én naar de film! Met zoveel goede ideeën hoeft de kapitein niets meer aan te leveren. (Alhoewel ik denk dat hij het liefst een dag had genikst). We beginnen onze luie dag met een massage waar ik ontzettend van geniet, maar de kapitein kijkt stijf en verschrikt naar mij terwijl de Thaise dame hem hardhandig betast. Hij kreunt niet hardop maar ik hoor het toch. Zuchten doet hij wel. Ik gebaar ‘rustig rustig’ naar de dame. Maar zelfs dat verlicht zijn lijden niet. Proberen te ontspannen terwijl iemand hem knijpt is de kapitein vreemd. Pas als zijn handen en armen aan de beurt zijn zie ik hem relaxen. Zijn grote knuisten worden gewiebeld, gestrekt, geknepen, gezalfd en bepoteld. Eindelijk komt er wat ontspanning. Ook omdat het uur er bijna op zit. Ik heb m’n inwendige lachbuien voor me kunnen houden. De groene thee als afsluiter vond ie het fijnst. We kunnen stellig concluderen dat de verpozing van massage niet aan de kapitein besteed is. Dan gaan we naar The English Bookshop. Een winkelervaring waar we even heerlijk kunnen dralen tussen de nieuwste titels. The Asia Bookshop laten we links liggen, uiteraard. Met de taxi gearriveerd blijkt The English Bookshop een vieze papierluizen verzamelplaats te zijn voor 2e hands boeken. Of waarschijnlijk 5e hands. Bleh! Te oud en vies om ooit mee naar bed te kunnen nemen voor een hoofdstukje. Na 2 minuten hebben we het gezien. Thanks but no thanks! (Een week later horen we dat The Asia Bookshop dé plek is voor Engelse boeken ) Twee deuren verderop van het luizenhotel voor boeken staat een prachtig retro hotel. We besluiten dat we een biertje verdiend hebben na deze teleurstelling (alhoewel het nog geen lunchtijd is). We lopen door de charme van weleer en vinden een gezellig tafeltje. Het Singa bier smaakt goed. Op weg naar de wc zie ik een boekenkast met leesvoer dat is achtergelaten door reizigers. Het Nederlandse boek ‘De Camino’ staart me aan. Het boek is fris, nieuw en heeft een heerlijk onderwerp. (Ik heb vorig jaar een stuk van de Camino gelopen en de overige kilometers wachten nog op mn terugkomst). De groene kaft is onweerstaanbaar. Het fluistert dat ik m onder m’n T-shirt mee moet nemen. Ik spied om me heen en zo word ik een boekendief op onze trouwdag. There is always a first time. Schaamte voert de boventoon. Ik leg het stemmetje het zwijgen op door te beloven dat ik het boek terugbreng als ie uit is. We naaien er uit, zoals men dat op z’n Harlingers placht te zeggen. De buit zit in de tas en die lijkt te kloppen in het ritme van mn hart. Dat van die rode oren klopt, voor wie zich dat ooit heeft afgevraagd. De film rest ons nog. George Cluny en Julia Roberts. Een film opgenomen op Hamilton Island, alhoewel de film voordoet alsof hij op Bali is opgenomen. Wij waren op Hamilton Island toen de locals nog verlekkerd zaten na te zuchten van maanden met George en Julia. Wij liepen in hun voetsporen, vlak daarna. De bioscoop in Phuket is super-de-luxe, perfect voor harde werkers die even moeten bijkomen. Bezakt met cola en popcorn koopt de kapitein onze kaartjes. Er is een moeizame conversatie aan het loket gaande hoor ik, terwijl ik achter de kapitein sta te drentelen. Ik kan niet wachten op die luxe stoelen! Dan blijkt dat de film inderdaad staat aangeven staat voor vandaag 2 uur (het is nu kwart voor) maar nee, hij draait pas morgen weer….Snorry, zegt de vrouw en gebaart ongeduldig dat de kapitein even aan de kant moet stappen. De rij achter hem is lang. We nemen van pure arremoede een patatje bij McDonald’s en proosten sneu met de cola van de bios. Ik moet ook wel lachen om hoe ons dagje uit in het water is gevallen. Mijn lijf voelt relaxed en het boek onder in mn tas jubelt dat ie gelezen wil worden. De kapitein moppert over zere spieren en wil naar huis. Hij is er even klaar mee. En zo geschied. Maar het was zeker een memorabele trouwdag! —- —- Gelukkig was er ook nog het slaapfeestje, bij vrienden van vrienden. Op een privé eilandje Coconut Island genaamd. Een longtail boot als pontje. Een kano achtig vaartuig met vrolijke linten er aan. Een tandeloos mannetje de veerman. Hij stak de lange schroefas met de daar op gemonteerde motor (als een soort enorme staafmixer) in het water en hup daar gingen we. De woning waar we werden verwelkomd was naar alle waarschijnlijkheid het móóiste huis dat we beiden ooit hadden gezien. En het paste geweldig bij de stoere zeilers Suzanne en Warwick die dit briljante huis thuis mogen noemen. Hun gastvrijheid was ongeëvenaard. Wandelen, zwemmen, top eten, een potje poolen, kletsen, honden knuffelen en chillen viel ons ten deel. De wijn vloeide rijkelijk. Het bed daarna, met uitzicht op zee, was heerlijk zacht. Trouwens, vertelden ze aan het ontbijt, ze waren eventueel wel geïnteresseerd in een vakantie huizenruil met onze stoere Valck aan de Noorderhaven op een dag! —- —- Ik had vorig jaar mijn oudste dochter haar 30ste verjaardag gemist door Covid. Nu miste ik ook nog eens mijn middelste dochter haar 30ste, gestrand in Phuket. Dus besloten de kapitein en ik haar feestje een Thais verlengstuk te geven. Ik nam een massage van 1,5 uur om m’n lijf te verwennen ‘for a job well done’ 30 jaar geleden. De kapitein liet zich niet meetronen voor deze herhaling van zetten. En terwijl Ingrid haar feest met vrienden en familie vierde, gaven wij laat in de middag de chef in ons onderburen-restaurantje het verzoek om met een (vegetarisch) verrassingsmenu te komen. Want het leven moet gevierd worden. Het vrijdag-bandje toeterde de stemming er goed in. De bediening kwam zelfs voor ons zingen en we kregen drankjes van het huis. We hadden gezegd ‘het is feest, ons kind is 30!’ maar men dacht dat de kapitein jarig was. En zo werd hij uitbundig gefeliciteerd met zijn 30ste. Vandaag zijn we weer in ons ouwe kloffie aan boord. Onze kleding kan zelfstandig rechtop staan maar buigen moeten we. De koperen ploert staat hoog boven ons. Het dek vordert. Alles vordert. Onze buik is nog vol met de cake en andere feestelijkheden van gisteren, maar wij zijn slanker dan we in jaren zijn geweest. En trots. Trots omdat we ondanks alles ons rondje om de wereld afmaken. Ook al voelt het soms als vechten tegen de bierkaai. Maar dan zetten we ons verstand weer op 0 en gaan we door. We laten Zwerver niet zakken. Want hij ons ook nooit. Maar wat we vooral van dit deel ons rondje leren, is dat je soms zelf de slingers moet ophangen. Ook al is het een gejatte slinger die je daarna weer terug brengt.
door duda-wsm 21 november 2022
21 Oktober 2022, Phuket, Thailand  …..IF NOT NOW, WHÉN!!?? …. De vrouw die deze woorden opgetogen uitschreeuwt is in de ban van haar eigen dans. Ik ook. Met verwondering zie ik hoe haar lijf beweegt tégen de maat van de muziek in. Het orkestje speelt vrolijk door. De vrouw levert een fascinerend spektakel. Ze komt woest sierlijk over. Een openbaring, deze dans. Haar tijger broek en gele t-shirt met groen gestippeld sjaaltje zijn een rare combi … en toch klopt het. Net als zij zelf. De grijs-blonde vrouw kronkelt met haar armen, draait, springt, doet pirouettes en elke cel in haar body doet mee. Ongecontroleerde energie. Soms lijkt het even op een aanval van iets. Een ‘toeval’ zoals dat vroeger heette. Doch zelden iemand zó levendig gezien. Een aanval van levendigheid. Haar gezicht straalt van iets dat voorbij gaat aan vreugde. Ze ziet me kijken. Haar oog heeft mijn oog te pakken. Oeh jee. Tussen wijds wapperende arm bewegingen door wenkt ze wild naar me om mee te doen. ….IF NOT NOW, WHÉN!?…. Ze roept het deze keer direct naar mij en gooit haar handen omhoog in een gebaar van ‘snáp je dat niet!?’ Haar gevoel voor filosofische dramatiek raakt me. Haar dans is onweerstaanbaar. Het trekt zich van niks of niemand iets aan. Daarin ligt de aantrekkingskracht. De vrouw doet me denken aan die ene scène van ‘When Harry met Sally’. Waarbij de saaie vrouw in de cafetaria zegt ‘I’ll have what she’s having’, wijzend naar Sally. Ik spring op en dans met deze Sally. Vooruit. I want what she’s having. Ik dans met haar op de maat van het orkestje en vind mezelf bewegen als een dooie vis. Mijn exotische partner vind alles goed en doet haar eigen ding. Ik gooi de remmen wat losser. Het lijkt nergens op, dus begint het ergens op te lijken. De vrouw, nu in Grease Lightening modus terwijl er blues gespeeld wordt, gebaart instemmend met haar roterende wijsvinger. Nog meer remmen gaan los. De Zwitserse en ik zijn nu afgestemd. Het is een rare gewaarwording en vast nog raarder schouwspel. De kapitein en de Zwitserse echtgenoot springen ook op de make-shift dansvloer. We swingen het uit op deze live blues diner-dansant. ‘Uit ons dak’ is nimmer een passender uitdrukking geweest, want we wonen tijdelijk boven dit tentje. Het is een memorabele en prachtige avond aan Boat Lagoon Marina. Uitgeput sleep ik de kapitein een uur later naar ons appartementje. Blij en voldaan. Op ons terras horen we het feestje verder gaan, maar wij rollen in bed. Ondertussen hoost het en hoost het en hoost het. Dit hozen houdt inmiddels al weken aan. Vrijwel non-stop. Wekelijks hebben we een verzetje omdat de lokale middenstand vreselijk z’n best doet om de moed er in te houden. Blues night (een topper!) wordt gevolgd door het Bierfest. Thaise mensen in lederhosen en sound of music jurken. Met (nihile) strak geknoopte Thaise boesems. Sauerkraut, hilarisch slechte muziek en luidruchtig geproost. Een week later volgt Rock n Roll night. Thaise vetkuiven. Elke week een ander feestje. Ze houden de moed er in, de middenstand, terwijl het om moedeloos van te worden is. Want het hoost nog steeds. Onophoudelijk. Week in, week uit. Week in, week uit. Elk uur van elke dag. Zwerver staat er ook moedeloos bij. Maar dat hoort bij het plan. Het moet op z’n ergst voordat het beter wordt. Van zeilen en mast ontdaan. Het stuurwiel staat op het dekloze dek. De motor gereviseerd, maar eerst in 100 stukjes door de kajuit. Zee reling er af. Uitkijken geblazen. Elk stuk houtwerk wordt onder snelle, behendige krachtige Thaise handen genomen. Alle canvas eraf en vernieuwd. De kapiteinshut krijgt een nieuw matras na alle golven die er per ongeluk op uitgestort zijn door het luik. Elk stuk apparatuur wordt nagelopen. Onze moeizame relatie met de WC’s (riolering kokkel-aangroei) krijgt een nieuw begin. We hebben de enorme mazzel dat Zwerver onder dak staat. Een grote aftandse tunnel houdt Zwerver droog. Alle andere schepen zijn verzopen katten. Wij kunnen dus doorwerken ondanks dat het 80% van de tijd pijpenstelen giet. Het is drijfnat én heet. Hoge luchtvochtigheid. Een combi waarin schimmel weelderig groeit. De muren en plafonds moeten het ontgelden, worden steeds afgenomen om de aangroei te dempen. Vloeren en wanden worden geschuurd. Het zaagsel vindt z’n weg naar overal, van oor tot onderbroek. Met verstand op nul werken we door. Zwerver wordt gepoetst tot de glans weer terugkeert. Het schilderwerk van de romp laten we voor nu. Er moeten keuzes gemaakt worden. Zowel te weinig tijd als te hoge kosten geven druk. Bruin trekt wat ie kan. De schadepost die Covid heet is heftig. We denken er niet te veel bij na. Proberen ijzer met handen te breken qua tijdslijn. Dat lijkt zowaar te lukken door overal strak bovenop te zitten. De kapitein’s lijst van ruim 100 dingen krijgt langzaam maar zeker weggestreepte items. Dat geeft enorme voldoening. Om 06.00 gaat de wekker, om 17.00 uur geven we de pijp aan Maarten en nemen we een borrel. Om 21.00 uur rollen we in bed. Onze lamp is uit zodra we liggen. Nu moet er wel gezegd worden dat we super de lúxe liggen! Reeds in Australië had ik bedacht dat we een appartementje zouden huren als ‘de klus’ geklaard moest worden. We zijn dankbaar voor dit besluit want vele andere klussers moeten behalve werken ook wonen in hun afgetakelde levenloze schip. Wij daarentegen hebben een snoezig plekje met een goed bed, een prachtig uitzicht (als het niet giet), stromend water en airco. Én het wekelijks feestje van de restaurantjes-onderburen dus. Ook zijn we zeer warm verwelkomd door een goede vriendin van Nederlandse vrienden, Susanne. Een Hollandse expat duizendpoot met een vrolijke lach en een enorm sociale inborst. We mogen haar en haar cirkel maritieme contacten en kennissen lenen for the time being. Dit helpt enorm met het begrijpen hoe Thailand werkt, het contacten leggen en het achter de vodden zitten. Ik mag mee met haar wekelijkse wandelclubje op sporadische droge dagen. We worden zelfs uitgenodigd voor een slaap-feestje, want Suzanne en haar man wonen op een klein eilandje dus eten en terug naar wal lukt niet op 1 avond. Een heuse grote mensen pyjama party ligt in het verschiet. Daar leeft een mens van op in deze natte, drukke tijden. Maandag aanstaande wordt met het nieuwe dek begonnen. Het eco-teak is op maat gezaagd en ligt te wachten op actie. Zwerver is er meer dan klaar voor. Wij ook. We tellen af tot we de zeebenen weer mogen gebruiken. Thuis lonkt. Lonkt steeds dringender. Het weer helpt niet mee, eigenlijk al sinds 5 maand geleden niet. Klimaat verandering is geen vraag meer, zelfs niet voor de koppigste non-believer. De Thaise mensen hebben nog nóóit zoveel regen gezien. De Australische ook niet. De Indonesische en Maleisische ook niet. In Nederland heerste de droogte genadeloos van de zomer. De extremen nemen over. Bleh!! Dan denken we dus maar aan leuke dingen. Zoals aan de prachtige post van kleindochter Fiene. Of aan de nieuw-verloofde hand van onze jongste telg. Of aan ons aanstaande slaap feestje. Of het prachtige nieuwe dek dat komt. Of aan de zon die toch een keer zal komen. (Soms is een Frans kaasje al genoeg om ons blij te maken als verder geen boe of bah meer kunnen zeggen). Nog 8 weken tot de kerst. Dan moeten we hier weg zijn. Willen we hier ook weg zijn. Nog even flink door ploeteren. De datum hangt boven ons hoofd, kerst als een zwaard van Damocles. Onze lange to-do lijst geeft houvast en sturing. We komen er wel. De kapitein buffelt als een man de helft van zijn jaren. Organiseert alles zo goed mogelijk hier in den vreemde. Zijn verloren kilo’s staan hem goed. Ik motiveer en stimuleer. En lever Franse kaasjes!Samen zijn we in evenwicht. Dit stukje landleven en de refit is geen gemakkelijk deel van de reis. Vandaag vrijdag, ons wekelijke live muziekje bij de onderburen. We staan nu nog stijf van het zaagsel en het zweet. Maar de douche zal om 17.00 uur gewillig zijn. Warm stromend water blijft een luxe als je wereldzeiler bent. Vandaag vrijdag, dus poetsen we ons op en trekt de kapitein z’n nette polo en ik m’n mooie jurk aan. Lippenstiftje erbij. Lekker eten en misschien dansen. Gewoon omdát het vrijdag is en omdát de muziek speelt. Ik heb haar nooit meer gezien, mijn onnavolgbaar dansende filosofe in het tijgerpakje. Maar ze heeft wel een blijvende indruk achtergelaten. Want ze had gelijk. Het leven is niet wachten tot de regen voorbij is, maar ook te dansen tijdens! …… IF NOT NÓW, WHÉN!??
door duda-wsm 7 oktober 2022
Penang - Lankawi - Phuket, 28 september 2022 (Boem is ho…) We verlaten Penang met een vrolijke zwaai. Behalve de plastic snert was het een super stad. Vol geschiedenis, mooie architectuur, kunst en cultuur. Prachtige jachthaven ook. Er hingen zelfs aanwijzingen in het toilet. Hoe behulpzaam is dat!? Sommige mensen liggen al járen in deze chique (doch betaalbare) jachthaven. Waaronder een Nederlander. Zijn vlag wappert treurig. De trots van weleer is nu een vale schaduw van zichzelf. Net als de man zelf. Na 10 mooie jaren op zee heeft hij zijn echtgenote verloren na een kort ziekbed. Vijf jaar geleden inmiddels. Daarmee was hun wereldomzeiling gestrand in Penang. De man haalt z’n schouders op. Blauwe waterige ogen. Alle schepen reeds lang geleden verbrand. Namen van kleinkinderen staan hem niet meer voor de geest. Alleen dit schip rest hem nog. En de herinneringen. Hij maakt koffie voor ons. De kopjes hebben lang geen Dreft gezien. Aan de wand hangt een foto van een stralende vrouw. ‘Mijn alles’ wijst hij. De overvolle asbakken op de plakkerige tafel doen bevroeden dat niks hem meer uitmaakt. Maar hij vindt het nog wel leuk om eventjes Nederlands te praten. Hij houdt een liefdevol betoog over zijn vrouw. De zinnen rollen zonder punten en komma’s achter elkaar naar buiten. Lege flessen in een hoek luisteren mee. Kennen het verhaal inmiddels van haver tot gort. De eenzaamheid is tastbaar. In deze mooie marina is vijf jaar geleden meer dan één leven gestopt… De kapitein en ik hebben onze visas gehaald bij het Thaise consulaat alhier. Geen eenvoudige opgave. Een boekwerk van 20 bladzijden was nodig, vele stempels sieren ons paspoort, twee dagen op de stoep gestaan. De kapitein in lange broek met lange mouw notabene. Tjonge wat waren ze streng. Maar binnen is binnen! Eenmaal buiten neem ik een koffie to go. Hij wordt aangeleverd in een boterhamzakje met een rietje. Love it! Dan halen we het anker op en zetten koers naar Lankawi om uit te klaren. Aldaar blijkt uitklaren uit Maleisië ook weer een klus. Het schip heeft het kopje ‘wrak verwijdering’ nodig in z’n verzekering. Verzekerings papieren zonder deze specifieke clausule worden niet geaccepteerd. En oh, het moet in het Engels aangeleverd worden. Hmmmm…. nog nóóit eerder zo iets nodig gehad. Het woord ‘berging’ volstaat niet. Vertaalt ook niet naar wrak-verwijdering. Het móet wrak-verwijdering zijn. Eh.. Waar halen we op stel en sprong zo’n papier!? Onlangs zijn er blijkbaar 4 boten gezonken in Lankawi. De masten steken nog omhoog uit het water, zo wordt ons verteld. Man en muis hebben de schepen verlaten en lieten de Lankawi officials zitten met de gebakken peren. En met de gepeperde rekeningen. Vandaar dat ze deze clausule zelf hebben bedacht. We knikken begripvol. De kapitein masseert, praat als Brugmans, spiegelt hun bezorgdheid, knikt en buigt. Beweegt mee, maneuvreert en beaamt. Zet alles in wat hij in járen zakendoen in China geleerd heeft. De autoriteiten warmen langzaam op voor zoveel begrip. Ze mogen deze grote Hollander wel. De stugge nee verandert schoorvoetend in een aarzelend vooruitdanmaar. Na enige tijd mogen we de uitzondering zijn die de regel bevestigt. De komende 10 mijl mogen we Maleisisch territorium uitvaren zónder de specifieke wrak-clausule. Wel moet de kapitein iets tekenen dat hem verantwoordelijk maakt voor elke cent van de Zwerver verwijdering en berging, mochten we toch naar de haaien gaan. ‘We wagen het er op’ zegt de kapitein bloedserieus tegen de strenge meneer in uniform. Eenmaal buiten geven we elkaar een high five. We hebben het felbegeerde papiertje: we mogen weg. ‘Er zit al 40.000 mijl op het log, die komende 10 mijl zullen ook wel loslopen’ zeggen we stoer. Famous last words… We gaan feestelijk uiteten. Heeft de gladde tong van de kapitein wel verdiend! Lankawi heeft overigens een belastingvrije status. We houden van zulk goed nieuws. Onze vastknopertjes worden hier gesponsord. Vastknopertjes zijn een prachtige traditie aangereikt door ouwe TM. Tante Mieke. Onze familie zeerover. RIP. Bij elke veilige aankomst een glaasje amber vocht. Ongeacht het tijdstip. Altijd en overal. Ze eiste onze instemming met haar bijna-laatste adem, terwijl ze een fles Famous Grouse in m’n handen drukte. Zwaaide intimiderend met haar vinger. Wij zijn normaliter niet van die gehoorzame types, maar het inwilligen van dit verzoek was een feestje. Wij knopen graag vast. Naar goed gebruik. Familie traditie. Zeerovers onder elkaar. De whisky in Lankawi komt in zó veel variaties dat we ruim een half uur rondlopen om te kiezen. De prijzen blijken daarnaast dusdanig vriendelijk te zijn dat zelfs de mooiste whisky’s nog geen deuk in een pakje boter slaan. De kapitein leeft zich uit en TM lacht op haar wolkje. Dat kan niet anders. Het schip komt enkele centimeters lager te liggen want onze traditie staat hoog. Proost. Bij het vertrek 2 dagen later zijn we iets te voortvarend. Of iets te weinig voorzichtig. Misschien omdat het schip wat dieper ligt. Maar… We volgen de koers naar buiten zoals we binnen zijn gekomen. Dan horen 500 meter buiten de haven een knarsend geluid. We voelen hoe Zwerver over de bodem schuift en tot stilstand komt. Boem is ho. Het verschrikte ‘!@&*%#!! Hoe kán dat nou!!!??’ van de kapitein wordt al gauw ingewisseld voor een tam ‘oei, foutje…’ De kaart niet nauwkeurig genoeg bestudeerd. En eb. Voor alles is een eerste keer. Zwerver’s zwaard is keurig omhoog dus zijn we effectief aan het droogvallen. Het wachten is nu op hoog water. We nemen nog maar een koffie. De officials kunnen ons vast zien liggen met hun camera’s. Wapperen met hun gesigneerde papiertje. Onze rode koontjes zien ze gelukkig niet. ‘Wat kon ons gebeuren op deze 10 mijltjes…’ Oeps. Hoogmoed komt hier niet voor de val, maar voor de droogval. Zwerver lost de zaak goed op met een beetje hulp van de kapitein. ‘Al ziet men de kerktoren op de einder staan….’ citeert de kapitein. ‘… dan is de reis nog niet gedaan!’ vul ik aan. ‘Dat krijg je op een boot’, zeg ik, ‘dat we elkaars’ … ‘zinnen afmaken’ zegt de kapitein. Het is een kleine wereld. Als we Thaise wateren binnen varen vallen 2 dingen op: 1) de eilanden zijn heel anders van vorm dan in Indonesië of Maleisië. Ipv lang en liggend zijn ze veelal hoog en staand. Veel kleintjes ook. Puntig. Ze doen me denken aan losse tanden en kiezen. Waarschijnlijk omdat ik zelf een kies heb die smeekt om aandacht. Ik negeer m. Ik heb de afwijking bij elk onbewoond eiland even te denken: zouden we hier kunnen overleven? Dit is een overblijfsel van onze reddingsactie uit 2019 toen we schipbreukelingen ontdekten op een onbewoond eiland. (Blog Nood aan de man). De helft van de Thaise eilanden waar we langs varen zijn te stijl, te klein, te onherbergzaam. Dat wordt niks. Al filosoferend beitel ik het allerlaatste stukje dek los… Tien jaar geleden was ik ook al eens in Thailand. Toen was ik smikkelend onder de indruk van de vele eetstalletjes op straat, tot ik vogelspinnen aan een lange prikker zag. Met harige poten en al. Ook prikkers met schorpioenen, sprinkhanen en kakkerlak-achtigen. Maar die zeiden me minder. Allemaal handzame snackjes a la saté. Om gillend van weg te rennen. Maar toch, die beesten lopen hier bij de bosjes rond besefte ik. Elk eiland stikt van de bosjes. Met achter elk blaadje een kruipend satéetje. Bbbrrr…. Ik houd er gevleugelde fantasieën op na dat de kapitein en ik overál de kop boven water kunnen houden in geval van nood. Robinson Crusoe en zijn girl Friday. Men moet vooral niet te snel opgeven met zoeken als wij even tijdelijk van de radar verdwenen zijn. Wij vangen wel een vis en bedenken wel een list. Maar onherbergzame eilanden vol met pissige tarantula’s wiens familie aan een prikker is beland..… Not my cup of tea. Doe mij maar een haai. Anyway. Het andere dat me opvalt is dat het steeds schoner wordt op weg naar Phuket. Eerst zie ik een mooie schildpad en dan een kronkelende joekel van een slang. Ongelofelijk hoe die zich voortbeweegt óp het water. Vervolgens zie ik een lel van een kluwen touw en visnet, de helft zo groot als Zwerver. Ik hoop dat de schildpad er ver weg van blijft. Blij ook dat ik het op tijd zag om er bij weg te kunnen sturen. Hier het water in gaan om de schroef los te snijden met zulke slangen in de buurt is niet mijn idee van een verzetje. Daarna volgt een bizarre collectie over enkele mijlen: drijvende flessen, plastic glazen, plastic bestek, een drijvend dienblad (!) en ter compleet making een keurig rechtop drijvend plastic soepbord. Bloemetjes design. We kunnen aan tafel. Bon appetit! Vaak voer ik een onderzoekje uit en tel vanaf het dek (volgens de officiële methode) hoeveel plastic troep ik zie in 1 minuut. Mijn hart juicht als we voor het eerst uren bijna niks hebben en dan in aanloop naar Phuket slechts 3 items per minuut. Dit gaat zeer zéker de goede kant op. Thailand heeft m’n hart. Nu al. De zon schijnt. De bewolking zorgt dat het niet bloedje heet is. We hebben de nacht probleemloos door gevaren. Veel licht-vissers gezien. Dat zijn vissers die de volle maan nabootsen en op die manier de vissen lokken om naar het oppervlak te komen. Nog nooit hebben we de licht vissers van zó dichtbij gezien. 24 stuks. De zonnebril kon er bij op. Verder vissers met treknetten. Veel velden met boeien ook. Gelukkig glijdt Zwerver soepeltjes over de netten. Een levendig nachtje al met al. Met de hand gestuurd. What’s new pussycat. De hoge rotsen zijn groen en fris. We galopperen Phuket binnen als we opgeroepen worden op kanaal 16. ‘Zwerver, Zwerver, Zwerver, hoor je mij?..’ Een Nederlands schip, Betty Boop, heet ons zo maar even hartelijk welkom. Wat lief!! Ze kennen ons van de FB verhalen. Het tovert een glimlach op onze toet. In de pilot staat dat we in de aanloop op Phuket op de Boeddha moeten mikken. Op de hoogste berg kijkt een enórm Boeddha beeld op ons neer. Hij zit zelf bijna in de wolken. We volgen Boeddha en zoeken een plekje om te ankeren. Niet eenvoudig, alle boeien liggen vol en er is ‘no room to swing a cat’. We vinden een plekje maar de Duitse buurman is er duidelijk niet blij mee. Inklaren blijkt een fluitje van een cent. Wel 20 bladzijden om te ondertekenen. Zwierig tekenen we van alles en nog wat in het Thais. Opnieuw een trits kleurige stempels in ons paspoort. Dan blijkt dat we tot 25 december mogen blijven. Huh!? Moeten we op 1e kerstdag de zee op!? Ja dus. Visum is visum. 90 dagen is 90 dagen. De douanier trekt een spijtig gezicht. Hmmm… Dat wordt dan anker op onder het genot van Jingle Bells. Geen plek in de herberg voor deze zwervers. Dit roept om een beetje burgerlijke ongehoorzaamheid. Nu nog maar 10 mijltjes te gaan naar Boat Lagoon. Het kuuroord voor Zwerver. Hij heeft zich zo goed gehouden. Eerst hebben we een week van schip leegruimen. Ons kranige schip moet leeg en kaal de kraan in. Wij gaan bivakkeren in een appartementje op locatie. Dan kunnen we hinkelend commuten en aan de slag, samen met de professionals. Nog maar 10 piepkleine mijltjes te gaan. Toch juichen we nog maar niet. Lesje geleerd. Maar we zijn er wel bij-naaaa! Dus zingen we precies dát uit volle borst. We halen het anker op bij de Germaan vandaan en gaan in de baai om de hoek liggen. Naast de vriendelijke Betty Boop. Als het anker voor de 2e keer gedropt is die dag, krijgen we een spontaan belletje. Of we een biertje lusten. (Is the pope catholic!?) Betty Boop heeft er eentje voor ons koud staan. De Zwervers springen in de bijboot en zo ontmoeten we de gezellige Brabanders. Zonder elkaar te kennen zijn we toch verwant. Gewoon door ons zoute leven. Vertrekkers zijn een soort familie. De zee ons dorp. Het is heel inclusive, iedereen hoort erbij, iedereen is welkom. Maar wel op eigen zeebenen staan. Uiteraard. We leren veel over wat, waar en hoe en hoeveel in Thailand. Ad en Marianne hebben een wereld aan ervaring na 11 jaar op zee. Het mooie Azië is hun voorlopige thuis. In de lucht hangt de uitgewaaierde staart van typhoon Noru die vanuit Vietnam langs Bangkok als stormpje onze kant op komt. Er wordt ontzettend veel wind en regen verwacht. We swingen aan het anker. We zijn zo moe van de laatste tocht dat we al om 19.30 te kooi gaan. We worden gewiegd door het restantje Noru. Een veilige baai, een stevig anker, onze dappere Zwerver. De helft van de 2e helft van ‘Destination Harlingen’ zit er op. Life is good.
door duda-wsm 23 september 2022
16 september 2022, Malakka Toen de kapitein nog een kapiteintje was, reisde hij vaak met z’n vingertje door het Grote Bosatlas. De landen die hij zou aandoen, de zeeën die hij op een dag zou bevaren. Later, begin middelbare school, was vriend Gerrit was ook into atlassen. Elkaar uitdagen was een favoriete bezigheid. De één moest een plaatsnaam noemen en de ander moest ‘m vinden. Zonder gebruik te maken van de index. Uiteraard. Want dat was vals spelen. En zo leerde de kapitein de wereld kennen. Op z’n duimpje. Reizend met z’n vinger. De vinger wijst nog steeds de weg. Maar nu op de plotter. Port Kláng!! De kapitein kijkt een beetje weemoedig. Port Klang. Jeetje… De oudere broer van Gerrit was zeeman ‘op de grote vaart’ en was net terug uit Port Klang. Hij vertelde erover tegen de jongens die aan zijn lippen hingen. Zoek maar op, knipoogde hij. Het Grote Bosatlas werd weer grondig nageplozen. Het klonk als een exotische bestemming. En nu, zomaar, geheel per ongeluk zelfs, is Port Klang de verstandige ankerplek voor vannacht. Gewoon hier, in de Straat van Malakka. Het stuurwiel wordt met hernieuwde energie vastgehouden. We sturen overigens nog steeds met de hand. Het nieuwe autopilot onderdeel lag op ons te wachten in Singapore. Na installatie hebben we er slechts 4 uur plezier van gehad, toen kwam een nieuwe foutmelding. Weer loodje gelegd. Balen, maar alles is relatief. We varen vanaf Australië al met de hand, een kwart wereld dus. En ik kan zeggen: het went. Grootste euvel is een plasje of een jasje. Want beiden zijn niet haalbaar in de nacht als je het stuur niet los kunt laten. Goed voorbereid op je wacht komen is dus nodig. Nog even doorzetten naar Phuket. De autopilot gaat daar ook op de lange to-do lijst. So be it…. Singapore was een feest. Wát een ontzettend prachtige stad. Schoon, schoon en nog eens schoon! Nu krijg je ook een boete van 500 dollar als je een peuk, papiertje of whatever laat vallen. De dreiging van een boete werkt als en tierelier. Je kunt van de straat eten! Zeg je Singapore, dan zeg je schoon, groen, kwaliteit, verzorgd en mooi. De mensen spreken perfect Engels, en staan je graag te woord want zijn trots op hun bijzondere stad. Hier en daar zijn nog wat koloniale gebouwen te herkennen. Ingeklemd tussen de moderne hoogbouw, maar met veel charme gedaan. Wij gaan borrelen aan de Long John Bar van het beroemde Raffles Hotel. Een tijdscapsule in deze hippe, hotte metropool. We genieten van ouderwets chique. Met ons (dan nog) bejubelde autopilot onderdeel veilig in de rugzak, valt er veel te proosten. s Avonds reizen we terug naar Puteri Harbour in Johur Baru, 2 uur met de metro en bus. Eigenlijk 1 uur reistijd, maar de douane kost ook een uur. Elk deel van het transport is spik en span, zelfs aan het eind van een lange dag. Welgeteld 1 papiertje ligt op de grond. Platgedrukt. Uit iemands kontzak gegleden. Kan niet anders. Wauw! Johor Baru is een prima plek in Maleisië om in te klaren. Vlak bij Singapore maar tien keer goedkoper. Er is markt als ik de stad afstruin. Ik zoek brood, bier en avontuur. Geen eenvoudige combi op een islamistische markt. Al wandelend over de markt met m’n aftandse doch zeer gewaardeerde oude besjes boodschappenkarretje, zie ik een stalletje met een bord waarop het enige leesbare woord ‘Chiropractioner’ is. Er staat een massage tafel onder een parasolletje. Gezien ik een oude schouderklacht heb die weer opspeelt, loop ik er verheugd op af. Enigszins gegêneerd door de zweetlucht die om me heen hangt, dat wel. De mensen hier zijn super fris. Ze ruiken allemaal naar zeep en waspoeder. Ik dus niet. Ligt aan de klamme, vochtige hitte, niet aan het links laten liggen van de douche. Maar ja, leg dat maar eens uit op z’n Maleisisch. Ik wijs naar m’n schouder. De man knikt. Ik moet rechtop gaan staan. ‘No good’, diagnostiseert hij na 2 tellen. Ik moet zitten. Dan gaat hij aan de slag. Hij knijpt en port met sterke vingers van bil tot nek en terug. Pakt een echo apparaat en geeft m’n nek 20 minuten lang van katoen. Ik wil vertellen dat de klacht niet dáár zit, maar krijg de kans niet. Hij rost en rost met veel enthousiasme dus ik laat hem maar. De man praat wel tegen me, achter z’n mondkapje, en volgens mij gaat het door voor Engels, maar ik krijg er geen woord van mee. Ik beaam af en toe gewoon wat met een non-descript geluidje. Dan moet ik gaan liggen en krijg ik op 4 plekken op de schouders een sticker opgeplakt. Lovely, zeg ik, en steek m’n duim omhoog, want het tintelt lekker. ‘Lovely no good’ meen ik te horen en dan moet ik op de tanden bijten. De prettige tinteling is nu 100 naalden geworden. Ze prikken precies daar waar het zeer doet. Eigenlijk ook best lekker maar ik hou wijselijk m’n mond. En zo lig ik daar, op de markt, onder de man z’n parasolletje. Een half uur later gaan de stickers er af en wordt mijn ruggenwervel nagelopen. Daarna word ik in de houdgreep gelegd. Meerdere houdgrepen. Het kraakt en knettert tussen m’n botten, wervels en gewrichten. Ik schrik er van. Als ik opsta voel ik…. RUIMTE!! In m’n schouders, m’n nek, m’n rug…. WAUWWW!! Dankbaar buigend naar de man verlaat ik het stalletje om de kapitein te verwittigen van m’n avontuur. Mn lijf voelt 10 jaar jonger en m’n schouders stáán letterlijk anders! Breder! Meer als vroeger. Jeetje!! Het kostte 120 ringits. Veertig euro en dat is hier een mega bedrag. Maar ook de beste 40 euro die ik had kunnen uitgeven. De kapitein is het daar niet helemaal mee eens. Helemaal niet zelfs! Hij jubelt niet mee. Hij vindt het doodeng dat ik me in de houdgreep heb laten leggen door een wildvreemde en hoogstwaarschijnlijk ongediplomeerde bottenkraker. Hij had m’n nek wel kunnen breken, en dan waren we verder van huis geweest, vermaant hij met z’n reisvinger. Verder van huis geweest!? Ik ben sowieso al jaren niet zo ver van huis geweest! En trouwens, als ik niet zo ver van huis was geweest, had ik nu ook géén schouderklachten, kaats ik nijdig terug. We brommen wat naar elkaar. Eind goed al goed, concludeert de kapitein, en wil er een streep onder zetten. ‘Met dánk aan dat mannetje!’ voeg ik pedant toe. (Want soms wil ik gewoon het laatste woord hebben). Dùs! De reis van 400 zeemijl door de Straat van Malakka vind ik wel een beetje spannend. Ik heb m’n Bear-spray (een pepperspray voor beren) er bij gepakt. Ook m’n Flaregun heb ik geladen. Dat is een pistool waar nood-vuurpijlen uitkomen. Dit stuk van de reis heeft een notoire geschiedenis met piraterij. Niet zo erg als in de Rode Zee, maar tot 10 jaar geleden nog wel. Als het nodig is, schiet ik hoor, zeg ik ernstig tegen de kapitein. Ik zwaai met m’n oranje tasje waar mn twee ‘wapens’ in wonen. De kapitein zegt sussend dat het in de verste verte niet nodig zal zijn, maar…. als het mij een veilig gevoel geeft moet ik mn oranje tasje lekker bij de hand houden. Hij heeft geen bezwaar. Hij heeft wél bezwaar als ik bloeddorstig uiteenzet hoe en waar ik de piraten ga schieten en sprayen. (Opvallend veel neusgaten komen voorbij). Nou-nou, zegt de kapitein. ‘Reláx! Niemand komt aan jou, want dan moeten ze eerst langs mij. En dat gaat niemand lukken!’ Oh ja. Is ook zo!… Walkapitein Kor houdt ons super op de hoogte van weersverwachtingen alhier. Óp naar Malakka. Blijkbaar zijn daar Nederlandse restanten. Ben benieuwd. We varen door enorme velden met boeitjes, zijn omringd door vissersbootjes. Ik zet m’n 10 jaar jongere schouders er onder. We ontdekken dat als we Zwerver’s midzwaard standaard omhoog houden, we soepeltjes over de netten heen glijden. Het scheelt enorm in de stress van een weg uit het doolhof zoeken. Eigenlijk vinden we dat het reuze meevalt, de Straat van Malakka. Ja er zijn vaak wel 50 vissersboten om je heen. Soms zit je in de buurt van boeienvelden. Ja, je moet uitkijken, en ja, je moet met de hand sturen (moeten wij sowieso). Het is opletten geblazen, maar verder prima te doen. Wel veel onweer trouwens. Elke nacht uren donder en bliksem. Staat dit gebied dan ook om bekend. Maar na een tijdje neem je de luchtshows voor lief. Je let gewoon op het verkeer. Behalve als een lichtflits vlak voor je in het water knalt. Oh ja. Bliksem. Is ook zo. Gelukkig is Zwerver een aluminium schip en dragen we rubber zolen. Je kan niet alles in de hand hebben en soms moet je gewoon loslaten. ‘Het zal wel loslopen’ vertel ik mezelf. En dat is ook zo. Als we Malakka zien liggen krijgen we geen warm gevoel. Het ziet er vanaf de kust niet aantrekkelijk uit. Laat die toeristische Hollandse punthuisjes met rode dakpannen maar zitten, zeggen we gelijktijdig. Een high five bezegelt de beslissing. We willen vérder! We zetten de wekker om 04.00 en varen vroeg uit om de beste stroom mee te pakken. Want wind is er nauwelijks. Zoals veel vaker op deze tocht. We zijn inmiddels een echte motorzeiler geworden. Dan eindelijk Port Klang. De aanloop is op een wolk van nostalgie. De kapitein kan prachtig vertellen over zijn jeugd. Vrienden Gerrit en Wim spelen een hoofdrol. Beiden zijn niet meer, behalve in dierbare herinneringen. Port Klang blijkt alles behálve exotisch. We liggen aan een riviermonding tussen het bagger materieel. De kapitein vindt gelijk al dat we wel ráár aan het anker liggen. Het zal de sterke stroming zijn. Het is laat en donker. We doen 1 borrel in windstilte. We zuchten tevreden dat we er zijn, in de rust en bescherming van deze industriële riviermonding. We willen net ons bed in rollen als de wind opsteekt… Vijf minuten later is het ruim 30 knopen wind. Een dikke squall. Het giert om ons heen. De ketting staat haaks op Zwerver. Normaliter lig je in het verlengde van het anker, maar hier zijn wind en stroming tegen elkaar aan het opboksen. Dertig knopen wind op de kont maar nog steeds duwt de stroming ons in tegenovergestelde richting. En ligt het anker dus naast ons. Haaks op ons. De kapitein zet Zwerver in z’n achteruit. Het lukt om in het verlengde van het anker te komen liggen met het inzetten van wat extra paardenkrachten. Maar zonder motor aan liggen we weer náást ons anker. De stroming is hier mega. We gaan anker op. De kapitein vertrouwt het niet, ons anker van 55 kilo lijkt wel wat te krabben. Het is pikdonker dus heel duidelijk is het niet. Maar op intuïtie moet je vertrouwen. Twintig meter ketting is prima bij mooi weer op 4 meter diepte, maar nu is er blijkbaar meer nodig. Het giert, blaast en trekt. De schuimkoppen op het water bewegen mee met de wind. De wind trekt aan ons lijf, we moeten ons vast houden en blijven laag. Maar Zwerver beweegt niet mee. Is gevangen tussen stroom en wind. De kapitein schudt zijn hoofd. ‘Bizar-bizar-bizar’ blijft hij zeggen. Ongekend! Port Klang laat dik 50 jaar later een geheel nieuwe onuitwisbare indruk achter. De wind houdt lang aan. We kruipen pas uren later in bed. We vervolgen de reis naar Penang. Na Port Klang gelukkig geen boeienvelden meer. Alleen nog heel veel boten met sleepnetten. Maar die zijn goed te omzeilen. In de nacht krijgen we bezoek van een oorlogsschip. In de wirwar van de vele lichtjes van de vissersboten herken ik ‘m niet gelijk. Ik zie een paar boten op AIS maar zeker 10 keer zoveel lichtjes om me heen. Één van de AIS boten duwt me constant van m’n koers. Steeds weer opnieuw. De kapitein slaapt en dat laat ik het liefst zo. Maar het stomme schip komt steeds dichterbij, ik zie z’n stuurboord licht mijn kant op schuiven. Uitwijken kan ik niet ivm ondieptes aan mijn andere kant. Als ik op AIS zoek hoe de kl@%*boot heet, zodat ik hem kan oproepen om z’n eigen koers te behouden, zie ik dat het een marine oorlogsschip is!! Warship 272 om precies te zijn. Ik schrik me rot! Oorlogsschip!? Een vliegdekschip!? Naast Zwerver? In het pikdonker verbind ik alle lichtjes naast me en zie ik een loeier van een ding naast ons. Het geluid wordt ook steeds sterker! Op nauwelijks 0.3 van een mijl! Alle vissersboten zijn weg gevlogen. In paniek roep ik om de kapitein. Ik kan het stuurwiel niet loslaten, dus schreeuw ik om dóór het geronk van de kapitein heen te komen, en óver het geronk van het nabije marine schip. HÁÁÁÁÁÁÁÁÁNSSSSS!!!………. ………….VLIEGDEKSCHÍÍÍÍP!!!! De kapitein is in 1 tel wakker en neemt het stuurwiel over. En brengt rust in de tent. We schouwen het samen aan. ‘Geen vliegdek, slimmerd, gewoon een een flink patrouilleschip van pak m beet 100 meter!’ Oeps… teveel lichtjes aan elkaar verbonden. Dan blijkt dat dit marine schip ons wil escorteren. Ze vinden ons leuk blijkbaar. We zijn ook een bezienswaardigheid want sinds het verlaten van de Indonesië Rally hebben we vrijwel geen andere zeiljachten gezien. Als een grote vriendelijke reus vaart Warschip 272 naast ons. Past zijn snelheid aan. Houdt nu keurig zijn afstand. Houdt de weg voor ons vrij want sinds Big Brother naast ons zit, hebben we geen vissersboot meer gezien. Bij het ochtendgloren neemt 272 afscheid. We roepen ze aan om te bedanken voor de begeleiding maar ze nemen niet op. Dus zwaaien we ze uit. We voelden ons vereerd. In Penang varen we onder de langste brug van Azië door. 24 kilometer. Gebouwd met slingers zodat de automobilist moet opletten. Gebouwd om 7,5 op de schaal van Richter te weerstaan. Dan zal de slingerbrug nog veel wilder gaan slingeren, maar wél blijven staan. Om ons heen dobbert plastic, plastic, plastic. Flessen, flesjes, zakken en zakjes, wikkels…zoals voortdurend, ook op deze deze tocht. Opvallend veel plastic containers van vloeibaar wasmiddel en wasverzachter hier in Maleisië. Iedereen ruikt hier heerlijk, dat zeker. Maar de prijs is wel hoog als er daardoor wekelijk duizenden plastic kannen in zee verdwijnen. De armste vissers gebruiken de wasverzachter kannen vaak als boeitjes. Want na gebruik van inhoud kunnen de kannen nog tientallen jaren dienst doen, zo onverwoestbaar is dit dikke plastic. (Wat was er überhaupt mis met waspoeder in kartonnen dozen?) En dan zijn we er, Penang. Deze 400 mijlen zitten er weer op. We zijn nu niet langer in de Straat van Malakka maar aan het begin van de Golf van Bengalen. Vier dolfijnen zwemmen een flink stuk mee naar de ankerplek. Speels zijn ze niet zoals in de Carieb, maar mooi zijn ze wel. Ik berg mijn oranje tasje op, achter in de kledingkast. Tot aan de Rode Zee, Flaregun en Bearspray. De kapitein krijgt een whisky. Een welverdiend vastknopertje na deze flinke tocht. Er is maar één mast op dit schip en maar één kapitein. Trots ben ik! Penang is plek waar we op ons visum voor Thailand moeten wachten. Hierna nog maar 160 zeemijl naar Phuket, waar Zwerver een nieuwe jas krijgt aangemeten. Naar de scheepsdokter mag voor al z’n euvels. Eigenlijk heeft Zwerver long covid opgelopen tijdens de covid periode. Zwerver’s kuuroord heet Boat Lagoon Boatyard. Daar wordt ‘ie opgenomen voor 8 tot 12 weken. Dan moeten de kapitein en ik van boord maar komen we dagelijks schuren, lakken en poetsen terwijl we de professionals coördineren om Zwerver weer te laten stralen. We zijn dus bijna bij ons volgende hoofdstuk gearriveerd. Nog maar 160 zeemijltjes te gaan. De nieuwe schouders moeten bijna onder de volgende klus. Kunnen ze ook. Ik wiebel ze nog even vrijelijk. Heerlijk wat een ruimte in m’n lijf. Met dank aan dat mannetje op de markt.  Dùs!
11 september 2022
5 september 2022, Evenaar (Indonesië) 10, 9, 8, 7….. de kapitein telt af. De laatste keer dat we de graden van de evenaar aftelden was bij Galapagos. We waren toen prachtig uitgedost voor de gelegenheid. Nu ben ik net uit de kooi, m’n haar staat wild en de plooien zitten nog in m’n wang. Het is midden in de nacht, dus even geen poespas….. ….3, 2, 1!!! HAPPY EVENAAAAAAR!!! We proosten en kussen alsof het een nieuwjaar betreft. Yesss!! We zijn weer terug op het nóórdelijk halfrond. Nog maar een kwart wereld te gaan en dan liggen we weer voor de deur. Drie glaasjes whisky: ééntje voor Neptunus, ééntje voor de kapitein en ééntje voor mij. Neptunus z’n glaasje gaat met een zwier overboord na een korte toespraak van de kapitein. Ik gooi er ook nog een notenreep achteraan. ‘Neptunus vooral te vriend houden’ fluistert mijn innerlijke stemmetje. Ons drupje whisky laten we smaken en dan zoekt de kapitein zijn kooi op. Hij is moe. We sturen al weken met de hand. Ik neem over. Maak m’n borst nat. Het is druk op de weg. We hebben Belitung 3 dagen geleden uitgezwaaid. Een heerlijke plek!! De omgeving aldaar is bezaaid met bizar grote stenen. Hunebedden zijn er niks bij. Als knikkers zijn de mega keien uitgestrooid over zee, strand en eilanden. Het geeft een bijzondere megalithische sfeer. Het weer in Indonesië is nog steeds elke dag in tweeën gehakt: smorgens denderende regen die uren aanhoudt, en smiddags stralende zon. Soms zinderend. De locals zeggen dat het weer sinds 4 jaar niet meer voorspelbaar is. De seizoenen zijn in de war, zeggen ze. Het is ook inderdaad raar om te constateren dat de temperatuur hier op de evenaar lager is dan in Nederland momenteel. En natter. Vooral véél natter! Belitung is een aanrader voor diegene die Bali te toeristisch vindt. Wij zijn verkocht! Belatung is nog zo puur, zo aandoenlijk en onbedorven. Als we aan land gaan met de dinghy en we een restaurantje zien, komt de serveerster met de menukaart achter ons aan gelopen in de hoop dat we bij haar komen eten. Ze spreekt geen Engels maar gebaart of we aub mee willen komen… Okay dan. Het restaurantje lijkt op een auto-werkplaats met een kale betonnen vloer en plastic stoelen uit het jaar nul. We moeten even wennen maar laten ons niet kennen! Als de jongedame het eten serveert kijkt ze gespannen toe bij onze eerste paar happen… en begint luid te juichen als we onze duim naar haar omhoog steken. Haar hoofddoek danst als ze met opgestoken duimen op en neer springt. Uit de keuken komt nog meer gejoel, alsof ook zij gespannen in afwachting van onze mening waren. Als we na een schattige avond van vriendelijk over en weer knikken weer naar ons bijbootje gaan, komen de serveerster en 2 kokkinnen uitgelopen om ons aan boord te helpen en ons over de golven uit te zwaaien. Dan smélt je toch!? Vanaf Zwerver zien we vele koppies boven water uitsteken. Even ademhalen en ploep, weg zijn ze weer, de schildpadden. Het water is kristal helder, de koralen zijn prachtig. Ik snorkel naar lieve lust. De kapitein plonst vooral het water in om de waterlijn van Zwerver schoon te houden. De baard groeit snel! Ik flipper tussen het zeeleven en de kapitein poetst. Zo zijn de kaarten geschud in Belatung. Op een van de vele onbewoonde eilandjes is een uitspanning waar men iets kan eten en drinken. Jonge kokosnoot is mijn absolute favoriet. Er zit al gauw bijna een liter zoet water in de noot, en met een lange lepel kun je de binnenkant uitschrapen. Als een kokosnoot aan de boom blijft hangen tot hij zelf valt, is het vruchtvlees zoals we het kennen: wit, dik en hard. Met nog maar een beetje water. De jonge kokosnoot is aan de buitenkant nog groen, gevuld met veel zoet water, en het vruchtvlees is snotterig en glibberig (als een te kort gekookt ei). Klinkt vies, maar niets is minder waar. Ze zijn héérlijk! Ik exploreer een flinke grot op één van de onbewoonde eilanden. Er is een padvinder aan mij verloren gegaan. Ik struin vrolijk rond tot een grote varaan van mij schrikt en waggelend wegrent met z’n ruim 1 meter. Ik schrik me een hoedje van deze krokodil lookalike en ren de andere kant op. De donkerte in. Daar zitten nou net honderden vleermuizen en die schrikken weer van mij. Het feestje is compleet als ik hun vele vleugels boven m’n hoofd hoor en het woordje ‘hondsdolheid’ door me heen schiet. Daarnaast vertrouw ik het opeens niet helemaal meer qua slangen in deze natte donkere grot met veel spelonken… Wegwezen!! M’n hart klopt in m’n keel terwijl ik het op rennen zet. Al gauw heb ik de kapitein weer gevonden. Hij ziet mijn opluchting aan voor blije padvinder. Ik doe heel stoer alsof ik elke dag varanen en vleermuizen ontloop, maar ben dringend toe aan n borrel! Bintang terramicassi! (Bier aub). Bij de uitspanning waar ik met kokosnoten en Bintang mijn vocht-huishouding op pijl hou, zijn ook schildpadjes te koop. 3 euro. Ik krijg uitleg van een jongeman: Varanen, zeevogels én de lokale bevolking zijn dol op schildpad eieren. Een ware delicatesse blijkbaar. Ook als de eieren wel uitkomen en het de pasgeborenen lukt de zee wél te bereiken, dan nog is overleven geen voldongen feit. Slechts 2 op de 1000 schildpadjes redt het tot volwassenheid. Deze jongeman is een schildpadden sanctuarium gestart, met broedprogramma. Hij koopt opgegraven nesten met eieren, simuleert thuis de juiste omstandigheden en broedt ze uit. Hij voert de schildpadjes, om ze groter en sterker te maken en verkoopt ze, als ze zover zijn, aan toeristen. Die gaan er mee zwemmen in zee en laten de schildpadjes al spelend vrij. De kleine snoesjes zitten nu nog te krioelen in een plastic bak. Het ziet er best zielig uit maar alles is relatief. Als ei opgegeten worden verdient ook geen aanbeveling. Ondanks dat ik zie dat er een flink verdien model achter zit, vind ik het verhaal van de jongeman’s eco-rescue toch aannemelijk klinken. Zeker gezien die loeier van een varaan in de nabije grot. Een keer flink slobberen en weg eiernest. Twee kleine schildpadjes gaan mee in onze dinghy. In een boterhamzakje met wat water notabene. Ver weg van het strand, in volle zee, laten we ze los. Eentje proeft de vrijheid en is ploep, verdwenen. De ander heeft nog wat zwemles nodig en zo blijf ik ruim 3 kwartier met hem rondzwemmen. Het is een feestje om met een baby schildpad rond te dobberen. Zou ik uren kunnen volhouden. Genieten! Na 3 kwartier is de kapitein (hij dobbert naast ons in het bootje als reddingsbrigade) er een beetje klaar mee. M’n schildpadje zwemt gestaag verder, af en toe happend naar wat wier dat voorbij drijft. Grote jongen! De kapitein zou ook graag ergens in happen laat hij steeds dringender weten. Na een uurtje laat ik Paddy achter. Dapper peddelt hij voort met z’n flippertjes. Z’n neusgaatjes gaan open en dicht. Boven ons de zeemeeuwen maar die geven gelukkig (nog) geen sjoege. Hopelijk redden deze 2 kleintjes het tot volwassenheid. Hopelijk hebben ze nog 100 jaar voor de boeg. Ze hebben nu in elk geval een kans die ze anders niet hadden gehad met alle hongerlappen op het strand. Toi toi toi… Belitung staat bekend om z’n meteorieten. Zwart geblakerde stenen met geheime krachten, die gevonden worden bij het tin mijnen. Ik ben helemaal om en mijn verzameling stenen heeft zo’n exemplaar nodig. Ik zoek een beauty uit. Hij kost een bom maar dan heb je ook een meteoriet! Ik voel me de koning te rijk en voel m’n toverkrachten groeien. Als je je vinger op de meteoriet houdt, gaat hij uit zichzelf bewegen. Alsof er leven in zit, heel spannend. De kapitein ziet m’n plezier en zegt dat hij me wil trakteren. Ziejewel, de steen tovert en betovert. M’n hart huppelt en ik ook! We hebben een icoon ontmoet! De ‘Speedwell of Hong Kong’ is een bananen-geel bootje van 8 meter. Aan boord Shirley, een Zuid Afrikaanse dame van 73 jaar oud. Of eigenlijk 73 jaar jong, want dat past beter bij haar. Haar meisjesachtige levensvreugde en uitstraling is ongeëvenaard. Shirley bedacht op haar 58ste dat ze geen zin had in oud worden in een luie stoel met een breiwerkje op schoot. Dus kocht ze een bootje en verfde m geel. Maakte een matching geel zeil op haar eigen naaimachine en stak van wal. Al 15 jaar is Shirley op pad. Al die jaren alleen aan boord maar ze spreekt altijd in meervoud. Want zij en Speedwell zijn immers altijd samen. Nou dan! Wat een vrolijk en blij mens. Wat een uitstraling! Een voorbeeld van leven in eenvoud. Speedwell heeft geen koelkastje, en maar 1 kookpit. Meer vindt ze niet nodig. Shirley slaapt in rukjes van 20 minuten als ze vaart. Kijkt rond, en slaapt dan verder voor de volgende 20 minuutjes. ‘Als we aan het anker liggen, dan halen we het wel weer in’, knipoogt ze. Behalve dan die ene keer dat ze zich vermoeid in het onderste gedeelte van haar stapelbed liet zakken. Ze was net die dag aangekomen na een overtocht en liggend aan het anker verheugde ze zich op een een paar uur solide slaap. Ze keek nog even omhoog, naar het bovenste stapelbed, vlak voor haar ogen dicht zouden vallen. Met een gil schoot ze omhoog!…. Boven haar hing een giftige zeeslang. Niet het bekende type van hier met een minuscuul bekje, maar een flinke jongen met een flinke bek! Ze is accuut in haar bijbootje gesprongen. (Ook geel, geen motortje). Roeiend aan land gekomen om een local te vragen haar nieuwe huisdier te verwijderen. Shirley kijkt me stoer aan. En dit was notabene al de 2e keer, verzucht ze. ‘I was really quite bothered by it!’ Quite bóthered by it??!! Wat een stoer mens!! Ik had vast al een hart verzakking gehad nog voor ik van boord was! Dit is overigens al de 4e keer dat ik van dit soort praktijken hoor: Slang aan boord. Zoals die vrouw van een paar ankerplaatsen geleden. ‘Je bent de zwarte lijn vergeten op te bergen’, zei ze tegen haar man. Manlief kon zich niet herinneren dat hij de zwarte lijn had gebruikt maar zag m ook opgerold liggen aan dek. Dichterbij gekomen bleek de pikhaak dringend nodig! ‘Ze komen omhoog via de ankerketting!’ drukte ze me op t hart. Eek!! Je doet er niks aan dus stressen helpt niet, houd ik mezelf steeds voor. En trouwens, ik heb ook een pikhaak… Maar mijn bewondering wordt er alleen maar groter van. Shirley, een reuzin van 1 meter 60 en 50 kilo schoon aan de haak. Haar strooien hoed gaat al heel wat rondjes mee. Wakkere ogen. Ik geef haar een biertje ter afscheid en als blijk van bewondering voor haar joie de vivre. Ze sluit de grote Bintang fles in haar armen, wiegt hem als een baby, en zegt: Ooh, you’re coming home with mummyl!! Shirley en haar Speedwell zijn heerlijk excentriek. ‘See you in Singapore!!’ roept ze ons na met de fles nog aan haar borst gedrukt. Singapore is voor haar 1001 stukjes van 20 minuten. Wauwww!! Het is tijd voor Batam, onze laatste haven in Indonesië, de plek om uit te klaren. Vlák voor Singapore. We slapen zo goed mogelijk overdag zodat we snachts langer samen kunnen varen en wachtlopen. Wát een boten, in een steeds veranderend speelveld. Denk je dat je weet waar de 10 meest directe boten liggen, veranderen ze weer van positie. Het is uitkijken geblazen. Twee keer varen we bijná door vissersnetten, ik zie ze vlak naast de romp dobberen met kleine boeitjes er aan. En dat terwijl ik Zwerver zo ver mogelijk van alle vissersboten weg houd. Hoe vér liggen die netten wel niet!? Hebben vissen hier überhaupt nog wel een kans!? Ze kunnen zich nauwelijks voortplanten want de mazen van de netten zijn zò klein zag ik op het strand, dat echt alle soorten en alle vis-levensfasen uit de zee worden geplukt… Snachts sta ik altijd buiten achter het stuurwiel. Beter uitzicht op de vele lichtjes. Je ruikt het als de regen er aan komt. Het komt samen met de eerste subtiele verandering van de wind. Kort daarna komt het eerste spetje. Daarna de stromende regen. In de doghouse zie je dan bijna helemaal niks meer. Dus wie de wacht heeft moet eraan geloven. De regen klettert tegen m’n gezicht. De regen wordt met stormachtige wind door een squall meegevoerd vanaf bakboord. Ik sta wijdbeens en zet me schrap. Houd de koers en graden goed in het snotje. Voor je het weet ben je je richting kwijt als je met de hand stuurt. Wind, regen, golven en deining kunnen je van je koers brengen. En van je apropos. Vaak stuur ik op de sterren maar dat kan niet met een squall. Mn linker oogbol en dito oor voelen alsof er een koude douche op staat. Hard. Blind en doof word ik er van. Het irriteert mateloos. Knipperend zie ik nog minder. Ik kan het stuur nog geen tien tellen los laten met deze wind, maar het lukt me toch de capuchon van m’n oude regenjas zó vast te zetten, dat alleen m’n neus en rechteroog er nog uitsteken. De bakboord kant van m’n gezicht mag even bijkomen. Terwijl het keihard blijft gutsen moet ik hardop lachen bij de gedachte hoe ik er nu uit zie. Met m’n mono-oog weggedoken in m’n lekkende regenjas. Nat tot op het bot. Loerend met m’n ene oog. Paraat. Piraat. Scheelt maar 1 letter. Het onweert en dondert en wil niet van ophouden weten… Ik tel de uren af. Het zijn lange uren. Ik hoop dat de kapitein goed slaapt want na mij is hij weer het haasje. Alhoewel… Als mijn 3 uren (eindelijk) voorbij zijn en de kapitein zich gapend meldt, klaart het opeens vlot op. Het wordt al snel weer zinderend heet. Het zweet breekt me uit in de kooi. Nat van de regen of nat van het zweet. Indonesië wat maak je me nou? Dan zijn we er na 4 dagen van constante 3 uur op, 3 uur af. Batam. Aan de overkant van de fancy marina zien we Singapore liggen. Het heeft een skyline zoals New York. Wolkenkrabbers. Niet mijn ding maar wel indrukwekkend. Loeiers van vrachtschepen met ruim 20.000 containers varen af en aan. De kapitein kijkt het met grote ogen aan. Dit is zijn maritieme wereld, hij geniet van alle actie en reactie op het water. Wijst mij schepen aan, vertelt er over. Vele oudjes, sommigen hypermodern. Gefascineerd tuurt en stuurt hij. Ik zie vooral de troep in het water, plastic plastic plastic en nog veel meer plastic. Deze plastic soup is om moedeloos van te worden. Op een gegeven moment kijk je weg. Ik tenminste. Omdat het niet om aan te zien is… Goh, 20.000 containers, zeg ik. Dat is interessant…. De marina van Batam is een droom. Een plaatje. En we hebben de droge helft van de dag bij aankomst, dus dat scheelt ook. Palmbomen, een prachtig zwembad, gezellige restaurantje, heerlijke douches! We springen gelijk in het zwembad. Nu weer even afkoelen. Ik zet m’n luie ligstoel zó neer dat ik even geen boot of zee hoef te zien. Even de toerist uithangen. Heerlijk! Maar de kapitein piekert. Ik zie het. Hij heeft een lijst zo lang als z’n arm. Zelfs langer. Hij zucht regelmatig nu hij even niet hoeft te varen. Thailand komt dichterbij en de to-do-lijst groeit nog steeds. Het bedrukt soms. Het zwembad kan hem maar matig bekoren. De kapitein zwemt, maar zijn hoofd is elders. Of eigenlijk zwemt zijn hoofd zn eigen rondjes. Dan spring ik op de kapitein’s rug, zwem tussen z’n benen door en daag hem uit tot tikkertje. Ik verleid hem om te spelen. Ik wil dat hij op mijn rug gaat zitten (het lukt!!) en samen kieperen we om met een grote plons. De handstand zijn we verleerd, ontdekken we na flink wat pogingen. We vinden ieder een zwemband en dobberen als kinderen. In Batam spelen we. Proberen we even te vergeten dat er dadelijk een mega klus aan komt. In Batam schudden we alle vissersboten af. In Batam lachen we om de Nederlandse boot die hier ligt met de prijswinnende rare naam ‘Vage Kennis’. In Batam eten we ons rond aan heerlijke ontbijtjes en lunches en liggen we elke dag even aan het zwembad. En als het weer eens giet dan geeft dat niet want we zijn toch al nat. Batam is waar we de borst nog even niet natmaken voor onze lange to-do-lijst. We proberen te relaxen en kletsen tegen ons bier. Goed voorbeeld doet goed volgen. Bintang, we gaan je missen! Indonesië, je mensen zijn parels van gastvrijheid. Zo lief, ongeëvenaard! Je hebt ons ontroerd met je schoonheid, je prachtige stranden, je geweldige koraal. Maar je hebt ook plastic soep waar onze mond van open valt. Waar de tranen van in de ogen springen. Plastic snert eigenlijk! Hoe train je 273 miljoen neuzen om allen in dezelfde richting te gaan staan? Ik zwaai met m’n magische meteoriet en wens je veel wijsheid en vooral een slimme volgende generatie toe. Goed voorbeeld doet tenslotte goed volgen. Dat weten we van onze heldin in haar banaan. Dáááágg lief Indonesië. Bedankt voor je gastvrijheid. 
Bekijk meer
Share by: