12 November 2022, Phuket
De gebogen rug van de kapitein staat inmiddels op m’n netvlies gegrift. Ik zie al weken die gebogen rug, en hij de mijne. In mijn geval ivm uren en uren (lees weken en weken) schuren. Of schilderen. In zijn geval hangt hij over elk afzonderlijk boot onderdeel dat aandacht behoeft. En dat zijn veel. Ons zweet regent naar beneden. Het echte regenen is opgehouden. De zon is nu iets om rekening mee te houden maar het heeft onze sterke voorkeur boven de niet-aflatende regen van de eerste maand. Nu maken we onze eigen regen. We zijn dus nog steeds kledder. Maar dit zweet is niet lui!
Zwerver transformeert. Niet zo snel als we zouden willen, maar wel gestaag. Aanvankelijk zie je dat niet, dan zie je alleen de chaos. Waar gewerkt wordt, vallen spaanders. Wij zitten daar tot onze nek toe in. Soms voelt het oeverloos, een gebed zonder begin of einde. En dan…. Begint het ergens op te lijken. De frisheid komt opeens te voorschijn onder hout dat 15 jaar hard heeft gewerkt maar nooit meer aandacht heeft gekregen dan een schouderklopje.
De schuurmachine bromt. Ik ook. Bleh! M’n mondkapje heeft niks te maken met Covid maar alles met opdwarrelend zaagsel. We zijn zelf bijna machines. Om 6 uur gaat de wekker. Om 7.30 klimmen we aan boord. De ruggen buigen, het verstand gaat op nul. We praten weinig, dat kost meer energie dan het oplevert. Leuk is anders. Soms is het even niet leuk, en dat hoort er ook bij blijkbaar. Zwoegen is het juiste woord. Het doet denken aan het bouwen van ons huis destijds, maar dat was makkelijker. De dagelijkse arbeid wordt met lijf en leden uitgevoerd. Maar het overzicht bewaren en het timen en coördineren gebeurt in de grijze massa van de kapitein. Hij werkt dus dubbel op.
Om 11 uur is er ijskoffie. Om 15.00 een verse smoothy. Het houdt ons op de been. Aan het eind van de dag een borrel, te moe om te koken. Stokbrood en Franse kaas volstaat. Om 9 uur is onze vaste bedtijd, maar vaak vallen we om 8 uur om en duiken er alvast maar in.
De Thaise werkers, die een ander werkritme hebben dan de gemiddelde Nederlander, hebben de boog wat minder gespannen. We zouden er van moeten leren. Maar je kunt wel uit je land vertrekken, maar je land vertrekt niet uit jou. Dus ploegen deze boeren voort. Soms verbeten. Verblind door zaagsel gemengd met zweet, doof door het luidruchtige gekakel van de Thaise lieden met hun getimmer en zaagmachines. Maar het is goed zo. Het zijn fijne mannen. We hebben de schouders eronder. Elke dag brengt ons dichter bij ons doel. Het water in. Zwerver moet naar huis en hij vertrekt niet naar het beloofde land zonder nieuwe jas!
Op een dag beseffen we dat het morgen onze trouwdag is. Een legitieme dag vrij, vinden we. We fantaseren over hoe morgen er uit gaat zien. Winkelen, zeg ik enthousiast, en een massage én naar de film! Met zoveel goede ideeën hoeft de kapitein niets meer aan te leveren. (Alhoewel ik denk dat hij het liefst een dag had genikst).
We beginnen onze luie dag met een massage waar ik ontzettend van geniet, maar de kapitein kijkt stijf en verschrikt naar mij terwijl de Thaise dame hem hardhandig betast. Hij kreunt niet hardop maar ik hoor het toch. Zuchten doet hij wel. Ik gebaar ‘rustig rustig’ naar de dame. Maar zelfs dat verlicht zijn lijden niet. Proberen te ontspannen terwijl iemand hem knijpt is de kapitein vreemd. Pas als zijn handen en armen aan de beurt zijn zie ik hem relaxen. Zijn grote knuisten worden gewiebeld, gestrekt, geknepen, gezalfd en bepoteld. Eindelijk komt er wat ontspanning. Ook omdat het uur er bijna op zit. Ik heb m’n inwendige lachbuien voor me kunnen houden. De groene thee als afsluiter vond ie het fijnst. We kunnen stellig concluderen dat de verpozing van massage niet aan de kapitein besteed is.
Dan gaan we naar The English Bookshop. Een winkelervaring waar we even heerlijk kunnen dralen tussen de nieuwste titels. The Asia Bookshop laten we links liggen, uiteraard. Met de taxi gearriveerd blijkt The English Bookshop een vieze papierluizen verzamelplaats te zijn voor 2e hands boeken. Of waarschijnlijk 5e hands. Bleh! Te oud en vies om ooit mee naar bed te kunnen nemen voor een hoofdstukje. Na 2 minuten hebben we het gezien. Thanks but no thanks! (Een week later horen we dat The Asia Bookshop dé plek is voor Engelse boeken )
Twee deuren verderop van het luizenhotel voor boeken staat een prachtig retro hotel. We besluiten dat we een biertje verdiend hebben na deze teleurstelling (alhoewel het nog geen lunchtijd is). We lopen door de charme van weleer en vinden een gezellig tafeltje. Het Singa bier smaakt goed. Op weg naar de wc zie ik een boekenkast met leesvoer dat is achtergelaten door reizigers. Het Nederlandse boek ‘De Camino’ staart me aan. Het boek is fris, nieuw en heeft een heerlijk onderwerp. (Ik heb vorig jaar een stuk van de Camino gelopen en de overige kilometers wachten nog op mn terugkomst).
De groene kaft is onweerstaanbaar. Het fluistert dat ik m onder m’n T-shirt mee moet nemen. Ik spied om me heen en zo word ik een boekendief op onze trouwdag. There is always a first time. Schaamte voert de boventoon. Ik leg het stemmetje het zwijgen op door te beloven dat ik het boek terugbreng als ie uit is.
We naaien er uit, zoals men dat op z’n Harlingers placht te zeggen. De buit zit in de tas en die lijkt te kloppen in het ritme van mn hart. Dat van die rode oren klopt, voor wie zich dat ooit heeft afgevraagd.
De film rest ons nog. George Cluny en Julia Roberts. Een film opgenomen op Hamilton Island, alhoewel de film voordoet alsof hij op Bali is opgenomen. Wij waren op Hamilton Island toen de locals nog verlekkerd zaten na te zuchten van maanden met George en Julia. Wij liepen in hun voetsporen, vlak daarna. De bioscoop in Phuket is super-de-luxe, perfect voor harde werkers die even moeten bijkomen.
Bezakt met cola en popcorn koopt de kapitein onze kaartjes. Er is een moeizame conversatie aan het loket gaande hoor ik, terwijl ik achter de kapitein sta te drentelen. Ik kan niet wachten op die luxe stoelen! Dan blijkt dat de film inderdaad staat aangeven staat voor vandaag 2 uur (het is nu kwart voor) maar nee, hij draait pas morgen weer….Snorry, zegt de vrouw en gebaart ongeduldig dat de kapitein even aan de kant moet stappen. De rij achter hem is lang.
We nemen van pure arremoede een patatje bij McDonald’s en proosten sneu met de cola van de bios. Ik moet ook wel lachen om hoe ons dagje uit in het water is gevallen. Mijn lijf voelt relaxed en het boek onder in mn tas jubelt dat ie gelezen wil worden. De kapitein moppert over zere spieren en wil naar huis. Hij is er even klaar mee. En zo geschied. Maar het was zeker een memorabele trouwdag!
—- —-
Gelukkig was er ook nog het slaapfeestje, bij vrienden van vrienden. Op een privé eilandje Coconut Island genaamd. Een longtail boot als pontje. Een kano achtig vaartuig met vrolijke linten er aan. Een tandeloos mannetje de veerman. Hij stak de lange schroefas met de daar op gemonteerde motor (als een soort enorme staafmixer) in het water en hup daar gingen we.
De woning waar we werden verwelkomd was naar alle waarschijnlijkheid het móóiste huis dat we beiden ooit hadden gezien. En het paste geweldig bij de stoere zeilers Suzanne en Warwick die dit briljante huis thuis mogen noemen. Hun gastvrijheid was ongeëvenaard. Wandelen, zwemmen, top eten, een potje poolen, kletsen, honden knuffelen en chillen viel ons ten deel. De wijn vloeide rijkelijk. Het bed daarna, met uitzicht op zee, was heerlijk zacht. Trouwens, vertelden ze aan het ontbijt, ze waren eventueel wel geïnteresseerd in een vakantie huizenruil met onze stoere Valck aan de Noorderhaven op een dag!
—- —-
Ik had vorig jaar mijn oudste dochter haar 30ste verjaardag gemist door Covid. Nu miste ik ook nog eens mijn middelste dochter haar 30ste, gestrand in Phuket. Dus besloten de kapitein en ik haar feestje een Thais verlengstuk te geven. Ik nam een massage van 1,5 uur om m’n lijf te verwennen ‘for a job well done’ 30 jaar geleden. De kapitein liet zich niet meetronen voor deze herhaling van zetten. En terwijl Ingrid haar feest met vrienden en familie vierde, gaven wij laat in de middag de chef in ons onderburen-restaurantje het verzoek om met een (vegetarisch) verrassingsmenu te komen. Want het leven moet gevierd worden. Het vrijdag-bandje toeterde de stemming er goed in. De bediening kwam zelfs voor ons zingen en we kregen drankjes van het huis. We hadden gezegd ‘het is feest, ons kind is 30!’ maar men dacht dat de kapitein jarig was. En zo werd hij uitbundig gefeliciteerd met zijn 30ste.
Vandaag zijn we weer in ons ouwe kloffie aan boord. Onze kleding kan zelfstandig rechtop staan maar buigen moeten we. De koperen ploert staat hoog boven ons. Het dek vordert. Alles vordert. Onze buik is nog vol met de cake en andere feestelijkheden van gisteren, maar wij zijn slanker dan we in jaren zijn geweest. En trots.
Trots omdat we ondanks alles ons rondje om de wereld afmaken. Ook al voelt het soms als vechten tegen de bierkaai. Maar dan zetten we ons verstand weer op 0 en gaan we door. We laten Zwerver niet zakken. Want hij ons ook nooit.
Maar wat we vooral van dit deel ons rondje leren, is dat je soms zelf de slingers moet ophangen. Ook al is het een gejatte slinger die je daarna weer terug brengt.