Penang - Lankawi - Phuket, 28 september 2022
(Boem is ho…)
We verlaten Penang met een vrolijke zwaai. Behalve de plastic snert was het een super stad. Vol geschiedenis, mooie architectuur, kunst en cultuur. Prachtige jachthaven ook. Er hingen zelfs aanwijzingen in het toilet. Hoe behulpzaam is dat!?
Sommige mensen liggen al járen in deze chique (doch betaalbare) jachthaven. Waaronder een Nederlander. Zijn vlag wappert treurig. De trots van weleer is nu een vale schaduw van zichzelf. Net als de man zelf. Na 10 mooie jaren op zee heeft hij zijn echtgenote verloren na een kort ziekbed. Vijf jaar geleden inmiddels. Daarmee was hun wereldomzeiling gestrand in Penang.
De man haalt z’n schouders op. Blauwe waterige ogen. Alle schepen reeds lang geleden verbrand. Namen van kleinkinderen staan hem niet meer voor de geest. Alleen dit schip rest hem nog. En de herinneringen. Hij maakt koffie voor ons. De kopjes hebben lang geen Dreft gezien. Aan de wand hangt een foto van een stralende vrouw. ‘Mijn alles’ wijst hij.
De overvolle asbakken op de plakkerige tafel doen bevroeden dat niks hem meer uitmaakt. Maar hij vindt het nog wel leuk om eventjes Nederlands te praten. Hij houdt een liefdevol betoog over zijn vrouw. De zinnen rollen zonder punten en komma’s achter elkaar naar buiten. Lege flessen in een hoek luisteren mee. Kennen het verhaal inmiddels van haver tot gort. De eenzaamheid is tastbaar. In deze mooie marina is vijf jaar geleden meer dan één leven gestopt…
De kapitein en ik hebben onze visas gehaald bij het Thaise consulaat alhier. Geen eenvoudige opgave. Een boekwerk van 20 bladzijden was nodig, vele stempels sieren ons paspoort, twee dagen op de stoep gestaan. De kapitein in lange broek met lange mouw notabene. Tjonge wat waren ze streng. Maar binnen is binnen! Eenmaal buiten neem ik een koffie to go. Hij wordt aangeleverd in een boterhamzakje met een rietje. Love it! Dan halen we het anker op en zetten koers naar Lankawi om uit te klaren.
Aldaar blijkt uitklaren uit Maleisië ook weer een klus. Het schip heeft het kopje ‘wrak verwijdering’ nodig in z’n verzekering. Verzekerings papieren zonder deze specifieke clausule worden niet geaccepteerd. En oh, het moet in het Engels aangeleverd worden. Hmmmm…. nog nóóit eerder zo iets nodig gehad. Het woord ‘berging’ volstaat niet. Vertaalt ook niet naar wrak-verwijdering. Het móet wrak-verwijdering zijn. Eh.. Waar halen we op stel en sprong zo’n papier!?
Onlangs zijn er blijkbaar 4 boten gezonken in Lankawi. De masten steken nog omhoog uit het water, zo wordt ons verteld. Man en muis hebben de schepen verlaten en lieten de Lankawi officials zitten met de gebakken peren. En met de gepeperde rekeningen. Vandaar dat ze deze clausule zelf hebben bedacht.
We knikken begripvol. De kapitein masseert, praat als Brugmans, spiegelt hun bezorgdheid, knikt en buigt. Beweegt mee, maneuvreert en beaamt. Zet alles in wat hij in járen zakendoen in China geleerd heeft. De autoriteiten warmen langzaam op voor zoveel begrip. Ze mogen deze grote Hollander wel. De stugge nee verandert schoorvoetend in een aarzelend vooruitdanmaar. Na enige tijd mogen we de uitzondering zijn die de regel bevestigt.
De komende 10 mijl mogen we Maleisisch territorium uitvaren zónder de specifieke wrak-clausule. Wel moet de kapitein iets tekenen dat hem verantwoordelijk maakt voor elke cent van de Zwerver verwijdering en berging, mochten we toch naar de haaien gaan.
‘We wagen het er op’ zegt de kapitein bloedserieus tegen de strenge meneer in uniform. Eenmaal buiten geven we elkaar een high five. We hebben het felbegeerde papiertje: we mogen weg. ‘Er zit al 40.000 mijl op het log, die komende 10 mijl zullen ook wel loslopen’ zeggen we stoer. Famous last words… We gaan feestelijk uiteten. Heeft de gladde tong van de kapitein wel verdiend!
Lankawi heeft overigens een belastingvrije status. We houden van zulk goed nieuws. Onze vastknopertjes worden hier gesponsord. Vastknopertjes zijn een prachtige traditie aangereikt door ouwe TM. Tante Mieke. Onze familie zeerover. RIP. Bij elke veilige aankomst een glaasje amber vocht. Ongeacht het tijdstip. Altijd en overal. Ze eiste onze instemming met haar bijna-laatste adem, terwijl ze een fles Famous Grouse in m’n handen drukte. Zwaaide intimiderend met haar vinger. Wij zijn normaliter niet van die gehoorzame types, maar het inwilligen van dit verzoek was een feestje. Wij knopen graag vast. Naar goed gebruik. Familie traditie. Zeerovers onder elkaar.
De whisky in Lankawi komt in zó veel variaties dat we ruim een half uur rondlopen om te kiezen. De prijzen blijken daarnaast dusdanig vriendelijk te zijn dat zelfs de mooiste whisky’s nog geen deuk in een pakje boter slaan. De kapitein leeft zich uit en TM lacht op haar wolkje. Dat kan niet anders. Het schip komt enkele centimeters lager te liggen want onze traditie staat hoog. Proost.
Bij het vertrek 2 dagen later zijn we iets te voortvarend. Of iets te weinig voorzichtig. Misschien omdat het schip wat dieper ligt. Maar… We volgen de koers naar buiten zoals we binnen zijn gekomen. Dan horen 500 meter buiten de haven een knarsend geluid. We voelen hoe Zwerver over de bodem schuift en tot stilstand komt. Boem is ho.
Het verschrikte ‘!@&*%#!! Hoe kán dat nou!!!??’ van de kapitein wordt al gauw ingewisseld voor een tam ‘oei, foutje…’ De kaart niet nauwkeurig genoeg bestudeerd. En eb. Voor alles is een eerste keer.
Zwerver’s zwaard is keurig omhoog dus zijn we effectief aan het droogvallen. Het wachten is nu op hoog water. We nemen nog maar een koffie. De officials kunnen ons vast zien liggen met hun camera’s. Wapperen met hun gesigneerde papiertje. Onze rode koontjes zien ze gelukkig niet. ‘Wat kon ons gebeuren op deze 10 mijltjes…’ Oeps. Hoogmoed komt hier niet voor de val, maar voor de droogval.
Zwerver lost de zaak goed op met een beetje hulp van de kapitein. ‘Al ziet men de kerktoren op de einder staan….’ citeert de kapitein. ‘… dan is de reis nog niet gedaan!’ vul ik aan. ‘Dat krijg je op een boot’, zeg ik, ‘dat we elkaars’ … ‘zinnen afmaken’ zegt de kapitein. Het is een kleine wereld.
Als we Thaise wateren binnen varen vallen 2 dingen op: 1) de eilanden zijn heel anders van vorm dan in Indonesië of Maleisië. Ipv lang en liggend zijn ze veelal hoog en staand. Veel kleintjes ook. Puntig. Ze doen me denken aan losse tanden en kiezen. Waarschijnlijk omdat ik zelf een kies heb die smeekt om aandacht. Ik negeer m.
Ik heb de afwijking bij elk onbewoond eiland even te denken: zouden we hier kunnen overleven? Dit is een overblijfsel van onze reddingsactie uit 2019 toen we schipbreukelingen ontdekten op een onbewoond eiland. (Blog Nood aan de man). De helft van de Thaise eilanden waar we langs varen zijn te stijl, te klein, te onherbergzaam. Dat wordt niks. Al filosoferend beitel ik het allerlaatste stukje dek los…
Tien jaar geleden was ik ook al eens in Thailand. Toen was ik smikkelend onder de indruk van de vele eetstalletjes op straat, tot ik vogelspinnen aan een lange prikker zag. Met harige poten en al. Ook prikkers met schorpioenen, sprinkhanen en kakkerlak-achtigen. Maar die zeiden me minder. Allemaal handzame snackjes a la saté. Om gillend van weg te rennen. Maar toch, die beesten lopen hier bij de bosjes rond besefte ik. Elk eiland stikt van de bosjes. Met achter elk blaadje een kruipend satéetje. Bbbrrr….
Ik houd er gevleugelde fantasieën op na dat de kapitein en ik overál de kop boven water kunnen houden in geval van nood. Robinson Crusoe en zijn girl Friday. Men moet vooral niet te snel opgeven met zoeken als wij even tijdelijk van de radar verdwenen zijn. Wij vangen wel een vis en bedenken wel een list. Maar onherbergzame eilanden vol met pissige tarantula’s wiens familie aan een prikker is beland..… Not my cup of tea.
Doe mij maar een haai.
Anyway.
Het andere dat me opvalt is dat het steeds schoner wordt op weg naar Phuket. Eerst zie ik een mooie schildpad en dan een kronkelende joekel van een slang. Ongelofelijk hoe die zich voortbeweegt óp het water. Vervolgens zie ik een lel van een kluwen touw en visnet, de helft zo groot als Zwerver. Ik hoop dat de schildpad er ver weg van blijft. Blij ook dat ik het op tijd zag om er bij weg te kunnen sturen. Hier het water in gaan om de schroef los te snijden met zulke slangen in de buurt is niet mijn idee van een verzetje.
Daarna volgt een bizarre collectie over enkele mijlen: drijvende flessen, plastic glazen, plastic bestek, een drijvend dienblad (!) en ter compleet making een keurig rechtop drijvend plastic soepbord. Bloemetjes design. We kunnen aan tafel. Bon appetit!
Vaak voer ik een onderzoekje uit en tel vanaf het dek (volgens de officiële methode) hoeveel plastic troep ik zie in 1 minuut. Mijn hart juicht als we voor het eerst uren bijna niks hebben en dan in aanloop naar Phuket slechts 3 items per minuut. Dit gaat zeer zéker de goede kant op. Thailand heeft m’n hart. Nu al.
De zon schijnt. De bewolking zorgt dat het niet bloedje heet is. We hebben de nacht probleemloos door gevaren. Veel licht-vissers gezien. Dat zijn vissers die de volle maan nabootsen en op die manier de vissen lokken om naar het oppervlak te komen. Nog nooit hebben we de licht vissers van zó dichtbij gezien. 24 stuks. De zonnebril kon er bij op. Verder vissers met treknetten. Veel velden met boeien ook. Gelukkig glijdt Zwerver soepeltjes over de netten. Een levendig nachtje al met al. Met de hand gestuurd. What’s new pussycat.
De hoge rotsen zijn groen en fris. We galopperen Phuket binnen als we opgeroepen worden op kanaal 16. ‘Zwerver, Zwerver, Zwerver, hoor je mij?..’ Een Nederlands schip, Betty Boop, heet ons zo maar even hartelijk welkom. Wat lief!! Ze kennen ons van de FB verhalen. Het tovert een glimlach op onze toet.
In de pilot staat dat we in de aanloop op Phuket op de Boeddha moeten mikken. Op de hoogste berg kijkt een enórm Boeddha beeld op ons neer. Hij zit zelf bijna in de wolken. We volgen Boeddha en zoeken een plekje om te ankeren. Niet eenvoudig, alle boeien liggen vol en er is ‘no room to swing a cat’. We vinden een plekje maar de Duitse buurman is er duidelijk niet blij mee.
Inklaren blijkt een fluitje van een cent. Wel 20 bladzijden om te ondertekenen. Zwierig tekenen we van alles en nog wat in het Thais. Opnieuw een trits kleurige stempels in ons paspoort. Dan blijkt dat we tot 25 december mogen blijven. Huh!? Moeten we op 1e kerstdag de zee op!? Ja dus. Visum is visum. 90 dagen is 90 dagen. De douanier trekt een spijtig gezicht.
Hmmm… Dat wordt dan anker op onder het genot van Jingle Bells. Geen plek in de herberg voor deze zwervers. Dit roept om een beetje burgerlijke ongehoorzaamheid.
Nu nog maar 10 mijltjes te gaan naar Boat Lagoon. Het kuuroord voor Zwerver. Hij heeft zich zo goed gehouden. Eerst hebben we een week van schip leegruimen. Ons kranige schip moet leeg en kaal de kraan in. Wij gaan bivakkeren in een appartementje op locatie. Dan kunnen we hinkelend commuten en aan de slag, samen met de professionals.
Nog maar 10 piepkleine mijltjes te gaan. Toch juichen we nog maar niet. Lesje geleerd. Maar we zijn er wel bij-naaaa! Dus zingen we precies dát uit volle borst. We halen het anker op bij de Germaan vandaan en gaan in de baai om de hoek liggen. Naast de vriendelijke Betty Boop.
Als het anker voor de 2e keer gedropt is die dag, krijgen we een spontaan belletje. Of we een biertje lusten. (Is the pope catholic!?) Betty Boop heeft er eentje voor ons koud staan. De Zwervers springen in de bijboot en zo ontmoeten we de gezellige Brabanders. Zonder elkaar te kennen zijn we toch verwant. Gewoon door ons zoute leven.
Vertrekkers zijn een soort familie. De zee ons dorp. Het is heel inclusive, iedereen hoort erbij, iedereen is welkom. Maar wel op eigen zeebenen staan. Uiteraard. We leren veel over wat, waar en hoe en hoeveel in Thailand. Ad en Marianne hebben een wereld aan ervaring na 11 jaar op zee. Het mooie Azië is hun voorlopige thuis.
In de lucht hangt de uitgewaaierde staart van typhoon Noru die vanuit Vietnam langs Bangkok als stormpje onze kant op komt. Er wordt ontzettend veel wind en regen verwacht. We swingen aan het anker. We zijn zo moe van de laatste tocht dat we al om 19.30 te kooi gaan. We worden gewiegd door het restantje Noru.
Een veilige baai, een stevig anker, onze dappere Zwerver. De helft van de 2e helft van ‘Destination Harlingen’ zit er op.
Life is good.