24 januari 2023
Tien uur savonds. Ergens halverwege de Indische Oceaan in de buurt van Sri Lanka.
Ik word wakker van kabaal, gevolgd door een gesmoorde krachtterm. De grote pan macaroni is van het fornuis gekletterd, ondanks de vasthouders. Macaroni overal. De kapitein staat er verschrikt bij, zucht, gaat door de knieën en schept alles keurig terug in de nu gedeukte pan.
Het is een knobbelig zeetje, 24 knoop wind, we hangen flink scheef, met flinke schuivers tussendoor. Maar de kapitein laat z’n lievelingskostje niet afpakken door n woeste golf. Als alles eenmaal terug in de pan is, blaast hij er nog even kortstondig op. ‘Zo, bacteriën ook weg nu’ stelt hij.
De vloer wordt naderhand dusdanig door de kapitein geboend dat je er inderdaad van zou kunnen eten. Zij het dan mosterd na de maaltijd, in dit geval.
We wisselen van wacht: 3 uur op, 3 uur af.
Buiten knallen hoge golven tegen de romp. Het is pikdonker, Zwerver ploegt. Veel sproeiwater. Onze pilothouse is heerlijk met dit weer. Opeens vliegt een vis naar binnen door het half openstaande raam boven de instrumenten. De vliegende vis scheert langs m’n neus en heeft geen zachte landing. Doet z’n naam wel eer aan. Én een hole in one.
De flinke vis voelt nattigheid, of beter gezegd gebrek aan nattigheid, en knokt voor wat ie waard is. Flappert wild alle kanten op. Laat zich pas vangen als ik een theedoek over hem heen gooi. Heftig spartelend gaat ie overboord. Ben blij dat ie t overleefd heeft. Vaak vinden we vliegende vissen aan dek of in de kuip. Ooit, op de Stille Oceaan, hadden we een absoluut van record van 84 pechvogels aan dek in 1 nacht. Een waar slagveld.
Precies daar waar eerst macaroni lag, liggen nu losse schubben. Worstelen met zwaartekracht laat sporen na. Een flinke vleug vis verdoezelt de macaroni geur. Ik neem een biscuitje om m’n maag af te leiden en ga dweilen.
De kapitein knort lekker achter het slingermatje. Ontworpen om niet uit bed te vallen als het schip schuin hangt. Van z’n 100 kilo hangt de helft buiten de kooi, in een soort zijdelingse hangmat.
Ondertussen is het hier ‘druk op de weg’, zoals wij dat noemen. Dit stuk Indische Oceaan heeft geen officiële shipping lanes volgens de zeekaarten, maar alle scheepvaart dat vanuit Europa of uit de Perzische Golf komt, op weg naar Azië of Australië, komt hier langs. En vice versa natuurlijk. Allemaal Suez-kanaal-gangers. De gehele Golf van Bengalen voelt daarom wèl als een shipping lane. Alles kruist door elkaar heen en met name ‘snachts vaart men hier blijkbaar graag op een kluitje. Met Zwerver in t midden, samen met de CathayOz, onze Australische vrienden.
Maritieme reuzen van gemiddeld 300 meter verplaatsen zich met snelheden van 12 tot 18 knoop. Ik houd alles binnen 10 mijl in de gaten op de plotter, het speelveld verandert continue. Anticiperen is het toverwoord.
Veel gas-en olie tankers, vracht- en containerschepen. Soms een verdwaalde visser. Soms een anoniem opdoemend vrachtschip dat zonder AIS vaart. (Bizar!!) Zelfs een enkel fraai versierd cruiseschip. Ik heb t er in elk geval druk mee. Ik roep de loeiers op als de plotter aangeeft dat we binnen 0.7 van een mijl van elkaar zullen komen. Voor t geval ze van koers wijzigen zonder eerst Zwerver bewust te hebben geregistreerd.
‘Heeft u ons al gezien?’, vraag ik dan op m’n aller beleefdst. ‘Wij zijn Zwerver, een klein Nederlands scheepje…’ Uit de stilte voorafgaand aan het antwoord kan ik veel afleiden. Hun ogen zoeken óf Zwerver haastig op de AIS, óf ze hebben ons reeds eerder gespot en reageren gelijk. Vrijwel altijd stuurt de stuurman een paar graadjes bij ons vandaan om extra ruimte te bieden. Ik doe hetzelfde en zo gaat Zwerver ruim baan door de nacht.
Ik heb jaren geleden een waargebeurd boek gelezen (Six Degrees of Reckoning) waarin een zeezeilster haar man en kinderen verliest na een aanvaring met een Koreaans containerschip. Hun schip vermorzeld, hun aller levens ook.
Met 1 hand bij de marifoon is mijn manier van nachtvaren bij drukte. Als er bijvoorbeeld 3 loeiers op me af komen en er ook 2 van achteren willen inhalen. Geen ongebruikelijke situatie op deze route. Dat vergt nou eenmaal een beetje coördinatie. Liever 100 x onnodig met een stuurman gepalaverd dan 1 x volledig over t hoofd gezien worden door n varende reus in de nacht. Simpel.
Elk gesprekje beëindigt met de belangrijke afspraak van hoe elkaar te passeren. Port to port oftewel rood op rood, of starboard to starboard, wat dan weer groen op groen is. Ik mag kiezen. Aye Aye lady-captain, hoor ik dan. De kapitein grinnikt in zijn kooi en ik koers met vertrouwen langs big brother.
As we speak zitten we in een sandwich tussen een boot van 400 meter lang en 60 breed en eentje van 350 meter lang en 48 meter breed. Zwerver is 15 bij 4 . Aan beide kanten een halve mijl afstand. Beiden hebben bevestigd ons te hebben gezien en manoeuvreren aandachtsvol langs ons heen. Misschien is het ook wel lekker om deze vriendelijke reuzen straks om ons heen te hebben, bedenk ik, voor als we rond eind februari door de Golf van Aden gaan. Dat blijft toch een spannend stukje.
We hebben bij vertrek uit Phuket een stowaway gekregen. Een gekko die hier af en toe de boel op stelten zet. Gekko Gerritje. Hij is slechts 10 centimeter lang maar acteert met groot effect. Zoals die keer dat hij geheel onverwachts op m’n blote borst sprong tijdens het tanden poetsen. Liet zich vallen vanaf het badkamer plafond. Koud en kleverig plakte hij op m’n warme vel. IIEEKKK!! De kapitein kwam me redden na m’n gegil maar de stouterd was al via m’n schouder, rug en bil weggerend. Glipte veilig onder de vloer via een kier achter de wc. Niet voor 1 gat te vangen.
Af en toe laat ik n stukje tomaat of n rijstkorrel voor Gerritje achter bij die kier in de badkamer. Goedmakertjes. Ik had wel overdreven hard gegild (omdat ik dacht dat hij een enorme spin was).
Vroeger brachten wereldzeilers heel doelbewust één of meerdere gekko’s aan boord, als remedie tegen kakkerlakken. Die viezerds hebben we gelukkig nooit aan boord gehad. Kleine vliegjes en af en toe een mier hebben we wel. Of hadden we wel. Sinds Gerrit er is geen vliegje of mier meer gezien eigenlijk.
Met de CathayOz is het goed opvaren. Soms zijn we elkaar even een halve dag of halve nacht kwijt. Elke boot vaart tenslotte z’n eigen snelheid en z’n eigen prettigste koers op de wind. Maar eenmaal uit het oog verloren maken we er een leuk spelletje van om elkaar weer op te snorren. De maritieme variant van verstoppertje spelen, gevolgd door tikkertje (met in acht neming van een halve mijl afstand). Spelevaren en 2 x daags even palaveren.
Ondertussen heeft de kapitein een nieuw record geklokt: 180 zeemijl in een etmaal. Ruim 300 kilometer. Wauw! Soms vliegen we met 10 knoop door t water op het gereefde zeil. Haast is niet de bedoeling maar t waait nou eenmaal flink. De zeeziektepillen werken prima.
De dagen rijgen zich aan een. De mijlen ook. Als we over een paar dagen het anker uitgooien op Male, de hoofdstad van de Malediven, hebben we alweer 3000 (!) kilometer huiswaarts gevaren.
De kapitein inspecteert Zwervers tuigage dagelijks. De dag voor de overtocht had ik hem nog even de mast ingedraaid. Dat bleek niet voor niks. De tuigers van Rolly Tasker hadden 3 essentiële splitpennen niet in de wandspanners van de verstaging geplaatst!! Dus deed de kapitein dat grommend zelf, maar z’n vertrouwen in de tuigers was beschadigd. Dat nodigde uit om overál een extra kritische blik te werpen. Na 2 dagen op zee wilde de kapitein de mast alweer in. Liggend op het dek met z’n verrekijker had hij losse schroeven ontdekt in twee zalingen. Donders!!
Met Zwerver op autopiloot draai ik de kapitein omhoog. Een first: de mast in op volle zee! Het schommelt flink daar boven. Arendsoog krijgt gelijk: 1 schroef zat los, de andere is reeds verdwenen! Dus weer naar beneden, juiste schroef pakken en nogmaals omhoog. Mijn spierballen protesteren maar je doet er niks aan. De nieuwe verstaging maakt een onbekend geluid. Een soort geploink. Ook daar moet nog naar gekeken worden. Vaster gedraaid worden, denken we. Rolly Tasker krijgt zeker nog een brandbrief van ons. De kapitein heeft als motto: Het is pas goed als het goed is, en pas af als het af is. Krijg daar maar eens een speld tussen.
We plukken elke zeedag. Tussen het zeilen door kletsen en lezen we. Doen ook regelmatig een spur of the moment impressie van het programma ‘Maestro’. Onder t mom van het reactievermogen testen. Ik geef met 2 wijsvingers een maat aan en de kapitein barst accuut in spontaan klassiek gezang uit. À la oh-solomio. ‘Random!’ zouden onze kids zeggen. ‘Melig’, zeggen wij.
Het weer is al dagen grijs en bewolkt. Wel droog en warm. Veel wind nog steeds. De 24 knoop wind verwordt soms tot 40 knoop in een nachtelijke squall. De kapitein dealt er mee en ik snurk gewoon verder. Dat is het voordeel van 40.000 mijl ervaring op de klok. Zwerver heeft gewoon de zevenmijlslaarzen aan. Inmiddels 2 reven.
Net m’n mooiste brood ooit gebakken. Had zo bij bakker Overzet in de winkel gekund. Ambachtelijk gekneed, uurtje laten rijzen, nog een keer gekneed en 45 minuten gebakken. Precies als we willen aanvallen op onze überverse boterhammen met kaas en tomaat, komt er weer een onverwachte lel van een golf de kuip in gekruld. Hij spat met geweld over ons uiteen. We zijn net te laat om ons bord te redden. Alles kledder!
Gelukkig is de bevoorrading op orde. Ik beleg crackers met de droog gedepte plakjes kaas. Zeezoutig smaakje maar kan prima. Blaas er nog even op naar goed gebruik. Morgen wel weer een nieuwe poging tot een halfje wit. Niet alleen honger maakt rauwe bonen zoet ontdekken we. Een stevig doel ook. Oost, West en zo.
———
Laatste nacht voor aankomst op de Malediven. Rustige zee, wind in de rug. De bewolking is opgeklaard en er staan een miljoen sterren aan het firmament. De nacht is zo allemachtig mooi, dat we allebei opblijven. De Malediven komen na vannacht pas op t allerlaatste nippertje in zicht, want het ligt maar 1 meter boven de zeespiegel.
De Malediven liggen over 25 jaar voor 80% ónder de zeespiegel heb ik gelezen. Het toekomstige Atlantis. De volgende generaties zeilers zullen hun boot kunnen ankeren boven het dorpsplein van Male. Zullen kunnen snorkelen door de verdronken straten. Opwarming van de Aarde. Griezelig dichtbij.
…..Nachtelijke kopjes koffie, koekjes, lollies. Dij aan dij. Stilletjes filosoferen. Sterren kijken. Een stralende nacht. Samen zwijgzaam. Zegeningen tellend. Dankbaar.
Vol verwachting klopt ons hart voor onze volgende bestemming ….
24 uur later:
Ahem.
We liggen op de aangegeven plek om in te klaren. Er staat hier 4 knoop stroming, we trekken aan t anker en kanoën is onmogelijk. We liggen onder de startbaan van het lokale vliegveld en elke 10 minuten hangt er brullend een vliegtuig in de mast.
Uitzicht op hoge flatgebouwen. Heel veel lélijke hoge flatgebouwen. Speedboot-taxi’s scheren continu rakelings langs Zwerver. Op luttele meters afstand. Ondertussen giet het pijpenstelen.
Zo zie je maar weer. Sommige bestemmingen zijn in gedachten mooier dan in het echt. Morgen krijgen we onze paspoorten terug van Border Control. Kunnen we daarna op zoek naar ‘het niet-échte Malediven’. Dat van die fraaie plaatjes in de boeken.
Uitdaging geaccepteerd natuurlijk. We hebben hier 4 of 5 week om ‘off the beaten track’ te vinden. Maar voor nu een hele grote borrel om de anti-climax even af te schudden!