5 september 2022, Evenaar (Indonesië)
10, 9, 8, 7….. de kapitein telt af. De laatste keer dat we de graden van de evenaar aftelden was bij Galapagos. We waren toen prachtig uitgedost voor de gelegenheid. Nu ben ik net uit de kooi, m’n haar staat wild en de plooien zitten nog in m’n wang. Het is midden in de nacht, dus even geen poespas….. ….3, 2, 1!!!
HAPPY EVENAAAAAAR!!!
We proosten en kussen alsof het een nieuwjaar betreft. Yesss!! We zijn weer terug op het nóórdelijk halfrond. Nog maar een kwart wereld te gaan en dan liggen we weer voor de deur.
Drie glaasjes whisky: ééntje voor Neptunus, ééntje voor de kapitein en ééntje voor mij. Neptunus z’n glaasje gaat met een zwier overboord na een korte toespraak van de kapitein. Ik gooi er ook nog een notenreep achteraan. ‘Neptunus vooral te vriend houden’ fluistert mijn innerlijke stemmetje. Ons drupje whisky laten we smaken en dan zoekt de kapitein zijn kooi op. Hij is moe. We sturen al weken met de hand. Ik neem over. Maak m’n borst nat. Het is druk op de weg.
We hebben Belitung 3 dagen geleden uitgezwaaid. Een heerlijke plek!! De omgeving aldaar is bezaaid met bizar grote stenen. Hunebedden zijn er niks bij. Als knikkers zijn de mega keien uitgestrooid over zee, strand en eilanden. Het geeft een bijzondere megalithische sfeer.
Het weer in Indonesië is nog steeds elke dag in tweeën gehakt: smorgens denderende regen die uren aanhoudt, en smiddags stralende zon. Soms zinderend. De locals zeggen dat het weer sinds 4 jaar niet meer voorspelbaar is. De seizoenen zijn in de war, zeggen ze. Het is ook inderdaad raar om te constateren dat de temperatuur hier op de evenaar lager is dan in Nederland momenteel. En natter. Vooral véél natter!
Belitung is een aanrader voor diegene die Bali te toeristisch vindt. Wij zijn verkocht! Belatung is nog zo puur, zo aandoenlijk en onbedorven. Als we aan land gaan met de dinghy en we een restaurantje zien, komt de serveerster met de menukaart achter ons aan gelopen in de hoop dat we bij haar komen eten. Ze spreekt geen Engels maar gebaart of we aub mee willen komen… Okay dan. Het restaurantje lijkt op een auto-werkplaats met een kale betonnen vloer en plastic stoelen uit het jaar nul. We moeten even wennen maar laten ons niet kennen!
Als de jongedame het eten serveert kijkt ze gespannen toe bij onze eerste paar happen… en begint luid te juichen als we onze duim naar haar omhoog steken. Haar hoofddoek danst als ze met opgestoken duimen op en neer springt. Uit de keuken komt nog meer gejoel, alsof ook zij gespannen in afwachting van onze mening waren. Als we na een schattige avond van vriendelijk over en weer knikken weer naar ons bijbootje gaan, komen de serveerster en 2 kokkinnen uitgelopen om ons aan boord te helpen en ons over de golven uit te zwaaien. Dan smélt je toch!?
Vanaf Zwerver zien we vele koppies boven water uitsteken. Even ademhalen en ploep, weg zijn ze weer, de schildpadden. Het water is kristal helder, de koralen zijn prachtig. Ik snorkel naar lieve lust. De kapitein plonst vooral het water in om de waterlijn van Zwerver schoon te houden. De baard groeit snel! Ik flipper tussen het zeeleven en de kapitein poetst. Zo zijn de kaarten geschud in Belatung.
Op een van de vele onbewoonde eilandjes is een uitspanning waar men iets kan eten en drinken. Jonge kokosnoot is mijn absolute favoriet. Er zit al gauw bijna een liter zoet water in de noot, en met een lange lepel kun je de binnenkant uitschrapen.
Als een kokosnoot aan de boom blijft hangen tot hij zelf valt, is het vruchtvlees zoals we het kennen: wit, dik en hard. Met nog maar een beetje water. De jonge kokosnoot is aan de buitenkant nog groen, gevuld met veel zoet water, en het vruchtvlees is snotterig en glibberig (als een te kort gekookt ei). Klinkt vies, maar niets is minder waar. Ze zijn héérlijk!
Ik exploreer een flinke grot op één van de onbewoonde eilanden. Er is een padvinder aan mij verloren gegaan. Ik struin vrolijk rond tot een grote varaan van mij schrikt en waggelend wegrent met z’n ruim 1 meter. Ik schrik me een hoedje van deze krokodil lookalike en ren de andere kant op. De donkerte in. Daar zitten nou net honderden vleermuizen en die schrikken weer van mij. Het feestje is compleet als ik hun vele vleugels boven m’n hoofd hoor en het woordje ‘hondsdolheid’ door me heen schiet. Daarnaast vertrouw ik het opeens niet helemaal meer qua slangen in deze natte donkere grot met veel spelonken…
Wegwezen!! M’n hart klopt in m’n keel terwijl ik het op rennen zet. Al gauw heb ik de kapitein weer gevonden. Hij ziet mijn opluchting aan voor blije padvinder. Ik doe heel stoer alsof ik elke dag varanen en vleermuizen ontloop, maar ben dringend toe aan n borrel!
Bintang terramicassi! (Bier aub).
Bij de uitspanning waar ik met kokosnoten en Bintang mijn vocht-huishouding op pijl hou, zijn ook schildpadjes te koop. 3 euro. Ik krijg uitleg van een jongeman: Varanen, zeevogels én de lokale bevolking zijn dol op schildpad eieren. Een ware delicatesse blijkbaar. Ook als de eieren wel uitkomen en het de pasgeborenen lukt de zee wél te bereiken, dan nog is overleven geen voldongen feit. Slechts 2 op de 1000 schildpadjes redt het tot volwassenheid.
Deze jongeman is een schildpadden sanctuarium gestart, met broedprogramma. Hij koopt opgegraven nesten met eieren, simuleert thuis de juiste omstandigheden en broedt ze uit. Hij voert de schildpadjes, om ze groter en sterker te maken en verkoopt ze, als ze zover zijn, aan toeristen. Die gaan er mee zwemmen in zee en laten de schildpadjes al spelend vrij. De kleine snoesjes zitten nu nog te krioelen in een plastic bak. Het ziet er best zielig uit maar alles is relatief. Als ei opgegeten worden verdient ook geen aanbeveling.
Ondanks dat ik zie dat er een flink verdien model achter zit, vind ik het verhaal van de jongeman’s eco-rescue toch aannemelijk klinken. Zeker gezien die loeier van een varaan in de nabije grot. Een keer flink slobberen en weg eiernest.
Twee kleine schildpadjes gaan mee in onze dinghy. In een boterhamzakje met wat water notabene. Ver weg van het strand, in volle zee, laten we ze los. Eentje proeft de vrijheid en is ploep, verdwenen. De ander heeft nog wat zwemles nodig en zo blijf ik ruim 3 kwartier met hem rondzwemmen. Het is een feestje om met een baby schildpad rond te dobberen. Zou ik uren kunnen volhouden. Genieten! Na 3 kwartier is de kapitein (hij dobbert naast ons in het bootje als reddingsbrigade) er een beetje klaar mee.
M’n schildpadje zwemt gestaag verder, af en toe happend naar wat wier dat voorbij drijft. Grote jongen! De kapitein zou ook graag ergens in happen laat hij steeds dringender weten. Na een uurtje laat ik Paddy achter. Dapper peddelt hij voort met z’n flippertjes. Z’n neusgaatjes gaan open en dicht. Boven ons de zeemeeuwen maar die geven gelukkig (nog) geen sjoege. Hopelijk redden deze 2 kleintjes het tot volwassenheid. Hopelijk hebben ze nog 100 jaar voor de boeg. Ze hebben nu in elk geval een kans die ze anders niet hadden gehad met alle hongerlappen op het strand. Toi toi toi…
Belitung staat bekend om z’n meteorieten. Zwart geblakerde stenen met geheime krachten, die gevonden worden bij het tin mijnen. Ik ben helemaal om en mijn verzameling stenen heeft zo’n exemplaar nodig. Ik zoek een beauty uit. Hij kost een bom maar dan heb je ook een meteoriet! Ik voel me de koning te rijk en voel m’n toverkrachten groeien. Als je je vinger op de meteoriet houdt, gaat hij uit zichzelf bewegen. Alsof er leven in zit, heel spannend. De kapitein ziet m’n plezier en zegt dat hij me wil trakteren. Ziejewel, de steen tovert en betovert. M’n hart huppelt en ik ook!
We hebben een icoon ontmoet! De ‘Speedwell of Hong Kong’ is een bananen-geel bootje van 8 meter. Aan boord Shirley, een Zuid Afrikaanse dame van 73 jaar oud. Of eigenlijk 73 jaar jong, want dat past beter bij haar. Haar meisjesachtige levensvreugde en uitstraling is ongeëvenaard. Shirley bedacht op haar 58ste dat ze geen zin had in oud worden in een luie stoel met een breiwerkje op schoot. Dus kocht ze een bootje en verfde m geel. Maakte een matching geel zeil op haar eigen naaimachine en stak van wal.
Al 15 jaar is Shirley op pad. Al die jaren alleen aan boord maar ze spreekt altijd in meervoud. Want zij en Speedwell zijn immers altijd samen. Nou dan!
Wat een vrolijk en blij mens. Wat een uitstraling! Een voorbeeld van leven in eenvoud. Speedwell heeft geen koelkastje, en maar 1 kookpit. Meer vindt ze niet nodig. Shirley slaapt in rukjes van 20 minuten als ze vaart. Kijkt rond, en slaapt dan verder voor de volgende 20 minuutjes. ‘Als we aan het anker liggen, dan halen we het wel weer in’, knipoogt ze.
Behalve dan die ene keer dat ze zich vermoeid in het onderste gedeelte van haar stapelbed liet zakken. Ze was net die dag aangekomen na een overtocht en liggend aan het anker verheugde ze zich op een een paar uur solide slaap. Ze keek nog even omhoog, naar het bovenste stapelbed, vlak voor haar ogen dicht zouden vallen. Met een gil schoot ze omhoog!….
Boven haar hing een giftige zeeslang. Niet het bekende type van hier met een minuscuul bekje, maar een flinke jongen met een flinke bek! Ze is accuut in haar bijbootje gesprongen. (Ook geel, geen motortje). Roeiend aan land gekomen om een local te vragen haar nieuwe huisdier te verwijderen. Shirley kijkt me stoer aan. En dit was notabene al de 2e keer, verzucht ze. ‘I was really quite bothered by it!’
Quite bóthered by it??!! Wat een stoer mens!! Ik had vast al een hart verzakking gehad nog voor ik van boord was!
Dit is overigens al de 4e keer dat ik van dit soort praktijken hoor: Slang aan boord. Zoals die vrouw van een paar ankerplaatsen geleden. ‘Je bent de zwarte lijn vergeten op te bergen’, zei ze tegen haar man. Manlief kon zich niet herinneren dat hij de zwarte lijn had gebruikt maar zag m ook opgerold liggen aan dek. Dichterbij gekomen bleek de pikhaak dringend nodig! ‘Ze komen omhoog via de ankerketting!’ drukte ze me op t hart. Eek!! Je doet er niks aan dus stressen helpt niet, houd ik mezelf steeds voor. En trouwens, ik heb ook een pikhaak…
Maar mijn bewondering wordt er alleen maar groter van. Shirley, een reuzin van 1 meter 60 en 50 kilo schoon aan de haak. Haar strooien hoed gaat al heel wat rondjes mee. Wakkere ogen. Ik geef haar een biertje ter afscheid en als blijk van bewondering voor haar joie de vivre. Ze sluit de grote Bintang fles in haar armen, wiegt hem als een baby, en zegt: Ooh, you’re coming home with mummyl!! Shirley en haar Speedwell zijn heerlijk excentriek. ‘See you in Singapore!!’ roept ze ons na met de fles nog aan haar borst gedrukt. Singapore is voor haar 1001 stukjes van 20 minuten. Wauwww!!
Het is tijd voor Batam, onze laatste haven in Indonesië, de plek om uit te klaren. Vlák voor Singapore. We slapen zo goed mogelijk overdag zodat we snachts langer samen kunnen varen en wachtlopen. Wát een boten, in een steeds veranderend speelveld. Denk je dat je weet waar de 10 meest directe boten liggen, veranderen ze weer van positie. Het is uitkijken geblazen.
Twee keer varen we bijná door vissersnetten, ik zie ze vlak naast de romp dobberen met kleine boeitjes er aan. En dat terwijl ik Zwerver zo ver mogelijk van alle vissersboten weg houd. Hoe vér liggen die netten wel niet!? Hebben vissen hier überhaupt nog wel een kans!? Ze kunnen zich nauwelijks voortplanten want de mazen van de netten zijn zò klein zag ik op het strand, dat echt alle soorten en alle vis-levensfasen uit de zee worden geplukt…
Snachts sta ik altijd buiten achter het stuurwiel. Beter uitzicht op de vele lichtjes. Je ruikt het als de regen er aan komt. Het komt samen met de eerste subtiele verandering van de wind. Kort daarna komt het eerste spetje. Daarna de stromende regen. In de doghouse zie je dan bijna helemaal niks meer. Dus wie de wacht heeft moet eraan geloven.
De regen klettert tegen m’n gezicht. De regen wordt met stormachtige wind door een squall meegevoerd vanaf bakboord. Ik sta wijdbeens en zet me schrap. Houd de koers en graden goed in het snotje. Voor je het weet ben je je richting kwijt als je met de hand stuurt. Wind, regen, golven en deining kunnen je van je koers brengen. En van je apropos. Vaak stuur ik op de sterren maar dat kan niet met een squall.
Mn linker oogbol en dito oor voelen alsof er een koude douche op staat. Hard. Blind en doof word ik er van. Het irriteert mateloos. Knipperend zie ik nog minder. Ik kan het stuur nog geen tien tellen los laten met deze wind, maar het lukt me toch de capuchon van m’n oude regenjas zó vast te zetten, dat alleen m’n neus en rechteroog er nog uitsteken. De bakboord kant van m’n gezicht mag even bijkomen. Terwijl het keihard blijft gutsen moet ik hardop lachen bij de gedachte hoe ik er nu uit zie. Met m’n mono-oog weggedoken in m’n lekkende regenjas. Nat tot op het bot. Loerend met m’n ene oog. Paraat. Piraat. Scheelt maar 1 letter. Het onweert en dondert en wil niet van ophouden weten…
Ik tel de uren af. Het zijn lange uren. Ik hoop dat de kapitein goed slaapt want na mij is hij weer het haasje. Alhoewel… Als mijn 3 uren (eindelijk) voorbij zijn en de kapitein zich gapend meldt, klaart het opeens vlot op. Het wordt al snel weer zinderend heet. Het zweet breekt me uit in de kooi. Nat van de regen of nat van het zweet. Indonesië wat maak je me nou?
Dan zijn we er na 4 dagen van constante 3 uur op, 3 uur af. Batam. Aan de overkant van de fancy marina zien we Singapore liggen. Het heeft een skyline zoals New York. Wolkenkrabbers. Niet mijn ding maar wel indrukwekkend. Loeiers van vrachtschepen met ruim 20.000 containers varen af en aan. De kapitein kijkt het met grote ogen aan. Dit is zijn maritieme wereld, hij geniet van alle actie en reactie op het water. Wijst mij schepen aan, vertelt er over. Vele oudjes, sommigen hypermodern. Gefascineerd tuurt en stuurt hij. Ik zie vooral de troep in het water, plastic plastic plastic en nog veel meer plastic. Deze plastic soup is om moedeloos van te worden. Op een gegeven moment kijk je weg. Ik tenminste. Omdat het niet om aan te zien is… Goh, 20.000 containers, zeg ik. Dat is interessant….
De marina van Batam is een droom. Een plaatje. En we hebben de droge helft van de dag bij aankomst, dus dat scheelt ook. Palmbomen, een prachtig zwembad, gezellige restaurantje, heerlijke douches! We springen gelijk in het zwembad. Nu weer even afkoelen. Ik zet m’n luie ligstoel zó neer dat ik even geen boot of zee hoef te zien. Even de toerist uithangen. Heerlijk!
Maar de kapitein piekert. Ik zie het. Hij heeft een lijst zo lang als z’n arm. Zelfs langer. Hij zucht regelmatig nu hij even niet hoeft te varen. Thailand komt dichterbij en de to-do-lijst groeit nog steeds. Het bedrukt soms. Het zwembad kan hem maar matig bekoren. De kapitein zwemt, maar zijn hoofd is elders. Of eigenlijk zwemt zijn hoofd zn eigen rondjes.
Dan spring ik op de kapitein’s rug, zwem tussen z’n benen door en daag hem uit tot tikkertje. Ik verleid hem om te spelen. Ik wil dat hij op mijn rug gaat zitten (het lukt!!) en samen kieperen we om met een grote plons. De handstand zijn we verleerd, ontdekken we na flink wat pogingen. We vinden ieder een zwemband en dobberen als kinderen. In Batam spelen we. Proberen we even te vergeten dat er dadelijk een mega klus aan komt. In Batam schudden we alle vissersboten af. In Batam lachen we om de Nederlandse boot die hier ligt met de prijswinnende rare naam ‘Vage Kennis’. In Batam eten we ons rond aan heerlijke ontbijtjes en lunches en liggen we elke dag even aan het zwembad. En als het weer eens giet dan geeft dat niet want we zijn toch al nat.
Batam is waar we de borst nog even niet natmaken voor onze lange to-do-lijst. We proberen te relaxen en kletsen tegen ons bier. Goed voorbeeld doet goed volgen. Bintang, we gaan je missen!
Indonesië, je mensen zijn parels van gastvrijheid. Zo lief, ongeëvenaard! Je hebt ons ontroerd met je schoonheid, je prachtige stranden, je geweldige koraal. Maar je hebt ook plastic soep waar onze mond van open valt. Waar de tranen van in de ogen springen. Plastic snert eigenlijk!
Hoe train je 273 miljoen neuzen om allen in dezelfde richting te gaan staan? Ik zwaai met m’n magische meteoriet en wens je veel wijsheid en vooral een slimme volgende generatie toe.
Goed voorbeeld doet tenslotte goed volgen. Dat weten we van onze heldin in haar banaan.
Dáááágg lief Indonesië. Bedankt voor je gastvrijheid.