Blog Layout

62. Happy Evenaar!!

5 september 2022, Evenaar (Indonesië)


10, 9, 8, 7….. de kapitein telt af. De laatste keer dat we de graden van de evenaar aftelden was bij Galapagos. We waren toen prachtig uitgedost voor de gelegenheid. Nu ben ik net uit de kooi, m’n haar staat wild en de plooien zitten nog in m’n wang. Het is midden in de nacht, dus even geen poespas….. ….3, 2, 1!!!

 

HAPPY EVENAAAAAAR!!!


We proosten en kussen alsof het een nieuwjaar betreft. Yesss!! We zijn weer terug op het nóórdelijk halfrond. Nog maar een kwart wereld te gaan en dan liggen we weer voor de deur.


Drie glaasjes whisky: ééntje voor Neptunus, ééntje voor de kapitein en ééntje voor mij. Neptunus z’n glaasje gaat met een zwier overboord na een korte toespraak van de kapitein. Ik gooi er ook nog een notenreep achteraan. ‘Neptunus vooral te vriend houden’ fluistert mijn innerlijke stemmetje. Ons drupje whisky laten we smaken en dan zoekt de kapitein zijn kooi op. Hij is moe. We sturen al weken met de hand. Ik neem over. Maak m’n borst nat. Het is druk op de weg.


We hebben Belitung 3 dagen geleden uitgezwaaid. Een heerlijke plek!! De omgeving aldaar is bezaaid met bizar grote stenen. Hunebedden zijn er niks bij. Als knikkers zijn de mega keien uitgestrooid over zee, strand en eilanden. Het geeft een bijzondere megalithische sfeer.


Het weer in Indonesië is nog steeds elke dag in tweeën gehakt: smorgens denderende regen die uren aanhoudt, en smiddags stralende zon. Soms zinderend. De locals zeggen dat het weer sinds 4 jaar niet meer voorspelbaar is. De seizoenen zijn in de war, zeggen ze. Het is ook inderdaad raar om te constateren dat de temperatuur hier op de evenaar lager is dan in Nederland momenteel. En natter. Vooral véél natter! 


Belitung is een aanrader voor diegene die Bali te toeristisch vindt. Wij zijn verkocht! Belatung is nog zo puur, zo aandoenlijk en onbedorven. Als we aan land gaan met de dinghy en we een restaurantje zien, komt de serveerster met de menukaart achter ons aan gelopen in de hoop dat we bij haar komen eten. Ze spreekt geen Engels maar gebaart of we aub mee willen komen…  Okay dan. Het restaurantje lijkt op een auto-werkplaats met een kale betonnen vloer en plastic stoelen uit het jaar nul. We moeten even wennen maar laten ons niet kennen!


Als de jongedame het eten serveert kijkt ze gespannen toe bij onze eerste paar happen… en begint luid te juichen als we onze duim naar haar omhoog steken. Haar hoofddoek danst als ze met opgestoken duimen op en neer springt. Uit de keuken komt nog meer gejoel, alsof ook zij gespannen in afwachting van onze mening waren. Als we na een schattige avond van vriendelijk over en weer knikken weer naar ons bijbootje gaan, komen de serveerster en 2 kokkinnen uitgelopen om ons aan boord te helpen en ons over de golven uit te zwaaien. Dan smélt je toch!?


Vanaf Zwerver zien we vele koppies boven water uitsteken. Even ademhalen en ploep, weg zijn ze weer, de schildpadden. Het water is kristal helder, de koralen zijn prachtig. Ik snorkel naar lieve lust. De kapitein plonst vooral het water in om de waterlijn van Zwerver schoon te houden. De baard groeit snel! Ik flipper tussen het zeeleven en de kapitein poetst. Zo zijn de kaarten geschud in Belatung.

Op een van de vele onbewoonde eilandjes is een uitspanning waar men iets kan eten en drinken. Jonge kokosnoot is mijn absolute favoriet. Er zit al gauw bijna een liter zoet water in de noot, en met een lange lepel kun je de binnenkant uitschrapen.


Als een kokosnoot aan de boom blijft hangen tot hij zelf valt, is het vruchtvlees zoals we het kennen: wit, dik en hard. Met nog maar een beetje water. De jonge kokosnoot is aan de buitenkant nog groen, gevuld met veel zoet water, en het vruchtvlees is snotterig en glibberig (als een te kort gekookt ei). Klinkt vies, maar niets is minder waar. Ze zijn héérlijk!


Ik exploreer een flinke grot op één van de onbewoonde eilanden. Er is een padvinder aan mij verloren gegaan. Ik struin vrolijk rond tot een grote varaan van mij schrikt en waggelend wegrent met z’n ruim 1 meter. Ik schrik me een hoedje van deze krokodil lookalike en ren de andere kant op. De donkerte in. Daar zitten nou net honderden vleermuizen en die schrikken weer van mij. Het feestje is compleet als ik hun vele vleugels boven m’n hoofd hoor en het woordje ‘hondsdolheid’ door me heen schiet. Daarnaast vertrouw ik het opeens niet helemaal meer qua slangen in deze natte donkere grot met veel spelonken… 


Wegwezen!! M’n hart klopt in m’n keel terwijl ik het op rennen zet.  Al gauw heb ik de kapitein weer gevonden. Hij ziet mijn opluchting aan voor blije padvinder. Ik doe heel stoer alsof ik elke dag varanen en vleermuizen ontloop, maar ben dringend toe aan n borrel!


Bintang terramicassi! (Bier aub).


Bij de uitspanning waar ik met kokosnoten en Bintang mijn vocht-huishouding op pijl hou, zijn ook schildpadjes te koop. 3 euro. Ik krijg uitleg van een jongeman: Varanen, zeevogels én de lokale bevolking zijn dol op schildpad eieren. Een ware delicatesse blijkbaar. Ook als de eieren wel uitkomen en het de pasgeborenen lukt de zee wél te bereiken, dan nog is overleven geen voldongen feit. Slechts 2 op de 1000 schildpadjes redt het tot volwassenheid.


Deze jongeman is een schildpadden sanctuarium gestart, met broedprogramma. Hij koopt opgegraven nesten met eieren, simuleert thuis de juiste omstandigheden en broedt ze uit. Hij voert de schildpadjes, om ze groter en sterker te maken en verkoopt ze, als ze zover zijn, aan toeristen. Die gaan er mee zwemmen in zee en laten de schildpadjes al spelend vrij. De kleine snoesjes zitten nu nog te krioelen in een plastic bak. Het ziet er best zielig uit maar alles is relatief. Als ei opgegeten worden verdient ook geen aanbeveling.


Ondanks dat ik zie dat er een flink verdien model achter zit, vind ik het verhaal van de jongeman’s eco-rescue toch aannemelijk klinken. Zeker gezien die loeier van een varaan in de nabije grot. Een keer flink slobberen en weg eiernest.


Twee kleine schildpadjes gaan mee in onze dinghy. In een boterhamzakje met wat water notabene.  Ver weg van het strand, in volle zee, laten we ze los. Eentje proeft de vrijheid en is ploep, verdwenen. De ander heeft nog wat zwemles nodig en zo blijf ik ruim 3 kwartier met hem rondzwemmen. Het is een feestje om met een baby schildpad rond te dobberen. Zou ik uren kunnen volhouden. Genieten!  Na 3 kwartier is de kapitein (hij dobbert naast ons in het bootje als reddingsbrigade) er een beetje klaar mee.


M’n schildpadje zwemt gestaag verder, af en toe happend naar wat wier dat voorbij drijft. Grote jongen! De kapitein zou ook graag ergens in happen laat hij steeds dringender weten. Na een uurtje laat ik  Paddy achter. Dapper peddelt hij voort met z’n flippertjes. Z’n neusgaatjes gaan open en dicht. Boven ons de zeemeeuwen maar die geven gelukkig (nog) geen sjoege. Hopelijk redden deze 2 kleintjes het tot volwassenheid. Hopelijk hebben ze nog 100 jaar voor de boeg.    Ze hebben nu in elk geval een kans die ze anders niet hadden gehad met alle hongerlappen op het strand. Toi toi toi…

Belitung staat bekend om z’n meteorieten. Zwart geblakerde stenen met geheime krachten, die gevonden worden bij het tin mijnen. Ik ben helemaal om en mijn verzameling stenen heeft zo’n exemplaar nodig. Ik zoek een beauty uit. Hij kost een bom maar dan heb je ook een meteoriet! Ik voel me de koning te rijk en voel m’n toverkrachten groeien. Als je je vinger op de meteoriet houdt, gaat hij uit zichzelf bewegen. Alsof er leven in zit, heel spannend.  De kapitein ziet m’n plezier en zegt dat hij me wil trakteren. Ziejewel, de steen tovert en betovert. M’n hart huppelt en ik ook!


We hebben een icoon ontmoet! De ‘Speedwell of Hong Kong’ is een bananen-geel bootje van 8 meter. Aan boord Shirley, een Zuid Afrikaanse dame van 73 jaar oud. Of eigenlijk 73 jaar jong, want dat past beter bij haar. Haar meisjesachtige levensvreugde en uitstraling is ongeëvenaard. Shirley bedacht op haar 58ste dat ze geen zin had in oud worden in een luie stoel met een breiwerkje op schoot. Dus kocht ze een bootje en verfde m geel. Maakte een matching geel zeil op haar eigen naaimachine en stak van wal.


Al 15 jaar is Shirley op pad. Al die jaren alleen aan boord maar ze spreekt altijd in meervoud. Want zij en Speedwell zijn immers altijd samen. Nou dan!


Wat een vrolijk en blij mens. Wat een uitstraling! Een voorbeeld van leven in eenvoud. Speedwell heeft geen koelkastje, en maar 1 kookpit. Meer vindt ze niet nodig. Shirley slaapt in rukjes van 20 minuten als ze vaart. Kijkt rond, en slaapt dan verder voor de volgende 20 minuutjes. ‘Als we aan het anker liggen, dan halen we het wel weer in’, knipoogt ze.


Behalve dan die ene keer dat ze zich vermoeid in het onderste gedeelte van haar stapelbed liet zakken. Ze was net die dag aangekomen na een overtocht en liggend aan het anker verheugde ze zich op een een paar uur solide slaap. Ze keek nog even omhoog, naar het bovenste stapelbed, vlak voor haar ogen dicht zouden vallen. Met een gil schoot ze omhoog!….


Boven haar hing een giftige zeeslang. Niet het bekende type van hier met een minuscuul bekje, maar een flinke jongen met een flinke bek! Ze is accuut in haar bijbootje gesprongen. (Ook geel, geen motortje). Roeiend aan land gekomen om een local te vragen haar nieuwe huisdier te verwijderen. Shirley kijkt me stoer aan. En dit was notabene al de 2e keer, verzucht ze. ‘I was really quite bothered by it!’   


Quite bóthered by it??!! Wat een stoer mens!! Ik had vast al een hart verzakking gehad nog voor ik van boord was!


Dit is overigens al de 4e keer dat ik van dit soort praktijken hoor: Slang aan boord. Zoals die vrouw van een paar ankerplaatsen geleden. ‘Je bent de zwarte lijn vergeten op te bergen’, zei ze tegen haar man. Manlief kon zich niet herinneren dat hij de zwarte lijn had gebruikt maar zag m ook opgerold liggen aan dek. Dichterbij gekomen bleek de pikhaak dringend nodig!  ‘Ze komen omhoog via de ankerketting!’ drukte ze me op t hart. Eek!! Je doet er niks aan dus stressen helpt niet, houd ik mezelf steeds voor. En trouwens, ik heb ook een pikhaak… 


Maar mijn bewondering wordt er alleen maar groter van. Shirley, een reuzin van 1 meter 60 en 50 kilo schoon aan de haak. Haar strooien hoed gaat al heel wat rondjes mee. Wakkere ogen. Ik geef haar een biertje ter afscheid en als blijk van bewondering voor haar joie de vivre. Ze sluit de grote Bintang fles in haar armen, wiegt hem als een baby, en zegt: Ooh, you’re coming home with mummyl!!   Shirley en haar Speedwell zijn heerlijk excentriek. ‘See you in Singapore!!’ roept ze ons na met de fles nog aan haar borst gedrukt. Singapore is voor haar 1001 stukjes van 20 minuten. Wauwww!!


Het is tijd voor Batam, onze laatste haven in Indonesië, de plek om uit te klaren. Vlák voor Singapore. We slapen zo goed mogelijk overdag zodat we snachts langer samen kunnen varen en wachtlopen. Wát een boten, in een steeds veranderend speelveld. Denk je dat je weet waar de 10 meest directe boten liggen, veranderen ze weer van positie. Het is uitkijken geblazen.


Twee keer varen we bijná door vissersnetten, ik zie ze vlak naast de romp dobberen met kleine boeitjes er aan. En dat terwijl ik Zwerver zo ver mogelijk van alle vissersboten weg houd. Hoe vér liggen die netten wel niet!? Hebben vissen hier überhaupt nog wel een kans!? Ze kunnen zich nauwelijks voortplanten want de mazen van de netten zijn zò klein zag ik op het strand, dat echt alle soorten en alle vis-levensfasen uit de zee worden geplukt… 


Snachts sta ik altijd buiten achter het stuurwiel. Beter uitzicht op de vele lichtjes. Je ruikt het als de regen er aan komt. Het komt samen met de eerste subtiele verandering van de wind. Kort daarna komt het eerste spetje. Daarna de stromende regen. In de doghouse zie je dan bijna helemaal niks meer. Dus wie de wacht heeft moet eraan geloven.


De regen klettert tegen m’n gezicht. De regen wordt met stormachtige wind door een squall meegevoerd vanaf bakboord. Ik sta wijdbeens en zet me schrap. Houd de koers en graden goed in het snotje. Voor je het weet ben je je richting kwijt als je met de hand stuurt. Wind, regen, golven en deining kunnen je van je koers brengen. En van je apropos. Vaak stuur ik op de sterren maar dat kan niet met een squall.


Mn linker oogbol en dito oor voelen alsof er een koude douche op staat. Hard. Blind en doof word ik er van. Het irriteert mateloos. Knipperend zie ik nog minder. Ik kan het stuur nog geen tien tellen los laten met deze wind, maar het lukt me toch de capuchon van m’n oude regenjas zó vast te zetten, dat alleen m’n neus en rechteroog er nog uitsteken. De bakboord kant van m’n gezicht mag even bijkomen. Terwijl het keihard blijft gutsen moet ik hardop lachen bij de gedachte hoe ik er nu uit zie. Met m’n mono-oog weggedoken in m’n lekkende regenjas. Nat tot op het bot. Loerend met m’n ene oog. Paraat. Piraat. Scheelt maar 1 letter.  Het onweert en dondert en wil niet van ophouden weten…

Ik tel de uren af. Het zijn lange uren. Ik hoop dat de kapitein goed slaapt want na mij is hij weer het haasje. Alhoewel… Als mijn 3 uren (eindelijk) voorbij zijn en de kapitein zich gapend meldt, klaart het opeens vlot op. Het wordt al snel weer zinderend heet. Het zweet breekt me uit in de kooi. Nat van de regen of nat van het zweet. Indonesië wat maak je me nou?


Dan zijn we er na 4 dagen van constante 3 uur op, 3 uur af. Batam.  Aan de overkant van de fancy marina zien we Singapore liggen. Het heeft een skyline zoals New York. Wolkenkrabbers. Niet mijn ding maar wel indrukwekkend. Loeiers van vrachtschepen met ruim 20.000 containers varen af en aan. De kapitein kijkt het met grote ogen aan. Dit is zijn maritieme wereld, hij geniet van alle actie en reactie op het water. Wijst mij schepen aan, vertelt er over. Vele oudjes, sommigen hypermodern. Gefascineerd tuurt en stuurt hij. Ik zie vooral de troep in het water, plastic plastic plastic en nog veel meer plastic. Deze plastic soup is om moedeloos van te worden. Op een gegeven moment kijk je weg. Ik tenminste. Omdat het niet om aan te zien is…  Goh, 20.000 containers, zeg ik. Dat is interessant….

De marina van Batam is een droom. Een plaatje. En we hebben de droge helft van de dag bij aankomst, dus dat scheelt ook. Palmbomen, een prachtig zwembad, gezellige restaurantje, heerlijke douches! We springen gelijk in het zwembad. Nu weer even afkoelen. Ik zet m’n luie ligstoel zó neer dat ik even geen boot of zee hoef te zien. Even de toerist uithangen. Heerlijk!


Maar de kapitein piekert. Ik zie het. Hij heeft een lijst zo lang als z’n arm. Zelfs langer. Hij zucht regelmatig nu hij even niet hoeft te varen. Thailand komt dichterbij en de to-do-lijst groeit nog steeds. Het bedrukt soms. Het zwembad kan hem maar matig bekoren. De kapitein zwemt, maar zijn hoofd is elders. Of eigenlijk zwemt zijn hoofd zn eigen rondjes.


Dan spring ik op de kapitein’s rug, zwem tussen z’n benen door en daag hem uit tot tikkertje. Ik verleid hem om te spelen. Ik wil dat hij op mijn rug gaat zitten (het lukt!!) en samen kieperen we om met een grote plons. De handstand zijn we verleerd, ontdekken we na flink wat pogingen.  We vinden ieder een zwemband en dobberen als kinderen.  In Batam spelen we. Proberen we even te vergeten dat er dadelijk een mega klus aan komt. In Batam schudden we alle vissersboten af. In Batam lachen we om de Nederlandse boot die hier ligt met de prijswinnende rare naam ‘Vage Kennis’.  In Batam eten we ons rond aan heerlijke ontbijtjes en lunches en liggen we elke dag even aan het zwembad. En als het weer eens giet dan geeft dat niet want we zijn toch al nat.


Batam is waar we de borst nog even niet natmaken voor onze lange to-do-lijst. We proberen te relaxen en kletsen tegen ons bier. Goed voorbeeld doet goed volgen. Bintang, we gaan je missen!

 

Indonesië, je mensen zijn parels van gastvrijheid. Zo lief, ongeëvenaard! Je hebt ons ontroerd met je schoonheid, je prachtige stranden, je geweldige koraal. Maar je hebt ook plastic soep waar onze mond van open valt. Waar de tranen van in de ogen springen. Plastic snert eigenlijk!


Hoe train je 273 miljoen neuzen om allen in dezelfde richting te gaan staan? Ik zwaai met m’n magische meteoriet en wens je veel wijsheid en vooral een slimme volgende generatie toe.


Goed voorbeeld doet tenslotte goed volgen. Dat weten we van onze heldin in haar banaan.


Dáááágg lief Indonesië. Bedankt voor je gastvrijheid.




door duda-wsm 26 januari 2023
24 januari 2023 Tien uur savonds. Ergens halverwege de Indische Oceaan in de buurt van Sri Lanka. Ik word wakker van kabaal, gevolgd door een gesmoorde krachtterm. De grote pan macaroni is van het fornuis gekletterd, ondanks de vasthouders. Macaroni overal. De kapitein staat er verschrikt bij, zucht, gaat door de knieën en schept alles keurig terug in de nu gedeukte pan. Het is een knobbelig zeetje, 24 knoop wind, we hangen flink scheef, met flinke schuivers tussendoor. Maar de kapitein laat z’n lievelingskostje niet afpakken door n woeste golf. Als alles eenmaal terug in de pan is, blaast hij er nog even kortstondig op. ‘Zo, bacteriën ook weg nu’ stelt hij. De vloer wordt naderhand dusdanig door de kapitein geboend dat je er inderdaad van zou kunnen eten. Zij het dan mosterd na de maaltijd, in dit geval. We wisselen van wacht: 3 uur op, 3 uur af. Buiten knallen hoge golven tegen de romp. Het is pikdonker, Zwerver ploegt. Veel sproeiwater. Onze pilothouse is heerlijk met dit weer. Opeens vliegt een vis naar binnen door het half openstaande raam boven de instrumenten. De vliegende vis scheert langs m’n neus en heeft geen zachte landing. Doet z’n naam wel eer aan. Én een hole in one. De flinke vis voelt nattigheid, of beter gezegd gebrek aan nattigheid, en knokt voor wat ie waard is. Flappert wild alle kanten op. Laat zich pas vangen als ik een theedoek over hem heen gooi. Heftig spartelend gaat ie overboord. Ben blij dat ie t overleefd heeft. Vaak vinden we vliegende vissen aan dek of in de kuip. Ooit, op de Stille Oceaan, hadden we een absoluut van record van 84 pechvogels aan dek in 1 nacht. Een waar slagveld. Precies daar waar eerst macaroni lag, liggen nu losse schubben. Worstelen met zwaartekracht laat sporen na. Een flinke vleug vis verdoezelt de macaroni geur. Ik neem een biscuitje om m’n maag af te leiden en ga dweilen. De kapitein knort lekker achter het slingermatje. Ontworpen om niet uit bed te vallen als het schip schuin hangt. Van z’n 100 kilo hangt de helft buiten de kooi, in een soort zijdelingse hangmat. Ondertussen is het hier ‘druk op de weg’, zoals wij dat noemen. Dit stuk Indische Oceaan heeft geen officiële shipping lanes volgens de zeekaarten, maar alle scheepvaart dat vanuit Europa of uit de Perzische Golf komt, op weg naar Azië of Australië, komt hier langs. En vice versa natuurlijk. Allemaal Suez-kanaal-gangers. De gehele Golf van Bengalen voelt daarom wèl als een shipping lane. Alles kruist door elkaar heen en met name ‘snachts vaart men hier blijkbaar graag op een kluitje. Met Zwerver in t midden, samen met de CathayOz, onze Australische vrienden. Maritieme reuzen van gemiddeld 300 meter verplaatsen zich met snelheden van 12 tot 18 knoop. Ik houd alles binnen 10 mijl in de gaten op de plotter, het speelveld verandert continue. Anticiperen is het toverwoord. Veel gas-en olie tankers, vracht- en containerschepen. Soms een verdwaalde visser. Soms een anoniem opdoemend vrachtschip dat zonder AIS vaart. (Bizar!!) Zelfs een enkel fraai versierd cruiseschip. Ik heb t er in elk geval druk mee. Ik roep de loeiers op als de plotter aangeeft dat we binnen 0.7 van een mijl van elkaar zullen komen. Voor t geval ze van koers wijzigen zonder eerst Zwerver bewust te hebben geregistreerd. ‘Heeft u ons al gezien?’, vraag ik dan op m’n aller beleefdst. ‘Wij zijn Zwerver, een klein Nederlands scheepje…’ Uit de stilte voorafgaand aan het antwoord kan ik veel afleiden. Hun ogen zoeken óf Zwerver haastig op de AIS, óf ze hebben ons reeds eerder gespot en reageren gelijk. Vrijwel altijd stuurt de stuurman een paar graadjes bij ons vandaan om extra ruimte te bieden. Ik doe hetzelfde en zo gaat Zwerver ruim baan door de nacht. Ik heb jaren geleden een waargebeurd boek gelezen (Six Degrees of Reckoning) waarin een zeezeilster haar man en kinderen verliest na een aanvaring met een Koreaans containerschip. Hun schip vermorzeld, hun aller levens ook. Met 1 hand bij de marifoon is mijn manier van nachtvaren bij drukte. Als er bijvoorbeeld 3 loeiers op me af komen en er ook 2 van achteren willen inhalen. Geen ongebruikelijke situatie op deze route. Dat vergt nou eenmaal een beetje coördinatie. Liever 100 x onnodig met een stuurman gepalaverd dan 1 x volledig over t hoofd gezien worden door n varende reus in de nacht. Simpel. Elk gesprekje beëindigt met de belangrijke afspraak van hoe elkaar te passeren. Port to port oftewel rood op rood, of starboard to starboard, wat dan weer groen op groen is. Ik mag kiezen. Aye Aye lady-captain, hoor ik dan. De kapitein grinnikt in zijn kooi en ik koers met vertrouwen langs big brother. As we speak zitten we in een sandwich tussen een boot van 400 meter lang en 60 breed en eentje van 350 meter lang en 48 meter breed. Zwerver is 15 bij 4 . Aan beide kanten een halve mijl afstand. Beiden hebben bevestigd ons te hebben gezien en manoeuvreren aandachtsvol langs ons heen. Misschien is het ook wel lekker om deze vriendelijke reuzen straks om ons heen te hebben, bedenk ik, voor als we rond eind februari door de Golf van Aden gaan. Dat blijft toch een spannend stukje. We hebben bij vertrek uit Phuket een stowaway gekregen. Een gekko die hier af en toe de boel op stelten zet. Gekko Gerritje. Hij is slechts 10 centimeter lang maar acteert met groot effect. Zoals die keer dat hij geheel onverwachts op m’n blote borst sprong tijdens het tanden poetsen. Liet zich vallen vanaf het badkamer plafond. Koud en kleverig plakte hij op m’n warme vel. IIEEKKK!! De kapitein kwam me redden na m’n gegil maar de stouterd was al via m’n schouder, rug en bil weggerend. Glipte veilig onder de vloer via een kier achter de wc. Niet voor 1 gat te vangen. Af en toe laat ik n stukje tomaat of n rijstkorrel voor Gerritje achter bij die kier in de badkamer. Goedmakertjes. Ik had wel overdreven hard gegild (omdat ik dacht dat hij een enorme spin was). Vroeger brachten wereldzeilers heel doelbewust één of meerdere gekko’s aan boord, als remedie tegen kakkerlakken. Die viezerds hebben we gelukkig nooit aan boord gehad. Kleine vliegjes en af en toe een mier hebben we wel. Of hadden we wel. Sinds Gerrit er is geen vliegje of mier meer gezien eigenlijk. Met de CathayOz is het goed opvaren. Soms zijn we elkaar even een halve dag of halve nacht kwijt. Elke boot vaart tenslotte z’n eigen snelheid en z’n eigen prettigste koers op de wind. Maar eenmaal uit het oog verloren maken we er een leuk spelletje van om elkaar weer op te snorren. De maritieme variant van verstoppertje spelen, gevolgd door tikkertje (met in acht neming van een halve mijl afstand). Spelevaren en 2 x daags even palaveren. Ondertussen heeft de kapitein een nieuw record geklokt: 180 zeemijl in een etmaal. Ruim 300 kilometer. Wauw! Soms vliegen we met 10 knoop door t water op het gereefde zeil. Haast is niet de bedoeling maar t waait nou eenmaal flink. De zeeziektepillen werken prima. De dagen rijgen zich aan een. De mijlen ook. Als we over een paar dagen het anker uitgooien op Male, de hoofdstad van de Malediven, hebben we alweer 3000 (!) kilometer huiswaarts gevaren. De kapitein inspecteert Zwervers tuigage dagelijks. De dag voor de overtocht had ik hem nog even de mast ingedraaid. Dat bleek niet voor niks. De tuigers van Rolly Tasker hadden 3 essentiële splitpennen niet in de wandspanners van de verstaging geplaatst!! Dus deed de kapitein dat grommend zelf, maar z’n vertrouwen in de tuigers was beschadigd. Dat nodigde uit om overál een extra kritische blik te werpen. Na 2 dagen op zee wilde de kapitein de mast alweer in. Liggend op het dek met z’n verrekijker had hij losse schroeven ontdekt in twee zalingen. Donders!! Met Zwerver op autopiloot draai ik de kapitein omhoog. Een first: de mast in op volle zee! Het schommelt flink daar boven. Arendsoog krijgt gelijk: 1 schroef zat los, de andere is reeds verdwenen! Dus weer naar beneden, juiste schroef pakken en nogmaals omhoog. Mijn spierballen protesteren maar je doet er niks aan. De nieuwe verstaging maakt een onbekend geluid. Een soort geploink. Ook daar moet nog naar gekeken worden. Vaster gedraaid worden, denken we. Rolly Tasker krijgt zeker nog een brandbrief van ons. De kapitein heeft als motto: Het is pas goed als het goed is, en pas af als het af is. Krijg daar maar eens een speld tussen. We plukken elke zeedag. Tussen het zeilen door kletsen en lezen we. Doen ook regelmatig een spur of the moment impressie van het programma ‘Maestro’. Onder t mom van het reactievermogen testen. Ik geef met 2 wijsvingers een maat aan en de kapitein barst accuut in spontaan klassiek gezang uit. À la oh-solomio. ‘Random!’ zouden onze kids zeggen. ‘Melig’, zeggen wij. Het weer is al dagen grijs en bewolkt. Wel droog en warm. Veel wind nog steeds. De 24 knoop wind verwordt soms tot 40 knoop in een nachtelijke squall. De kapitein dealt er mee en ik snurk gewoon verder. Dat is het voordeel van 40.000 mijl ervaring op de klok. Zwerver heeft gewoon de zevenmijlslaarzen aan. Inmiddels 2 reven. Net m’n mooiste brood ooit gebakken. Had zo bij bakker Overzet in de winkel gekund. Ambachtelijk gekneed, uurtje laten rijzen, nog een keer gekneed en 45 minuten gebakken. Precies als we willen aanvallen op onze überverse boterhammen met kaas en tomaat, komt er weer een onverwachte lel van een golf de kuip in gekruld. Hij spat met geweld over ons uiteen. We zijn net te laat om ons bord te redden. Alles kledder! Gelukkig is de bevoorrading op orde. Ik beleg crackers met de droog gedepte plakjes kaas. Zeezoutig smaakje maar kan prima. Blaas er nog even op naar goed gebruik. Morgen wel weer een nieuwe poging tot een halfje wit. Niet alleen honger maakt rauwe bonen zoet ontdekken we. Een stevig doel ook. Oost, West en zo. ——— Laatste nacht voor aankomst op de Malediven. Rustige zee, wind in de rug. De bewolking is opgeklaard en er staan een miljoen sterren aan het firmament. De nacht is zo allemachtig mooi, dat we allebei opblijven. De Malediven komen na vannacht pas op t allerlaatste nippertje in zicht, want het ligt maar 1 meter boven de zeespiegel. De Malediven liggen over 25 jaar voor 80% ónder de zeespiegel heb ik gelezen. Het toekomstige Atlantis. De volgende generaties zeilers zullen hun boot kunnen ankeren boven het dorpsplein van Male. Zullen kunnen snorkelen door de verdronken straten. Opwarming van de Aarde. Griezelig dichtbij. …..Nachtelijke kopjes koffie, koekjes, lollies. Dij aan dij. Stilletjes filosoferen. Sterren kijken. Een stralende nacht. Samen zwijgzaam. Zegeningen tellend. Dankbaar. Vol verwachting klopt ons hart voor onze volgende bestemming …. 24 uur later: Ahem. We liggen op de aangegeven plek om in te klaren. Er staat hier 4 knoop stroming, we trekken aan t anker en kanoën is onmogelijk. We liggen onder de startbaan van het lokale vliegveld en elke 10 minuten hangt er brullend een vliegtuig in de mast. Uitzicht op hoge flatgebouwen. Heel veel lélijke hoge flatgebouwen. Speedboot-taxi’s scheren continu rakelings langs Zwerver. Op luttele meters afstand. Ondertussen giet het pijpenstelen. Zo zie je maar weer. Sommige bestemmingen zijn in gedachten mooier dan in het echt. Morgen krijgen we onze paspoorten terug van Border Control. Kunnen we daarna op zoek naar ‘het niet-échte Malediven’. Dat van die fraaie plaatjes in de boeken. Uitdaging geaccepteerd natuurlijk. We hebben hier 4 of 5 week om ‘off the beaten track’ te vinden. Maar voor nu een hele grote borrel om de anti-climax even af te schudden!
door duda-wsm 6 januari 2023
4 januari 2023, James Bond eiland Shaken, not stirred.  Ik glijd in m’n kano door een magisch grottenstelsel. Magisch maar ook een beetje eng. Een labyrint oftewel een doolhof. Ik ben op zoek naar een Hong in de krochten van deze berg. Een Hong is het Thaise woord voor een afgesloten kamer in een berg. In dit geval een verborgen kamer in deze berg op zee. Van buitenaf slechts toegankelijk voor de kenner of de doorzetter. De avonturier in mij voelde zich aangesproken en sprong in haar kano. Op zee staat 20 knopen wind maar ik zit inmiddels in de windstilte van het binnenste van de berg. Ik peddel door nauwe spelonken en lage grotten op zoek naar openingen. Let goed op waar ik ga. Probeer mentale aantekeningen te maken. Sommige doorgangen zijn zo krap dat ik achterover moet liggen in m’n kano. Met m’n handen wandel ik over het ‘plafond’ om überhaupt nog vooruit te komen. Het plafond bestaat uit zwarte rots en scherpe witte schelpen. Op 30 cm van m’n neus. Als ik uit een nauwe tunnel glijdt, zie ik opeens loodrechte wanden, zeker 100 meter hoog en boven me een koepel van blauwe lucht. Wauwww… ik heb de Hong gevonden, ik bén er!! De geopende ruimte voelt net zo indrukwekkend en groots als een kathedraal. Er hangt een vergelijkbare stilte. Het water is melkachtig groen en rimpelloos. Enerzijds is het hier sereen, anderszijds is het een beetje unheimisch. Het is bizar om in dit stille troebele water te vertoeven. Ik laat het op me inwerken. Kijk m’n ogen uit. Even zie ik in een half drijvende boomstam een loerende krokodil, maar dan herpak ik mezelf. Geen krokodillen hier. Punt. Maan mezelf tot rust en overzicht. Mn aandacht wordt al gauw weer gevangen door de absolute zeldzaamheid van mijn omgeving. Met open mond peddel ik voort. Ik ben in een verborgen paradijsje beland, wég van de bestaande wereld. Weg van tijd. Ik wist dat deze berg, Ko Hong, bekend stond om z’n magische binnenste. De hele dag zagen we vanaf Zwerver hoe hier toeristen aangeleverd werden die vervolgens werden rond gekanood door lokale gidsen. Pas na 17.00 uur was iedereen vertrokken en sprong ik in actie. Stiekem verlangend om de unieke plek helemaal voor mezelf te hebben. Nu is t gelukt. Hong zélf gevonden! Trots! Dan zie ik nóg een spleet in een rots. Ik wurm de kajak er in. Glijd en schuur door de opening. Alles is stikdonker. Wandel weer met m’n handen boven m’n gezicht over een schelpen-plafond. Kom uit in een twééde Hong, het licht van hoog boven is betoverend als het op me valt. De tweede Hong is nóg stiller. Het water is ook melkachtig en lijkt lichtgroen op te schijnen. Ook dit 2e binnenmeer wordt omringd door loodrechte rotsen, half begroeid, wederom minstens 100 meter hoog. Alleen wie over dit eilandje zou vliegen zou wéét hebben van deze Hongs, maar voor de rest van de wereld is het absoluut verborgen. Vogels zetten het op een gekwetter als ze me zien (of horen) aankomen in hun verborgen oase. Ze klinken extra luid, alsof het hier lichtelijk echoot. Het is windstil, zo diep in de berg lijkt de wind geen vat te hebben. Ik bevind me in een vergeten paradijsje met druipende wanden. Stalactieten en stalagmieten ontmoeten elkaar. Al duizenden jaren zo te zien. Ik ben vol ontzag voor deze plek. Drijf stilletjes rond en beweeg me niet. Wie niet weg is, is gezien. Neem alles goed in me op. Geniet van het tijdloze. Van het magische licht. De muren zo onbegaanbaar, zo hoog en statig. Van m’n leven nog nooit zo iets gezien. Een verborgen vallei. Zowel een hof van Eden als een …. ik kan er even niet op komen… Een paar minuten later springt het juiste woord spontaan omhoog: Gevangenis! … Schelpen op het plafond…Mijn wandelende vingers boven mijn gezicht… Als het water nog iets verder stijgt dan kan ik niet meer terug, dan zijn de nauwe doorgangen afgesloten! En 100 meter hoge stijle wanden. Geen ontsnappingen mogelijk. Aii Aii!! Deze Hongs slúiten zich bij hoog water! Dáárom moeten alle toeristen er uit zijn om 17.00 uur!! Opeens heb ik haast. Voel me dom dom dom. Bonzend hart in m’n keel. Met vliegende vaart kajak ik terug naar de spelonk waar ik uitkwam. Welke opening was het ook al weer!? Dit piepkleine openingetje? Alles lijkt opeens op elkaar. Is het water zakkend of stijgend? Geen idee, en neem niet de tijd om het te onderzoeken. De opluchting is groot als m’n weg uit de 2 Hongs vind. Inmiddels neus aan neus met het plafond. Stijgend water dus. Mijn behendigheid in de kano wordt grondig getest. Mijn onverschrokkenheid ook trouwens. Pas als de wind en stroming weer aan m’n kajak trekken, voel ik me weer helemaal senang. Bereik Zwerver met krachtige slagen van m’n peddel. De kapitein is blij verrast mij alweer te zien. Had me nog niet terug verwacht. Ik ben nog geen uur weggeweest volgens hem, maar voor mijn gevoel was het veel langer.. Was het dus toch een plek waar de tijd stil stond….(zij het het opkomend water niet…. ) De kapitein had voorlopig dus nog geen alarm geslagen. Ben blij dat ik niet hoef uit te vinden hoe een pikdonkere nacht in een afgesloten Hong voelt. Dobberend in m’n kano. Voel me alsof ik de lotterij heb gewonnen. In het ontdekken van èn het tijdig ontsnappen uit de Hong. Ben even helemaal klaar met Hongs. —- —- —- We toeren wat verder rond. Kijken onze ogen uit. Vinden een mooie ankerplek op een paar honderd meter van James Bond eiland. ‘The man with the golden gun’ is hier opgenomen. Roger Moore, 1974. We hebben magnifiek uitzicht. We lezen, luieren en lummelen. Deze drie L’s bevallen prima. Overdag is dit hele vaargebied een circus ten top. Zowel bij de Hongs, als bij James Bond eiland. En alles er tussen in. Prachtige snoeren van eilanden. Zo ver het oogt reikt. Allemaal groot, stijl, groen en indrukwekkend. Om ons heen zijn voortdurend tientallen ex-vissersbootjes, nu ingezet om toeristen rond te varen. Longtails heten ze. Vernoemd naar de lange ‘staart’ van een benzine motor op een hele lange stok. Lijkt op een grote staafmixer. Vrrrroemend scheuren ze over het water. Wij negeren ze. We zijn blind voor drukte en doof voor lawaai. Pas als om 17.00 uur elk gebied verlaten is, komen wij onderzoekend van boord. Zo ook bij James Bond eiland. Met biertjes en chippies in een linnen tas lopen we er rond, op zoek naar een picknick plek. Er liggen hier miljoenen voetstappen van toeristen. Er staan hekken en er hangen borden. Kraampjes puilen uit met tierelantijnen. WC voor 50 cent. Bleh! Het haalt alle authenticiteit van het eiland weg. De iconische James Bond rots staat stoïcijns rechtop. Op z’n steeds dunner wordende, afkalvende poot. Een rots gegijzeld door z’n ‘moment of glory’ in de 007 film. Sindsdien is hij geen geologisch wonder meer maar een saaie selfie-spot. Veel omringende eilanden zijn mooier. Authentieker. Imposanter. Kolossaler. We maken na 10 minuten rechtsomkeert en gaan met het bier en de chippies bij een bevriende boot langs, die naast de onze ligt. Vieren spontaan oudejaarsavond een dag te vroeg met deze buren. De wijn doet zich voor als martini en vloeit rijkelijk. Shaken, not stirred. Op de écht laatste dag van het jaar gaan we keurig om sailors midnight naar bed. Miss Moneypenney heeft nog n beetje hoofdpijn van gisteren. De dagen rijgen zich aan een. Prachtige baaitjes, beetje zwemmen, beetje brood bakken. Op 2 januari blijf ik er bijna in. Een lui gegeten half gekauwd zilveruitje schiet in m’n keelgat. M’n verkeerde keelgat. Luchtpijp. Wil niet meer voor of achteruit. Met ogen als schoteltjes sta ik panisch naar adem te snakken in de kuip. Pas als ik hartgrondig overgeef (op de kapitein z’n voet) komt er wat respijt. De schrik blijft 2 dagen hangen. De kapitein vertelt later dat zowel de heimlich manoeuvre en een tracheotomie op t punt stonden te worden uitgevoerd. Hand reeds op t zakmes. Mijn eigen James. Niet voor een kleintje vervaard. —- —- —- —- Volgende eiland. Phi Phi eilanden. The Beach is een film uit 2000. Leonardo diCaprio zette de Phi Phi’s op de kaart. We zijn nu toch in de buurt, dus wil ik dit wonder wel eens van dichtbij zien. De kapitein is keen to please. Ik vraag, hij draait. Aan de lieren dan. Het wordt een mooie tocht op een rustig zeetje. Dichterbij gekomen worstelen we ons door het circus van longtail boats. Pas om 17.00 uur zijn wij weer aan de beurt, weten we inmiddels. We wachten geduldig op een boei en grijpen de eerste. Niet de beste. Hij ligt mídden in het circus gedruis. Ik pak m’n kano en peddel naar de Thè Beach, wég uit de gekte. Ik glijd soepeltjes over een lijn met boeitjes. Voorbij de boeitjes is leger dan leeg in deze baai. Wát een pláátje. Het water is glashelder, het koraal is groot en stralend. Kleurrijk en springlevend. Veel verschillende vissen. I it!! Vijf minuten later word ik in m’n kraag gegrepen en uit m’n kano geplukt door de maritieme politie. Alles voorbij de boeitjes is ábsoluut verboden terrein, want dit koraal is pas enkele jaren geleden nieuw aangeplant! Geen mens mag hier zwemmen, snorkelen, varen of wat dan ook. Ze zijn streng. Ik mag kiezen tussen 10.000 Thaise baht boete of wegwezen. Ik kies het laatste met veel gekowtow van kap-kun-kááá. (Dankuwel). Wauw, een aangeplant koraal, that’s amazing!! Nog nooit eerder van gehoord! Eerbiedig peddel ik lichtjes naar Zwerver terug. Aanplanten van koraal is perhaps the way to go! Wauw!! Dan zie ik een Nederlandse boot liggen. Peddel even langs om ‘hoi’ te zeggen maar zit al snel gezellig in de kuip. De kapiteinse is óók een Astrid. Onder het genot van een biertje zien we de zon zakken. Ze zijn al sinds 2004 (!!) met hun Gaia op pad. Gaia betekent Moeder Aarde. Gaia is hun thuis, in beide betekenissen: schip en wereld. Beetje werken, beetje zeilen, beetje duiken, véél leven. De kapiteins sluiten zich even later bij ons aan. Vier zielen, voor één avond vrienden. Één stel dat hun rondje wereld wil afmaken om thuis te komen. Één stel dat de hele wereld als hun thuis beschouwd en dus geen noodzaak zien hun rondje af te maken. We luisteren en vertellen. Onze verschillen zijn kleiner dan dat wat ons verbindt: zout bloed, zout leven. Het is een fijne avond. —- —- —- —- Een nieuwe dag, een nieuw eiland. De 3 L’s van lummelen, luieren en lezen staan nog steeds hoog op ons lijstje. We proberen nu het circus te ontlopen. We proberen aan de longtail-highway te ontsnappen. We zoeken naar vergeten baaitjes, wég van het toerisme. Na een paar uurtjes onder zeil hebben we beet. We vinden een paar zeilboten lui dobberend aan hun anker. Voor de rest geen teken van leven. Het eiland staat ook nergens om bekend. Perfect! Wit strand, helder water. Meer hebben we niet nodig. Zwerver gooit z’n anker over boord. Wij springen er achter aan. De kapitein en ik voelen ons weer frank en vrij, fris en vrolijk. Deze dagen van uitrusten en spelevaren langs de Hongs, James Bond eiland en The Beach is als een medicijn voor onze ziel. Het doet de Zwervers herrijzen. De zilveruitjes blijven verbannen. En ditto is Hongs verkennen bij opkomend tij. We zijn genoeg shaken not stirred voor nu. De Indische oceaan en de Malediven wachten. De 10e vertrekken we. Mits het weer goed is uiteraard. De Duracell is weer bijna vol!
door duda-wsm 6 januari 2023
25 december 2022, Phuket Gelukkig 2566!!! Zwerver is áf!! Alles is gelakt en glimmend. De zeilen zijn weer aangeslagen. En wij niet langer. Alleen de water tanks nog uitschrobben en volgooien en dan trossen lós! Voor de gelegenheid laat ik mezelf ook lakken door 2 Thaise dames. Verwennerij! Twee uur later zijn mijn handen en voeten poezelig zacht en de nagels kerstrood. Nog een vleugje lippenstift (bewaard in de koelkast) en voilà, ik ben ook af . Mooie nagels zijn gelijk een excuus om de komende weken geen vieze klussen meer op me te nemen. De kapitein heeft z’n vieste klusje al gehad. Liet z’n inbussleutel vallen in de anker kettingpijp. Geen man overboord zou je denken. Gewoon even anker laten vallen in de haven en 50 meter ketting er achter aan. Inbussleutel pakken, klaar. Helaas kwam bij het ophalen van de ketting ook 50 meter inktzwarte giftig uitziende modder mee omhoog. Glibberig en olie-achtig. Het spetterde alle kanten op en beet in het dek. De waterslang er bij en flink schrobben. Toen het dek weer redelijk schoon was gebeurde nog geen kwartier later hetzelfde. Wéér 50 meter inktzwarte modder klodders op het spiksplinternieuwe dek bij het hoog halen. Ditmaal niet meer schoon te krijgen, ook niet na een half uur sproeien en boenen. De bommen en granaten waren niet van de lucht! #!%*!!! Als een eerste krasje op een nieuwe auto. Zwerver is dus gedoopt in inkt. Heeft stoere tatoeages die langzaam verbleken in de zon. De maagdelijkheid is er af. Misschien maar beter zo. De pronk fase is over en er mag weer geleefd worden. Sinds Sint en Piet op bezoek zijn geweest hebben we hernieuwde energie. Wij waren de draad even kwijt, zij reikten de draad weer aan. Sindsdien zit ie weer stevig in onze knuisten. Nou ja, draad. Eerder de schoten, vallen en lijnen. Alles is ingeschoren en klaar voor de Indische Oceaan. We hebben een visa-run gedaan. Op en neer vliegen naar Kuala Lumpur voor n nieuw stempel in ons paspoort. Het biedt 30 dagen respijt. We hebben nu plenty tijd om op ons dooie akkertje te ankeren in de vele mooie kleine baaitjes van Thailand. Luieren, niks doen en een beetje poedelen staat hoog op ons lijstje. En… kanoën!! De kapitein heeft mij verwend, ik ben zo blij als n kind. Alsof ik m’n eerste fiets heb gekregen! Ben er niet uit te slaan. Ik peddel alle kanten op, voel me kapitein van eigen schip en knoop gezellige praatjes aan met iedereen vanaf het water. Zalig! Dus oprecht een zalige kerst. Sinds een week lopen we niet meer op onze tenen. (Mag ook niet, ze zijn nu glanzend rood). We hebben lang genoeg op onze tanden gebeten. In mijn geval op de kiezen blijkbaar. Mijn sluimerende kiespijn bleek een gespleten kies te zijn. De tandarts alhier was reuze streng. 40 minuten van zeg eens Aaaa. Zonder even dicht te mogen doen. M’n tong werd bevochtigd met een water druppelend wattenstokje en that was it. Als ik een geluidje maakte om kenbaar te maken dat mn kaken even wilden stoppen, kreeg ik ‘NO!’ te horen. (Dan weet je weer wat je thuis hebt!) Lag te kronkelen in de stoel met uitpuilende ogen van ongemak. Maar… de noodoplossing is geplaatst. Nu maar hopen dat t houdt op zee. Anders krijgt de waterpomptang nog een onvoorziene taak. Onder onze mini kerstboom liggen 2 cadeautjes. Traditie is belangrijk, dus beiden krijgen we een nieuw boek met de kerst. Zelf uitgezocht deze keer. Die van de kapitein gaat over de Cuba Crisis in 1962. Hij is er helemaal mee ingenomen en bladert verlekkerd. Die van mij gaat over tijdreizen. Diana Gabaldon is een geweldige schrijfster in dit genre. Haar boeken zijn net professor Barabas z’n teletijdmachine. Thailand’s jaartelling loopt 543 jaar voor op onze 2022. En in 2019 zijn we al een hele dag kwijtgeraakt bij het passeren van de datumgrens. Dus tijdreizen doen we al. In boeken kijk ik graag terug, want in het echte leven kijk ik graag vooruit. Blik op de Indische Oceaan, naar de Malediven, naar de Rode Zee en het Suez kanaal. En dan op hús an. Zwerver 1.2 is er klaar voor en de Zwervers ook. Vanuit Phuket wensen wij iedereen een hele fijne kerst en een heel gezond en gelukkig 2566! Mogen al jullie dromen werkelijkheid worden. Wij leven de onze weer verder.
Share by: