3 December 2023, Phuket
Aaaargh!
Een donkere wolk had zich boven mijn hoofd samen gepakt. Geen regen deze keer, tenzij je de zelfgemaakte variant meetelt. Opeens was het allemaal too much. Maanden van lots of work en no play. Toen het aan boord Zwerver allemaal begon samen te komen viel ik uit elkaar. Natte wangen.
De kapitein is voorstander van evenredige aaien over de bol en bij het nekvel pakken. Met deze duale aanpak kwamen we verder. We moesten eerst onze vinger op de pijnplek leggen. Heimwee. Moe. Op. Daarna gebruikten we de vingers om de weken af te tellen.
Nog 2 vingers voor we te water gaan. Nog 1 vinger om de laatste dingetjes aan boord af te maken. Een laatste vinger van rond cruisen en de mooie plekjes van Phuket te verkennen. En dan…. De oceaan op!! Ein-de-lijk!
We hebben nog niks gezien van Phuket. Behalve de chandleries en verf- en ijzerwaren zaken. De taxi chauffeur die ons rondreed keek naar YouTube filmpjes tijdens het rijden. Lachte hard om domme dingen. ‘Niet handig’ zeiden we. Better out!
‘No!, zei hij stevig terug, ‘want anders val ik in slaap!…’ Hmmm…. met samengeknepen billen achterin zagen we de vele brommers met hele gezinnen erop voorbij slingeren. Vier of 5 mensen per brommer is geen uitzondering. Elke week staat de krant dan ook bol met fatale aflopen. En onze chauffeur -met lucifer houtjes- verkneukelde zich ongegêneerd over kattenfilmpjes. Bizar!!
Bij de ijzerwaren zaak vind ik een tand-poeder. Een soort schuurpapier zonder papier. Het intrigeert dus gaat het mee naar huis. Binnen 2 weken heb ik een stralend wit gebit. Héb ik eindelijk een Prodent smile, is het lachen me totaal vergaan. Slechts de boer met kiespijn laat zich af en toe zien. Zonde!
Een wandeling door t oerwoud heeft me bij de Black Dog weggetrokken. Ik sloot me aan bij een expat dames wandelclubje. Sporadisch vertier. Eééventjes in het gezelschap van andere vrouwen vertoeven, daar had ik zo’n behoefte aan. Even chillen.
Nu wist ik alleen niet dat deze vrouwen triatlon atleten waren. En achteraf de stoerste vrouwen bleken die ik me kon bedenken. Na een hartelijk welkom liepen we de jungle in. Nauwelijks 10 minuten later kwamen we een enorm lange groene slang tegen. We struikelden er bijna over.
Aaah, riep iedereen verheugd: ‘een giftige viper, wat moooooi! We are so lucky to see him!!’
Pardon, lucky? Mooi!? Hoorde ik viper? Giftig? Wat een lel van een beest! Gifgroen. Terwijl ik nog aan het bijkomen was van de schrik doken de vrouwen het struikgewas in, trapten een pad waar geen pad was, en slingerden achter elkaar aan de berg op. Struikgewas tot aan onze oren. Boven ons de dichte kruinen van eeuwenoude bomen.
Boom, blad en lianen in vele varianten van de gifgroene kleur van het beest op ons pad. Perfecte schutkleuren voor engerds in de bosjes. ‘Ehh, zei ik met enige drang, hier zitten toch slangen!? Dit nieuwe pad banen lijkt me dan vooral niet handig, want je kunt niet zien waar je je voeten zet!!’ Ik kreeg geen antwoord behalve dat ik ook uit moest kijken dat er niks uit de bomen naar beneden viel…
‘Eh….hebben we antigif bij ons dan?’ Mijn vraag kaatste tegen de rug van de vrouw voor me. No, ofcourse not, hoorde ik. Maar tart het noodlot niet door er over te beginnen!’
Uh. Okay….. Ik had A gezegd en B moest wel volgen want was de weg al kwijt. En in m’n uppie terug leek me ook niks.
Hijgend vervolgde ik het door hen gekliefde pad. Kilometer na kilometer. Met droge tong op de bibberende knieën. Op sandalen en in korte broek. Jaloers op de dichte schoenen en lange broeken van de anderen. Op enig moment verdwaald. Nog steeds met z’n achten gelukkig. Met niets dan oerwoud om ons heen. Geen signaal. Lege waterfles. 10 kilometer later had de hoofdvrouw ons terug naar de bewoonde wereld geleid. En met de komst van mijn opluchting bleek ook mijn wolk verdwenen.
‘Ik had het loodje wel kunnen leggen!’ zei ik met gevoel van dramatiek tegen de kapitein. Pakte dankbaar m’n trouwe schuurapparaat op. Beter de laatste loodjes uitvoeren dan het loodje leggen. En zo blies de wolk over. Relativeren is een kunst. Met dank aan het serpent.
Het dek is af. Een absolute beauty. Alle verstagingen zijn nieuw en komen er samen met de mast over 1 vinger weer op. Er was een scheur ontdekt in een verstaging bevestiging. ‘You had an angel on your shoulder!’ zei de rigger en schudde z’n hoofd. ‘Dit type scheur zien we eigenlijk alleen als de mast al overboord is gegaan!…’
De plafonds zijn er uit. Binnen in Zwerver is het een chaos. De kussens liggen overal. Alles ligt overal. Met elke ademteug hap je zaagsel. De bedrading is aangepakt, alles aangepakt. Van nieuw matras, bimini en sprayhood tot gereviseerde motor, autopilot, Watt & Sea en nieuwe verstaging en verlichting. Al het houtwerk buiten is af en binnen nog een work in progress. De lijst van ruim 100 (!!) dingen op onze kluslijst is vrijwel helemaal afgestreept. Slechts nog n stuk of 10 dingen te doen. Alles wat niet-dek is hebben we zélf gedaan. Samen zijn we 15 kilo afgevallen in deze weken. We hebben een weegschaal om de gasflessen te vullen, dus dit is geen gegist bestek.
We slapen als rozen. Meestal voor 9 uur in bed. Voor voetballend Nederland maken we een uitzondering, maar redden het eindsignaal meestal niet.
Wij hebben ons eigen eindsignaal, en dat is dus inmiddels op 4 vingers af te tellen. Want wie À zegt, zegt B. De B van balen en van bleh. Maar ook de B van bijzonder. Van beweging. Van bovenop zitten. Van bijna. Bijna-bijna is ons toverwoord. Een totále refit in 12 weken.
Bloed, zweet en tranen. Allemaal zijn ze voorbijgekomen. Zweet verreweg het meest. Ons DNA druppelde op elke vierkante centimeter van Zwerver in deze Thaise hitte. Samen één. Nog meer dan eerst.
Van À naar B naar Z. De kapitein’s belofte aan Zwerver is ingelost. Een man een man, een woord een woord. En achter hem een vrouw op haar tandvlees.
Van Zielige Zwerver naar Zwierige Zwerver.
Ziezo.