28 Juni 2022, Cairns
Zondagmiddag 3 uur. Met n luie zucht gaan we te kooi. We zijn al bijna vertrokken als ons hoofd het kussen raakt. Heeft vast ook te maken met onze heerlijke lunch met 2 wijntjes van daarnet. De kapitein pakt er nog een boek bij, maar is na enkele minuten al onder zeil.
Cairns is een mooie stad. De stukken bij de haven en bij de boulevard zijn briljant, daarachter wordt het heel gewoon. (Klinkt verwend, maar dat zijn we inmiddels ook een beetje). Prachtige boulevards met ongelofelijke bomen. De wortels groeien als een rokje naar beneden vanaf halverwege de stam. Of de wortels groeien vanaf de kruin naar beneden, met veel van die Tarzan lianen er aan. Linksom of rechtsom, de bomen zijn hier zéker absoluut briljant!
Aan, maar vooral ín, de boulevard ligt een zwembad verhuld. Super mooi gedaan en heel uitnodigend. Toute Cairns springt hier gratis en voor niets in het water. Wij springen in het reuzenrad. De zee heeft een groot getijde verschil en doet aan als het Wad. Soms een kilometer modder bij laag tij. Vandaar het mooie zwembad in de boulevard. Ook geen rare kwallen en haaien, wel zo gezellig. Gespierde baywatch types houden een oogje in het zeil.
We kunnen ons wel voorstellen waarom mensen verliefd worden op dit land. Je leeft echt buiten. Er zijn veel grote picknick plekken. Overal staan barbecues, een soort gemeentelijke outdoor-keukens. Je drukt op n knop, gooit er een pas gevangen vis op, aanvallen. Er wordt veel gebruik van gemaakt.
Er hangt een wereldkaart naast de barbecues. Australië staat niet rechts onderaan zoals wij de kaart kennen. Australië is hier het centrum van de wereld. Super centraal gelegen!
Er zijn hier veel aboriginals op straat. Veel meer dan elders. Ze zien er uit alsof ze los van de tijd staan. Hun look is zo authentiek dat niemand ze ooit zou verwarren met mensen van een andere etnische oorsprong. Ze vissen naar krabben met een touwtje of hurken in zee, de modder met blote handen omwoelend naar schelpen. Even spoelen en op naar de barbecue. Nog steeds jager-verzamelaar inborst.
Vaak zitten ze onder een boom om te chillen. Of dansen onder een boom op muziek die alleen in hun hoofd afspeelt. Niet gehinderd door kijkers. Veelal gaan ze blootsvoets. Altijd in gezelschap van andere aboriginals.
Ik heb geen énkele oorspronkelijke bewoner gezien die in wit gezelschap vertoefde. Dit lijkt op zelfverkozen segregatie. Niet opgelegd natuurlijk, maar alsof ze heel bewust de westerse bevolkingsgroep negeren die het hun voorouders moeilijk gemaakt hebben. Long memory. Een soort trouw aan ancestors die zo lang geleden zo lang hebben geleden onder de witte nieuwkomers.
Aboriginals leven aan het randje van de maatschappij. Hún Australië ligt nog wel rechtsonder op de wereldkaart, ver weg van alles. En zo zetten ze hun bestaan voort. Ook geen enkele mix-relatie gezien met mooie cappuccino kleurige kindjes als resultaat. Nul. Paralelle samenlevingen zonder overlap. Beide groepen deel uitmakend van hun eigen clan, hun eigen tribe. Blind voor elkaar.
De stad rond de haven is zoals gezegd prachtig maar meestal vertoef ik op het industrie terrein. De ship-chandlery is 4 kilometer van de haven. Belachelijk! Zo sjouw ik dagelijks op en neer. Soms met 4 meter wc slang om m’n nek.
De kapitein ploetert voort met de wc. Heeft zich er in vastgebeten en laat niet meer los. Nét als ik overweeg om de kantjes er van af te lopen en iets leukers wil doen, zie ik poep aan de kapitein z’n oor. Aandoenlijk. Iemand met zoveel toewijding, daar moet je voor paraat staan. Eérst koffie, dan loop ik wel weer terug voor de volgende boodschap.
Er ligt een theelepeltje op een papiertje op het aanrecht. De kapitein, vies, bezweet en stinkend, gebogen over de wc, roept dat ik daar even géén koffie mee moet maken. Hij moet namelijk eerst even flink afgewassen worden alvorens hij terug mag in de la. Huh!? Ik heb niet al te veel verbeeldingskracht nodig om het verhaal er achter te bedenken. De oude wc slang ligt verdacht uitgehold in de kuip. Hier ligt geen lepeltje hoor, zeg ik tegen de kapitein’s rug, en werp m met een boog in de plomp. Getver!!
De schipper van zeiljacht Ikanoo is ook een Hans. Hij had op FB gelezen dat deze Zwervers zonder gas zitten en komt zijn hulp aanbieden. Waarom een hongerig iemand een vis geven als je hem kunt leren vissen, moet de sympathiekeling hebben gedacht. Hij stapt aan boord met een glimlach en verzoekt een weegschaal. Die hebben we niet maar mijn benenwagen is gewillig.
Hans zet na mijn zoveelste kilometers de weegschaal op het dek. Zet de lege tank er op. 6 kilo. Hangt een volle tank gas aan de mast, sluit een slangetje tussen beiden aan. Langzaam druppelt het Australische gas in vloeibare vorm naar de lege Europese tank. Dit gaat door tot de lege tank 10 kilo weegt. De Hansen kijken elkaar blij aan. Gelukt!!
Na een halve dag overgieten heeft Zwerver weer 3 bijna-volle gasflessen! We kunnen weer koken. Dank Ikanoo! Dat verdient een wederdienst. Een gastenvlaggetje van Indonesië. Hebben wij zelf ook nodig, net als buurschip Modesta. De benenwagen wordt weer opgestart en levert 3 vlaggen aan. (Ik voel me soms net Fred Flintstone met die snelle beentjes onder z’n stenen auto).
Als we uiteten gaan lopen we wéér tegen ellenlange rijen aan. Mensen hier vinden het blijkbaar leuk om in de rij te staan, dat kan niet anders. Wij vinden er niks aan in een rij, dus belanden we bij Mac Donalds voor een patatje. Er zitten twee pluizige jongemannen naast ons. Begin 20. Opeens merk ik dat ze (binnensmonds en afgewend) Nederlands praten. Ik begin een gesprekje maar krijg nauwelijks sjoege. Nog net geen rollende ogen naar elkaar. Dan begrijp ik waarom ze binnensmonds praten. Ze wíllen geen Nederlands contact. Ze houden het op ja, nee en amen.
Ook goed.
We nemen ons patatje mee naar buiten en als parting shot zeg ik dat wij uit Friesland zijn komen aangezeild. Dát wekt de nieuwsgierigheid en hun body language verandert accuut. Blijken ze opeens ook volzinnen te kunnen spreken. Keurig gearticuleerd! Ze vonden zichzelf blijkbaar te cool voor deze twee pensionados. Maar opeens bleken we -geheel tegen verwachting in- ook best cool. Haha, dat zal ze leren met hun leeftijdsdiscriminatie! De volgende dag zien we ze op de kade, wijzend naar onze wapperende driekleur. Ze zwaaien uitbundig.
Mijn oude doch briljante zonnebril is verdwenen. Na het douchen in het douchehok. Fris en fruitig terug aan boord bleek ie weg. Mijn trots. Teruggerend maar helaas. Pissig overal gevraagd en gezocht. Nada. Havenkantoor en politie ingelicht. Voor als ie gevonden wordt, mijn bruine Rayban. Zonder zonnebril is het geen doen aan boord.
De Modesta, oftewel ‘onze Oostenrijkers’, blijkt bemand te worden door 2 gepensioneerde opticiens. Der Thomas und die Maria. We lopen samen de stad in en snuffelen alle brillenzaken door. Mijn eerste 10 probeersels worden weggewuifd. Dan wordt het menens. Een opruimingkje uit de dure brillen selectie. Der Thomas geht lös. Pootjes worden vakkundig gewrongen, gebogen en beknepen. De juffrouw in de winkel heeft het niet meer. Dat MÁG niet, roept ze steeds harder. Of gewoon NO!! Maar Modesta’s schipper buigt de pootjes stoïcijns alle kanten op (ook in richtingen die me niet handig lijken) en negeert de juffrouw. Haar glimlach is vervangen door strakke kaken en een streep mond.
Maar 40 jaren brillen betasten laat zich niet verloochenen. (Er zit een belangrijke r in deze zin!) Onze Oostenrijker buigt en kneedt, knijpt en smeedt. Een piloten model met grote spiegelende glazen. Ik heb er niets over te zeggen. Dit is de beste in mijn prijsklasse, punt. Hmm… Niet wat ik zou uitzoeken maar de juffrouw laat ons sowieso niet meer gaan zonder te kopen. En zoveel Oostenrijkse toewijding en professionaliteit is hartverwarmend. Dan maar een piloten-model dat me doet lijken op een bromvlieg.
Der Thomas neemt later gelijk nog even mijn borduurbril onder z’n vleugel. Geen idee hoe hij het doet, maar de pootloze kapotte bril wordt een dag later als nieuw aangeleverd. Een goede buur. Daar kun je wat mee, op zee en op land. Dank Modesta!
We hebben af en toe ‘een sundowner’ zoals dat heet. Alle Indonesië-gangers verzamelen voor een happy hour in een locale kroeg. Bier en wijn, halve prijs, gedurende 1 uur. Lekker borrelen tussen 5 en 6 terwijl de zon in de zee zakt. Hapje er bij, perfect.
Zeilers van de Outer Hebridees hebben een Polynesië catamaran. Een bijzondere combi. Deze cat is met touw (!!) aan elkaar geknoopt naar oud Polynesisch gebruik. De schipper is tig jaar huisarts geweest op dit minuscule eiland. Van bevallingen tot blinde darm operaties, van rotte kiezen trekken tot paardepoot zetten. Huisarts, chirurg, tandarts en veearts in één. Het zijn mooie verhalen van vindingrijkheid in een mini gemeenschap van 1200 mensen vér weg van de rest van de wereld.
De Zweedse boot wordt bemand door vader en zoon. Twee Vikingen. De vrouw des huizes vliegt op hoogtepunten langs om af en toe een stukje mee te varen. Zoals nu.
Een mondige Australiër, type grappigste thuis, vaart met z’n vrienden. Hij hoopt een lieftallige dame op te duikelen tijdens zijn reis. Ze blieft een beetje sterk, stoer en dapper te zijn. En heel lief. Als hij deze vangst gedaan heeft, mogen zijn vrienden weer huiswaarts. Hij heeft hoge verwachtingen van Indonesië en Thailand. Wij ook, maar dan anders.
De Duitsers zijn vriendelijk, netjes en bescheiden. De Hollanders kwekken honderduit, wisselend tussen Engels, Duits en Nederlands. Toch handig. Hollandse Sonja is een aanwinst in m’n kringetje. Kan heerlijk kletsen. Ze heeft 26 jaar achter de kassa gezeten bij Appie. Ze vertelt met ontzettend veel trots en plezier over háár kassa van weleer. 26 jaar aan exáct dezelfde kassa. Haar ogen schitteren aan de fijne herinneringen. Best job ever!
Het laat ook maar weer zien dat je de pot met goud niet (achter de regenboog) gevonden hoeft te hebben om op zeil-avontuur te gaan. Gewoon 3 ingrediënten volstaan om mee te beginnen: lef, moed en zin in avontuur. Sonja heeft dit alles in overvloed. Zij zijn nu 6 jaar op zee met hun Ikanoo en willen gelijktijdig met ons door de Rode Zee. Hun volgende avontuur zit al in de pijplijn. Kris-kros door Europa met een toffe camper. Ze zien er beide geweldig uit voor hun leeftijd. Levensvreugde als elixir.
Aan onze steiger liggen filmmakers. De moderne variant op Jacques Cousteau. Hun boot is zwaar uitgerust met duikspullen en camera’s. YouTube ipv tv. Ze zijn misschien niet zo gezellig-gek als de semi-permanente tipsy sportvissers aan de steiger in Hamilton island (die het Wilhelmus steeds afspeelden als ik langs liep) maar deze buren zijn ook leuk. Ik hou van stoere verhalen van ruige avonturiers.
Het gaat goed met het toilet. En daarmee ook met de kapitein. Perfect is anders, maar dit moet volstaan. We moeten vanaf nu een voet op de wc deksel zetten als we pompen. Anders zuigt ie niet goed aan. Met voet er er op (à la me Tarzan, you Jane) gaat het goed. Het geeft een passend overwinnaars gevoel. We hebben m klein gekregen!
De kapitein klust aan de lier van de fok: ding uit elkaar, in 50 onderdeeltjes, stofzuigen (!?), weer in elkaar, voila, zo goed als nieuw. De kapitein klust aan de gland (nieuwe pakking en klaar). Hij klust aan het papierwerk voor inklaren van Indonesië. Printer inkt is op. Zou ik misschien even…? Natuurlijk!
Yabadabadoo daar ga ik weer! De kapitein werkt en ik vlieg. (Met bijpassende bril).
We zouden vertrekken naar Lizard Island. Waar de draakachtige varanen wonen. De wind pikt echter dusdanig op dat het niet verstandig is te vertrekken. Als 35-40 knopen je overkomen op zee, dan is daar niks aan te doen en vangen we het wel op. Maar om met deze voorspelling de haven te verlaten is niet goed zeemanschap. Dus liggen we ‘verwaaid’ zoals dat heet. De lijnen klapperen en worden extra samengebonden. De boot schommelt in z’n box.
Onze Oostenrijkers móeten vertrekken, anders krijgen ze het nog meer aan de stok met de Australian Border Force. Door de dichte grenzen (Covid) is hun 3 jaar hier verlopen. Ze mogen maar 2 dagen uitrusten per haven. Bah, wat is Australië streng en burocratisch soms. Regels boven veiligheid. Belachelijk!
Onze Oostenrijkers bellen elke dag even. Joekels van golven van 4 à 5 meter. Aan het anker gesleept in de beschutting achter een eilandje. Niet geslapen want steeds uit bed gerold. Bijna niet te doen en al helemaal niet leuk. Sneu!! Wij hadden de ABF gezegd dat ze de boom in konden, de groeten! (Maar iedereen is anders, dat snappen we ook).
Wij hebben opeens geen haast meer. Er hoeft even niks, we kúnnen zelfs even niks. Alle dringende klussen zijn gepiept. We gaan naar een museum. Wandelen. Eten een ijsje. Cappuccinootje. Het is de eerste dag in 2 maand dat de kapitein geen schroevendraaier vasthoudt. Gewoon omdat het niet hoeft.
Drie dagen verwaaid liggen verwordt tot 3 dagen rusten, luieren en niksen. We maken er een feestje van. We zetten de bloemetjes buiten. Dit te veel aan wind is een cadeautje.
Rob de Nijs geeft zijn afscheidsconcert in Ahoy. Ik schrijf Rob een mail. Ahoy vanuit Australië. Helaas kunnen we er niet bij zijn. Maar je bent geweldig en je bent mijn Frank Sinatra, mijn Charles Aznavour, mijn held. Ik laat hem weten dat we ons eigen afscheidsconcert voor hem geven, en dat we alle buren laten meegenieten. Het is een top avond. Ik swing het uit. De kapitein kijkt tevreden toe vanuit de kuip met een glaasje in z’n hand. . De volgende dag blijk ik een nieuwe volger op instagram te hebben! Rob volgt míj́! Ik loop helemaal op wolkjes!
Dochter Ingrid doorprikt deze roze wolk een paar dagen later. Zij is cyber-psycholoog en cyber-ethicus en heeft als Googler verstand van zaken. ‘Sorry to burst your bubble mum….but….’ schrijft ze op de app. Blijk ik door een Nep-Rob gevolgd te worden!!….
Ik draai nog een wasje op ons laatste dagje Cairns. Aan boord heb ik ook een wasmachine maar die vind ik ongezellig. In een haven is ‘the laundry room’ mijn speeltuin. Altijd bedrijvigheid van gezellig kletsende vrouwen, stapels oude boeken, de geur van wasverzachter en een koffietentje in de buurt. Top combi!
Terwijl ik een selectie onderbroeken, t-shirts en handdoeken uit de waszak naar de machine overhevel, voel ik iets hards. Er steekt een pootje uit een pijp.
Een verstekeling in de waszak! Ik joel als ik m’n zonnebril terug zie en de twee dames in het washok joelen mee.
Ik zet m dankbaar op m’n neus en gooi 4 dollar in de machine. Dit roept om koffie met wat lekkers. Ik tracteer! Deze rattenvanger van Hamelen krijgt beide vrouwen mee naar het koffietentje.
Zoutwatervriendinnen voor 1 dag.
YABADABBADOO!!