Hamilton Eiland is als de Tuin van Eden. Alles is mooier dan mooi. Bonte bloemen, tamme wallaby’s, wilde cockatoos, wuivende palmen, mooi zonnetje, lichtblauwe baaien, witte stranden, snoezige winkeltjes, chique restaurantjes, keurig gekamd publiek. Wauwww….
Ik ga helemaal uit m’n dak en ren alle kanten op. Wat is het hier moooooi!! Na een half uur rond huppelen vraag ik iemand waar het centrum zich bevindt, maar daar blijk ik al te zijn. Deze marina met boulevard ís het centrum.
Hoe prachtig ook… na een paar dagen geeft het een iets té aangeharkt gevoel. De restaurantjes zijn maanden (!!) van te voren geboekt. Twee keer schuiven we opgedoft aan een leeg tafeltje, klaar voor een fancy hapje, maar worden we vriendelijk verzocht weg te gaan ‘want we hadden niet geboekt’. Nou ja zeg! De pizza uit een kartonnen doos smaakte wat sneu daarna.
Er mogen hier, à la Vlieland, geen auto’s rijden dus heeft iedereen golfkarretjes. Honderden en honderden. Verheugd probeert de kapitein ook een golfkarretje te bemachtigen maar helaas, ook niet van te voren geboekt, dus….
Na een prachtige wandeling zien we een man, geknield op het wegdek, de kauwgompjes van vandaag met een gasbrandertje van het asfalt afschrapen. Een vrouw veegt aandachtig blaadjes en wallabie keutels van het gazon. Zo blijft Eden Eden dus. De wallabies kijken niet op of om. We koekeloeren naar de jetset huizen. Hoe briljant ze ook zijn -ze hebben een wc tenslotte- we zouden niet willen ruilen. Wij houden van op de bonnefooi binnenwaaien en schrikken niet van een kauwgompje. (Noch van een keutel).
Bij gebrek aan golf karretje nemen we een bus tripje. Van de ene kant naar de andere kant van het eiland is een kwartiertje. Je kijkt je ogen uit bij alle panoramische vergezichten. We krijgen van de buschauffeur het laatste nieuwtje: dáár, in dat geweldig leuke huis met briljant uitzicht, zaten George Cluney en Julia Roberts de afgelopen 3 maand, want dat was de setting voor hun nieuwe film. Ze waren heel gul en gaven vaak een rondje in locale etablissementen.
Poe, moet je wel eerst binnengelaten worden. Zij werden er vast niet niet uitgebonjourd richting kartonnen pizza. We zijn onze eigen George en Julia besluit de kapitein. We maken een fles rood soldaat aan boord en kletsen honderduit in de nacht.
We plannen 2 x het mooiste strand ter wereld dat hier om de hoek ligt, maar ivm aanlandse wind (20-25 knoop) is het niet haalbaar als ankerplek. Dus kiezen we op dag 4 de luwte aan de andere kant, waar de lokale haaien hun favo plekkie hebben. Cid Harbour is een haaibaai in de puurste zin van het woord.
DAAR NIET ZWEMMEN HOOR, horen we steeds. Men ziet ons blijkbaar aan voor die niet al te snuggere types die dat wel eens even willen uitproberen. In de lege baai is het goed vertoeven in eenvoud. De baai blijft echter niet lang leeg. Aan het eind van de dag liggen we er met 30(!!) jachten. Drukke boel. Zal ook met het liggeld van verderop te maken hebben. 170 dollar per nacht.
De bijboot is weer helemaal 100%. Eigenlijk wel 200%, want we hebben m geplamuurd met spul waar normaliter polyester jachten mee gerestaureerd worden. Het werkt als een tierelier! De zeiler met de Gouden Tip kreeg 6 flesjes Heineken als beloning. We zijn er geweldig mee gered. Hij geeft ons een pomp en 3 citroenen mee. Voor als we visje vangen. Mooi volk, zeilers.
De kapitein is gelukkig tot besef gekomen dat het leven meer omhelst dan Fred werkeloos maken. Dus verdeelt hij z’n aandacht keurig tussen Play en Plee. De tweede P laat zich nog immer niet temmen ondanks steeds nieuwe pogingen daartoe. Onze laatste optie is een nieuwe slang kopen in onze volgende stop. Cairns is onze de laatste hoop. (No pun intended).
We lezen veel en speuren naar vinnetjes. Proberen de geplamuurde bijboot uit. Het motortje, dat al jaren bekend staat om z’n nukkige kuren, springt zonder mopperen aan. Na 3 jaar aan de spiegel te hebben gehangen heeft hij blijkbaar (en voor het eerst!) besloten in de samenwerking te gaan. Een laatbloeier maar we zijn er blij mee!
Onze lekkere pasta is gisteren letterlijk en figuurlijk naar de haaien gegaan. Half gekookt was het gas op en in het donker is een gasfles lastig te vervangen. Pan overboord en tosti’s gemaakt. In de ochtend bleek de laatste fles, waarvan de kapitein gezworen zou hebben dat ie nog vol was, ook leeg.
In Australië mogen buitenlandse gasflessen niet gevuld worden. Ten strengste verboden (we hebben het geprobeerd). En Australische gasflessen passen niet. Nu hebben we nog slechts -tot Indonesië- een minuscuul camping gasflesje. Die bewaar ik voor de broodnodige thee en koffie. Dat wordt dus een menu van tosti’s, tosti’s en nog meer tosti’s want we hebben nog 20 (!!) dagen te gaan…
De tenen van de kapitein zijn fris en fruitig in zijn nieuwe sandalen gestoken. Mijn industrial strength pedicures zijn ongeëvenaard. De guillotine voor elke kalknagel. De gezagvoerder’s haren zijn gewiekt en zijn riem krijgt steeds nieuwe gaatjes ingetimmerd. De buik van weleer is bijna weggesmolten. Hij staat voor de spiegel te keuren en is er duidelijk mee ingenomen.
Zelf heb ik veel plezier aan borduren. Mijn lieve zus wordt bijna oma van een nieuwe wereldburger! Kruisje voor kruisje verschijnt langzaam een ooievaar. Je kun er aan aflezen hoeveel knopen wind deze oudtante heeft moeten trotseren om tot iets redelijks te komen. Met de bril op het puntje van m’n neus schommel ik mee met het schip. Mis m’n lieve malle hond Bootje en het meedelen in de anticiperende vreugde rondom de Bolle buik. Elk huisje heeft z’n kruisje. Ook op zee. Ik wil muisjes ipv miertjes!
De kapitein is helemaal in zijn element. Hij vaart in het kielzog van Abel Tasman, Captain Cook en Hans Maurebrecher. Die eerste twee zijn bekend. Maurebrecher minder. Hij was misschien wel de éérste Nederlandse rond de wereld solo-zeiler. We spreken jaren 60. Eenmaal aangekomen in Sidney vervolgde de avonturier zijn reis naar het noorden tussen de kust van Australië en het Great Barrier Reef.
Nu we exact op datzelfde stuk zeilen zien we hoe hard de wind kan waaien en hoeveel verraderlijke riffen en opdoemende eilandjes hier zijn. Hij moest het stellen zonder digitale kaarten en satelliet navigatie. Op een boot van slechts 9 meter!
In het noorden van Australië is Maurebrecher spoorloos verdwenen. Brokstukken van zijn boot en delen van zijn journaal zijn gevonden. De beste man zelf niet. Gelukkig heeft de kapitein mijn haviksoog die ons veilig houdt in de nacht. Nou ja, so far, so good. Afkloppen.
We varen -as we speak- over een wrak volgens de kaart. Diepte 30 meter. Arme Maurebrecher was niet de eerste en vast niet de laatste die hier een waterig graf vond. Zijn zus heeft een boek over zijn reis gepubliceerd, met al zijn brieven en vertellingen. Zij heeft haar moedige broer voor de maritieme geschiedenis bewaard. Het Journaal van de Takabora. Een mooi relaas met een aangrijpend einde.
Op de VHF wordt de lokatie van een drijvende container gegeven. We zijn er al aan voorbij. Overboord gekukelde opslag-containers die vlak onder het oppervlak dobberen zijn doodeng. Niets vermoedend met 8 knoop op een hoek knallen is een vervroegd einde verhaal à la Takabora.
Niet volgens de kapitein die zijn aluminium Zwerver een waarderend klopje geeft. Ik kies er voor om dat te vertrouwen, puur omwille van m’n gemoedsrust. Maar we hebben geen waterdichte compartimenten die we kunnen afsluiten als er een gat in de romp slaat. Gelukkig hebben we een top reddingvlot en een Epirb voor als de nood echt aan de man is. Tot die tijd laat ik me graag geruststellen. Je doet er toch niks aan.
Het is 21.00 uur en de lange sliert Milky Way staat boven ons. De rest van het universum is ook bezaaid met sterren. Adembenemend. Satellieten zijn de witte stipjes die langs de sterren sjezen in een vaste koers. Je kunt ze heel goed volgen met het blote oog. Soms zie ik er 2 of 3 tegelijk (zonder borrel).
Vliegtuigen hebben een duidelijk knipperend licht, die tellen niet. Verder is alles inktzwart. Geen maan nog. Geen onderscheid tussen water en lucht. Geen vage horizon. Alleen twee kleine lichtjes van vissersboten. Die had ik al gespot op de radar. Vissersboten doen niet aan AIS. Zij willen hun vangst lokatie niet prijs geven aan concurrenten.
Het is een dwarrelige zee. Zwerver rolt, deint en kurketrekt. (Borduren voor gevorderden). We gaan voor de wind met slechts een gereefd grootzeil. Dik 7 knoop, soms 8.
Vertrouwen in schip, kapitein, koers, eigen zintuigen en ook in eigen kunnen. Het is er allemaal. Wat heeft dat onzekere meisje van de basisschool een lange reis moeten maken om de zeevrouw van vandaag te worden. En wat moet een mens ook veel leren dat niet op het curriculum staat!
Opeens zitten we in een squall. Wind door de haren. Opspattend zeewater. Haviksoog. Oor te luister. Spierbal aan de lieren. Ik haal diep adem, proef zout op m’n lippen. Ga wijdbeens aan het roer staan. Aangelijnd. Kiezen op elkaar. Meebewegend als een ruiter op een paard. De kapitein komt even kijken, verstoord uit z’n nachtrust door het lawaai van gierende wind. Het doet me goed dat hij me hiermee vertrouwd. Grijpt niet in.
De verstaging fluit. Het schip rilt. We tikken de 11 knoop aan op een gereefd zeil. Het begint te gieten. M’n geparkeerde borduurbril valt van m’n voorhoofd. Ik stap er op. Shit! The Great Barrier Reef laat kort maar krachtig van zich horen.
De volgende squall zie ik al verschijnen op de plotter. Niet kort daarna zijn we omsingeld door squalls. The Great Barrier Reef laat zien wie hier baas is. Alsof daar ooit twijfel over bestond. Ik denk nog even aan arme Maurebrecher. Hij moest zijn positie steeds plotten met kaart, passer en lineaal. Zonnetjes schieten als er zon was. Anders gegist bestek. Kon ten alle tijden overvallen worden door rif, eiland of veranderlijk weer.
Lang leve de plotter!
——- ——— ———-
Om 23.15 haal ik de kapitein uit z’n kooi. Dringend hulp nodig. Er zitten opeens 4 schepen voor me en ze komen allemaal met verschillende snelheden op ons af. Twee zijn vissersboten, de anderen vrachtschepen. Op 2,4,5 en 7 mijl. De vissersboten wijken wel, de vrachtschepen niet. Met het zeil aan de bulletali kunnen we ook niet zo veel aan de kant. De kapitein schiet in de kleren en redt de situatie met zijn vele jaren ervaring. Dit is niet voor watjes. (Ik voel me er wel een).
Net als ik denk dat alles weer rustig is, blijkt dat niet zo. De kapitein wil even pompen na de vrachtschepen te hebben ontlopen want de gland geeft steeds vaker water. Daar moet óók nog naar gekeken worden. Maar goed, even pompen en klaar. Dan doet de bilgepomp het opeens niet meer. Maakt alleen nog een raar geluid. Shit!
De kapitein wil m gelijk vervangen. Als in nú. In de verte zie ik een eiland opdoemen. We zitten nog steeds aan de bulletali. Weinig ruimte met de wind recht op de staart. Dan worden we aangeroepen: ‘Nederlands schip, Nederlands schip, Zwerver halloooo!!’ Op z’n Nederlands. Een zeilschip dat we nog kennen uit de Las Perlas bij Panama.
Normaliter super gezellig maar ik kan niet antwoorden want bij gebruik van de VHF vallen we van de stuurautomaat (zo bleek de afgelopen week). We snappen het zelf ook (nog) niet. Ik kan fysiek niet én sturen, én praten én zeilen én eiland goed in het snotje houden in deze pikdonkere nacht met veel zee. Shit! Ik negeer de oproep. Vind het wel sneu. Het klonk zo gezellig.
De kapitein zit grommend in de achterkajuit de pomp te vervangen. De inhoud van de achterkajuit ligt overal. Hij is bezig schroefjes en moertjes te bedwingen met de ene hand, de pomp te plaatsen met de andere hand, terwijl we rollen en kurkentrekken. De schroevendraaier zit in z’n mond. Tegen de tijd dat het eiland genavigeerd en de pomp vervangen is, is het Hollandse schip al verdwenen.
De pomp pompt uitstekend. Applaus voor de kapiteins acrobatische toeren. We laten de zeilen zakken zakken vlak voor Cairns (zonder Dutchman systeem, dat moet nog opnieuw ingeregen worden). We krijgen wind met vlagen van 37 knopen op de kop. Nog steeds stikdonker. Shit!!
De wacht van 00.00 tot 04.00 heet de hondewacht. Op donkere nachten als alles een beetje tegenzit is het ook een zonder meer een hondenbaan.
Maurebrecher, wat moet jij een echte alleskunner en duizendpoot zijn geweest, op jouw reis, in jouw tijd. Hulde!
We nemen een vastknopertje naar goed gebruik en rollen in bed.
Hondsmoe…