3 july 2022, Thursday Island
We zitten in de shippinglane omdat we er helemaal kláár mee zijn, dat uitwijken de hele tijd voor alle pietepeuterige eilandjes en riffen. Denk TVTAS x 100. Daar tussen door slalommen for the sheer fun of it. Not! Plus honderden riffen en rotsen.
De kust is een lust voor het oog, dat wel. Ze lijken wat op de krijtrotsen zoals de zuidkust van Engeland. Het mooie Albion. Maar op een gegeven moment heb je t wel gezien. En je moet je oog strak op de plotter houden. We zijn er bijna. Niet dat bijna in Thursday Island zijn nou veel helpt, want onze volgende stop, Indonesië, heeft ook ruim 15.000 (!) mini eilandjes. Met evenveel onverlichte minuscule vissersbootjes. Een volgend hoofdstuk van ontzettend vreselijk goed uit je doppen moeten kijken.
Al die minuscule landoppervlakte-tjes. Alsof tijdens het ontstaan van de aardbol de nieuw te vormen Aarde per ongeluk eens diep vanuit het binnenste van haar smeltkern heeft geniest. HÁTSJOE!!!! Het bijna gestolde landoppervlak werd in duizenden minuscule druppeltjes de zee in verspreid. Duidelijk niet haar elleboog gebruikt. Dat krijg je er van!
Fast forward 500 miljoen jaar.
Zo veel riffen, rotsen en friemelige eilandjes… wat een gedoe. Geef mij de oceaan maar met 5 kilometer water onder de kiel. Das tenminste duidelijk. We zijn klaar met het Great Barrier Reef en willen er uit!
Captain Cook noemde het Great Barrier Reef het Labyrint. Het doolhof dus. Hij zat met beide handen in z’n haar over hoe in vredesnaam hier een weg terug naar de oceaan te vinden. Het duurde maanden voor hij het uitgevogeld had. Cook werd er soms radeloos van en beschreef dat ook. Elke poging om weg te komen mislukte door dit verdraaide reuzerif doolhof waar geen einde aan kwam.
Er waren maar een paar natuurlijke uitgangen in dit enorme mega rif van bijna 1000 mijl. (De moderniteit heeft er voor de grote scheepvaart in- en uitgangen bij gemaakt). Cook moest destijds de natuurlijke doorgangen zoeken. Met het blote oog en zonder kaart. Een speld in een hooiberg vinden was er een makkie bij.
Alleen piraten vind ik erger dan riffen en rotspunten. En Indonesië heeft z’n eigen variant daarop: vissers die bijklussen als piraten. De combi van armoede en Covid (gebrek aan toerisme dus nog meer armoede) is schrijnend. Dan is de wens tot een bijbaan groot. Gelegenheidsdieverij.
——- —— ——-
Overdag is het uitzicht 360 graden rondom. Snachts, nog steeds bij gebrek aan maan, is het uitzicht nul. (Foto).
Experiment:
Stikdonkere nacht. Rijd je auto zonder lichten aan met 10 à 15 km per uur. Gebruik alleen je Tom-Tom als navigatie. Geen straatlantaarns, geen verlichte huizen, geen wegwijzers, niks. Nu een slingerend B-weggetje inslaan en 100 km doorgaan tot het weer licht wordt. Lees de Tom-Tom heel goed: overal staan stronken van gekapte bomen waar je omheen moet. TVTAS (Texel, Vlieland etc) ligt er, er zijn af en toe tegenliggers. Zelf stoppen kun je niet en er valt niet veel uit te wijken. Af en toe knippert een baken als een reddende engel.
Have fun!
—— ——- ———
s Nachts varen we in blind vertrouwen op de plotter dus. Overdag eigenlijk ook. De eilandjes zijn in feite net als ijsbergen; je ziet slechts het topje. Het grootste gedeelte ligt vlak onder het wateroppervlak verscholen. Soms is 1/20ste zichtbaar. Soms helemaal niks. Eigenlijk navigeer je onderwater-eilanden.
Wat de kapitein niet weet is dat ik de instructies van het liferaft af en toe heel grondig bestudeer. En in mijn hoofd de grabbag (waar onze liferaft benodigdheden zoals nood rantsoen en watermaker inzitten) in een Bolt-sprint te voorschijn tover. Deze dry run laat me beter voorbereid voelen.
Zo bedenk ik overigens ook hoe ik verband ga aanleggen als de kapitein in het slingerende schip de draaiende motor weer eens betast op ongeregeldheden zoals olie of water. Zijn vingers zijn me lief. En ik heb geen diepvries waar ik ze evt in kan bewaren tussen de erwtjes. Dus maan ik hem tot voorzichtigheid.
Het heeft de afgelopen nacht gegoten. De wind kwam strak van achteren. Dat heet achterlijke wind. De regen die de kajuit dan inwaait vond ik ook achterlijk. Elk kwartier naar buiten. Ins schwartze hinein loeren en niks zien. Alleen op de uitgeboomde kluiver gevaren. Met 3 reven er in. Af en toe zelfs 8 knopen gevaren op dat minuscule puntje zeil. Maar meestal 5.
Een dag later nog steeds geen maan maar nu wel sterren. De hemel is bezaaid en daardoor is er ook wat licht in de duisternis. Heel vaag de horizon. Dat helpt. Ook zitten we nu niet op een B-weg maar op de snelweg. Vandaag niet slalommen tussen de eilandjes door maar gewoon uitwijken voor grote vrachtschepen zoals de Heemskerkgracht. Soms eng als eentje voor je zit én eentje op je staart. De klassieke sandwich. Maar vandaag valt mee.
Buurschip Ikanoo is verdwenen. Zij gaan Lizard Island aandoen. Het eiland waar kapitein Cook maanden op een heuvel stond te turen naar ‘a way out of the labyrinth’. Voor Ikanoo een laatste gelegenheid om in The Great Barrier Reef te snorkelen. Gezien het al dagen bewolkt is, en de zeebodem woelig is van het mindere weer van de laatste dagen, hoeft het snorkelen voor mij niet. Ik doe het graag, maar dan bij een fel zonnetje, in lichtblauwe wateren met een rustige zandbodem. Genietend van kleine lieve kleurige visjes. Zonder over m’n schouder te hoeven kijken voor vinnige types uit de prehistorie. Dus varen wij door naar het meest noordelijke puntje van Australië. Uitgestrekte verlatenheid ten top. Ruig. Mooi. Ook mooi klaar mee.
Naar mate we meer noordelijk varen, komt eindelijk het weer waar we van houden. We gooien alles uit behalve onderbroek en zwemvest. We douchen op het dek, ik meer om Australië af te spoelen dan om schoon te worden. Maloolooba en Hamilton spoel ik niet af. Die zitten ònder m’n huid. Twee dolfijnen komen dag zeggen.
De wind valt weg, nog maar windkracht 2. Motor erbij.
Nog geen 5 minuten later gaat het motor alarm. Geen koelwater. De impeller, dat kan niet anders! Balen. We dobberen met 3 knoop. De kapitein pakt zijn schroevendraaier er maar weer bij. Hij vindt de impeller zonder schubben in de zeewaterpomp. Geen enkele schub meer!!? Nog geen maand oud! Nieuwe impeller er in. (De 3e in 2 maand terwijl ze een jaar zouden moeten mee gaan).
Helaas, nog steeds geen koelwater. We moeten nu op schubben jacht in de motor. Het donker valt.
Later, als we in Huize Avondrood zitten, gaan we deze memoirs nog eens teruglezen. Wat toch steeds een gedoe met die impeller toen, hoor ik mijn 90 jarige echtgenoot dan zeggen. Dat was ik helemaal vergeten! Later zullen we alleen nog mooie herinneringen aan deze reis hebben. En zullen we alles wat met die schroevendraaier te maken heeft gehad lachend wegwuiven.
De kapiteins 90ste is gelukkig nog heeeeel ver weg. Zijn eerstvolgende verjaardag is al wel bijna! The 4th of July. Aan boord leeft de kapitein op, wordt hij jonger ipv ouder. Zelfs al gaat alles niet altijd van een leien dakje. Op eigen doft de wereld rond. Een jongensdroom die uitkomt. Je bent zo oud als je je voelt. De kapitein houdt het voorlopig nog even op 60. Omdat hij 24/7 loodgieter, elektromonteur, zeilmaker, timmerman en bovenal kapitein is. Nog láng niet met pensioen.
s Avonds boort hij zijn creatieve ader aan. Bezingt de dag of laat zijn dichtkunsten op mij los. Of fabriceert een verstrooiend verhaaltje à la de Krekel en de Mier, met een actueel thema er doorheen geflanst. Hij laat me altijd lachen met z’n improvisatie kunsten. Zijn juffrouw op de lagere school zei ooit tijdens de zangles: jij krijgt een 6 als je je mond houdt. De kapitein moet het hebben van inhoud, niet vorm. Daar moet je oog voor hebben.
De kapitein dicht mij kwaliteiten toe die ik niet heb (maar wil van geen weerwoord horen). Kan prachtig observeren en de vinger op de juiste plek leggen. Voelt mij feilloos aan en komt dan tegemoet. Heeft een groot hart met plenty ruimte voor zijn 3 grote liefdes; Twee vrouwen en Zwerver.
Thursday Island. In Torres Straat.
Daarna wacht de Gordel van Smaragd.
Het klinkt als een jongensboek uit een serie die hij vroeger had willen verslinden.
Zwerver gaat op avontuur
Zwerver steekt de oceaan over
Zwerver en de kannibalen
Zwerver en de schipbreukelingen
Zwerver en het reuzenrif
Zwerver en de Gordel van Smaragd
Hij verslindt ze nu.
Nog láng geen Avondrood voor mijn stoere kapitein. Hij is voor de zee geboren en de zee heeft nog veel te bieden. Ik ben de ‘accidental sailor’ aan boord. Maar wel eentje die altijd paraat staat en heerlijke broodjes ei maakt. Net zo lang tot deze jongensdroom voltooid is. Dan is het mooi geweest.
De bijna jarige wordt wakker. Gaapt ongegeneerd. Kijkt verheugd om zich heen. ‘Wat heb je dat weer goed gedaan, complimenteert hij. ‘Je hebt de zon weer laten schijnen!’ Mijn toverkunst betreffende het weer lijkt veelbelovend. Buiten douchen. Een mooie bries. Zonnebril op. De kapitein stelt de zeilen bij. We hebben nu ‘Butterfly wings’. Beide fokken uitgeboomd.
Hij gluurt naar de horizon. Krabt aan z’n stoppelbaardje en zegt ja tegen yoghurt en thee. Zet gelijk even wat waypoints uit. Doet alles moeiteloos, zelfs half wakker. Petje af.
Petje op. Eèn oog dichtgeknepen tegen de zon. Andere turend naar de plotter. Friemelt aan de windvaan. De kapitein is duidelijk in z’n element. Hij kust de zee van kust tot kust. (Ik word er poëtisch van ).
Niet veel later heb ik het stuurwiel weer in handen en de kapitein de schroevendraaier. Wat gisteren niet afkwam moet nú toch gebeuren. Onder luid gesnater wordt weer gewerkt. Veel bommen en granaten. Zijn visitekaartje als er even aan getrokken moet worden. Wierpot? Waterpomp? Blokkerende schubben? We gaan het zien. We maken de borst maar weer nat. De regen is ook weer begonnen en helpt mee.
Zwerver en de wispelturige motor.
De kapitein sleutelt. Ik ga op in m’n boek, het eind is intrigerend. Niet handig. Als ik even later op kijk is het rif verrekte gevaarlijk dicht bij gekomen zie ik op de plotter. (Aan de zee zie je niks). Oeh!! Bijna zelf aan een intrigerend einde gekomen!! Ik slinger het boek weg. Kop d’r bij!!
Vier uur later. Bier en broodjes ei. De motor draait weer als een zonnetje en de zon doet gezellig mee. De bijna jarige glundert. Trots. Heeft veel voldoening van zélf kunnen repareren. Ik vraag me vooral af wát de impellers vreet daar binnen in de motor. Maar daar komt ook vandaag geen antwoord op. (Suggesties welkom!) We hebben nog 4 stuks in reserve… Ben nog steeds wat geschrokken van hoe een spannend hoofdstuk mijn hoofd zo heeft kunnen afleiden.
We vinden een onbewoond eilandje aan de oostkant van Cape York. Even het anker uit gooien. Even n nachtje goed slapen. Onze Oostenrijkers liggen er toevallig ook, in deze mooie baai. Gezellig! Blijken ze tegenwoordig door een Australian Border Force helicopter te worden bezocht. Die cirkelt met regelmaat over hun schip heen alsof ze de eerste de beste drugssmokkelaars zijn. Brave burgers de stuipen op het lijf jagen. Belachelijk!
We maken er een vrolijk weerzien van. Eten, drinken, lachen en muziek aan boord Zwerver. Aan de pikzwarte nacht verschijnt een piepklein nageltje maan. Tony Bennet zingt. De glazen zijn vol. We genieten want zitten eindelijk weer ouderwets in de kuip met een gezellig lampje buiten. Warme wind aait ons velletje. Deze breedtegraad begint er eindelijk weer op te lijken! We nemen afscheid van onze Oostenrijkers en nemen zelf nog een afzakkertje.
Niet veel later wordt ons avondje verstoord. PAN-PAN!! PAN-PAN!!
Schip vergaan op een rif! Aan de westkust van Cape York. We twijfelen wat we moeten maar we zijn te ver uit de buurt. De redding is gelukkig al in volle gang. Via kanaal 16, waar de kustwacht met de schipbreukeling praat, krijgen we alle heftigheid mee. De reddingsdiensten willen weten of een schip binnen een uur aanwezig zouden kunnen zijn. Ons zou dat zeker niet lukken. Medische hulp dringend noodzakelijk. Vrouw buiten bewustzijn. Veel bloed blijkbaar...
De schipbreukeling wordt gevraagd naar het onbewoonde eilandje te gaan. Daar kan de helicopter beter landen. Hij antwoordt dat hij het schip niet kan verlaten om naar het strandje te gaan. Moet dan door de lagoon heen met z’n bloedende bewusteloze vrouw. Zou ik ook zéker niet doen. Overal zijn nare beesten maar ten noorden van Cairns is het croc country bij uitstek. Kom je met veel moeite op dat eilandje, zit er een croc familie je aan te loeren! Voor zover je de crocs ziet dan, want het is nog steeds een stikdonkere nacht.
Helicopter en reddingsboot zijn al ingeschakeld. One hour. Dan zijn ze er. Sit tight, zegt de operator. Ze blijft een vinger aan de pols houden.
Als de vrouw des huizes overboord was geslagen, dan waren we zeker gekomen om de hele nacht door mee te helpen zoeken. Maar in dit enkele uur kunnen we niks betekenen. Ze moeten wachten...
Wat zal de tijd kruipen.
Ik draai de cd uit.
Wij kruipen in bed.
Machteloos.
Zondag:
We zijn er! Thursday Island ligt tussen de rest van we week in. Monday till Sunday. We liggen aan het anker, vol op wind, zon en… krokodillen! Ze liggen bij laag water aan de mangrovebossen. Gewoon op 100 meter bij ons vandaan. Griezelig!
De Ikanoo en de Modesta liggen gezellig naast ons. Niet voor niets, want de kapitein is bijnaaaaa jarig!! En dat gaan we vieren!
Lang zal hij leven in de gloria!!!