We varen!! Hallelujah!!
We laten Boatworks achter ons en blazen een zucht van verlichting. Het is n fraaie maar koude dag, helemaal goed. We varen Noord, op naar de warmte. Grappig om Noord te varen om de zon op te zoeken. Wat kan ons gebeuren?
Achter ons aan vaart de Modesta, Oostenrijkers met wie we bevriend zijn geraakt. Zij moeten Australië per ónmiddelijk uit. (Wij hebben tot 10 juli). Ze zijn nog meer door de dichte grenzen geraakt dan wij. De Australian Border Force zit hen bijna dagelijks achter de kont aan. Ze worden er zenuwachtig van. We vragen ABF of ze gelijktijdig met ons kunnen opvaren, om elkaar wat steun te verlenen mocht dat nodig zijn na langere tijd niet te hebben gezeild. ABF wil er niks van weten. Stóm.
De eerste nacht ankeren we samen. We drinken met z’n vieren een borreltje aan boord Zwerver om ons dobberende bestaan weer te vieren. De volgende ochtend draaien we in de vroegte de sleutel om om de reis voort te zetten en dan knalt er iets in de meterkast. Niks doet het meer.
Na enig zoeken blijkt het de hoofdzekering te zijn. Nou hebben we zekeringen aan boord, maar niet de 250 ampere die nodig is! We balen als een stekker en peinzen ons suf hoe we dit varkentje gaan wassen. Zeg maar varken. Aan het anker met een bijboot die nog steeds heel sneaky langzaam leegloopt.
Bleh!
Gelukkig heeft de Modesta wel een 250er aanboord. Hij wordt per express aangeleverd. Juiste ampere maar verkeerde maat. Bij gebrek aan andere opties beginnen we te vijlen, slijpen, boren en schaven om deze ietwat passend te krijgen. Met de boor op enkele centimeters van m’n vingers is het een spannende klus. Men zegt dat liefde blind maakt, maar ik hoop dat dit nu even niet voor de kapitein geldt. Na een uurtje, en zonder pleisters, zijn we trots op ons teamwork.
We plaatsen het fröbel-werkje, zeggen een schietgebed en draaien de sleutel om. De motor springt aan. Met een euforisch gevoel (en enig ongeloof) gaat het anker op en besluiten we een volgende haven aan te doen. Hoe lang deze zelfgemaakte zekering het houdt weten we niet en de AIS op de plotter móet gemaakt worden. Anders redden we onze deadline niet eens.
Het komt ons allemaal niet aanwaaien maar we varen in elk geval weer! Ik voel me een beetje misselijk maar weet dat dat er gewoon even bij hoort deze eerste dagen. Trouwens, we hebben wel belangrijkere zaken aan ons hoofd. Emmertje erbij en klaar.
We betuigen de Modesta onze dank, zeggen een hartelijk auf wiedesehen en genieten van de tocht naar Mooloolaba. Onderweg piramide-achtige bergen, de puntige driehoeken zien er uit alsof ze door de Egyptenaren zijn gebouwd maar de wind heeft ze uitgehouwen. Prachtig!
Het aanleggen in de haven van Mooloolaba gaat niet heel soepeltjes, maar dat heeft alles te maken met de zeer professioneel uitgekitte zeiler die geduldig op ons lijntje wacht op de steiger. Ik werp hem de achterlijn (ga er vanuit dat hij m vast maakt) en sprint naar voren om de boeglijn te werpen. Maar terwijl ik naar voren sprint, sprint hij hij mee, met de achterlijn slechts een halve slag om de kikker.
Terwijl voor wordt aangelegd waait het achterschip richting buren. Gelukkig redt stevig boegschroeven de dag. De man voelt nattigheid en maakt zich uit de voeten. A case of don’t judge a book bij it’s beautiful cover.
Beland in Mooloolaba hebben we een electricien gevonden met verstand van plotters. Terwijl de kapitein opnieuw de bedrading induikt, duik ik Mooloolaba in.
Op geen van de plekken waar de wind ons naar toe geblazen heeft, heeft Harlingen ooit concurrentie gehad. Maar Mooloolaba (de naam alleen al!) is een geduchte concurrent. Het heeft weliswaar geen historie, maar verder heeft het álles! Wat een ge-wel-dig stadje! De natuur is overrompelend, een combi van zon, zee, strand en heel veel groen. Het is vooral super charmant en heel gezellig. Net als onze thuishaven!
Oudere dames hebben hier het wandelen uitgevonden. Ze lopen heupwiegend in zeer vlot tempo, met een zon-gerimpeld blij hoofd, bolle gespierde bips en slanke taille. De Bolle Bipsen Brigade bestaat uit velen. De slierten wandelaars sjouwen mij er moeiteloos uit met hun 80+.
Ik word bijna aangereden door een fietser omdat ik met open mond alles bewonderend in me op neem en het verkeer vergeet. Ik zie joekels van rare spinnen in bomen hangen. (nu mond dicht). Ze hangen letterlijk bij de bosjes in de bosjes. De BBB geeft geen enkele sjoege als ze er onderdoor marcheren. Al snel negeer ik de webbewoners ook. Alles went.
Op deze eerste dag verdwaal ik. Likkend aan een ijsje geniet ik zo van al het moois dat ik blijkbaar 15 km heb gestruind. Opeens komt het besef dat ik als de wiedeweerga huiswaarts moet, want de schemer duurt hier slechts 20 minuten, daarna, net na 5 uur smiddags, is het pikdonker. Het is half 5 als ik op m’n horloge kijk. Oeps. Ik ga steeds sneller lopen maar m’n innerlijke postduif is moe en laat me in de steek.
Ik vraag een jongeman hoe ik moet lopen. Hij wijst naar een hek met een weiland erachter. Als je daar overheen klimt en dan rechtdoor loopt, snijd je zo een paar kilometer af, zegt hij behulpzaam. ‘Zijn daar geen slangen dan’, vraag ik voor de zekerheid. Ja natuurlijk wel, antwoordt hij matter of fact, this is Australia. Rolt met z’n ogen. Dûh.
Meestal zie je ze niet hoor, roept hij me nog na terwijl ik als een speer de lange weg kies.
Even verderop duw ik een echtpaar dat hun auto parkeert mijn verwaaide kaart in de handen met de vraag of ze kunnen duiden waar ik ben. Niet alle dwalers zijn verdwaald, maar ik even wel.
Ze blijken redders in nood. Zonder gedraal word ik de auto ingezet en rijden ze me terug naar de haven. Als ik de steiger oploop is de nacht gevallen. Zonder leesbril kon ik de kaart alleen op armslengte lezen en in het donker was dat überhaupt niet gelukt.
De AIS op de plotter blijkt pas over 10 dagen te kunnen worden hersteld. Bliksemschade volgens de electricien. Daar hadden de 8 accu’s ook onder geleden. De kapitein zucht even diep en koopt een nieuwe AIS. Hij heeft een variant bedacht op ‘koop een boot, werk je dood’. ‘Onderhoud een boot, dan sta je rood!’ Tja.. je hebt het slijk nodig om de aarde over te varen. Het is niet anders.
Op dag twee sjouw ik weer 15 km maar weet de weg te onthouden. Heerlijk om de benen te strekken en ik sleep trots mijn buit van een nieuw dekbed en prachtig beddengoed mee over mijn rug. Tevredenheid is de grootste schat maar dit nieuwe dekbed doet er niet voor onder.
Onze kapiteinshut was verworden tot een ouwe lappenmand. Vier verwassen slaapzakken, respectievelijk met bonte bloemen, strepen, vierkanten en dinosaurussen hebben ons redelijk warm gehouden maar het zag er niet uit. Om sailors-midnight (21.00 uur) springen we blij in onze sjieke kooi en slapen als (mat)rozen.
Op dag 3 ontmoet ik Julie in het washok. Leuk mens. Zij en haar man zijn spiksplinternieuwe zeilers en varen hun fancy catamaran voor het eerst. Hun eerste mijltjes zitten er op. We kletsen gezellig en dan komt ze met een nijpende zeeman’s vraag (ze ziet me blijkbaar als ouwe zeerot ). ‘Hoe hou je t vol in een heftige storm?’
Ik hoef niet lang te denken want het allerbeste advies dat ík hier ooit over kreeg geldt nog steeds. Ik kreeg het aangereikt in 2017 door een Canadese vrouw die ik trof op de Canarische eilanden.
Watch the drink!!
Je moet héél goed op de flessen passen tijdens een storm, want na de storm heb je een borrel nodig! Hmmm… bizar, dacht ik, raar antwoord. Maar ja, ze had al wel de halve wereld overgezeild. (En mijn stoere ouwe zeeschuimer van een tante Mieke had hetzelfde kunnen zeggen).
‘Watch the drink, it gives you something to do. Because in the midst of a storm you can’t do much else. Yet do something, it gives you a sense of control!’
Ze ging verder: paniek is het laatste wat handig is. Drie reven er in, schuin voor de wind weglopen en hold tight! Je schip zal schudden, kraken en trillen terwijl het buiten giert en je alle kanten op wordt gegooid. Keep your mind focussed on saving the bottles.
Onthoud, voegde de Canadese toe (en nu ik) elke golf is als een .. WEE!
Elke golf die tegen je aanbuldert, komt nóóit meer terug. Die is geweest. De volgende komt ook nooit meer terug. En die daarna ook niet. Dus hoef je alleen maar je verstand op 0 te zetten en vol te houden. Elke storm heeft een begin en áltijd een eind. En die komt vanzelf. Na 5 uurtjes, 10 uurtjes of 20. Het einde van de storm komt met elke golf dichterbij….
And then you need that drink!!
Elke storm wordt dus geboren. En de baren op zee baren de storm.
Julie knikt lachend. Watch the drink and prepare for labour! Hier kan ze wel wat mee. Haar echtgenoot loopt langs en zwaait. Ik wuif terug naar de man die mn lijn niet vastknoopte. Aha, nu snap ik zijn non-knoopje. Een echte nieuwe nieuweling!
Wij hebben inmiddels 3 stormen doorstaan. De heftigste was in de Bermuda Driehoek. En als het Canadese advies daar werkt, werkt het overal. ‘I’ll pass it forward’ zegt Julie. Want zo werkt de zeilers community. Iedereen zit in t zelfde schuitje tenslotte.
Ze vraagt of ik met haar mee wil om te winkelen. Ze heeft n auto gehuurd. Nou gráág, zeggen m’n kuiten, want die vinden 15 km voor een brood of yoghurt toch wel ver.
Behalve proviand sleep ik ook deze keer weer een dekbed en beddengoed mee. Morgen gaan we op pad en de achterkajuit is ons nest voor wachtlopen. Ik kan geen slaapzak meer zien dus pak ik uit.
Drie uurtjes zeilen, drie uurtjes slapen. 3 op, 3 af, tussen 19.00 en 08.00 uur. Hotbunking heet dat, omdat de wachtloper in het nog warme besnoezelde bed van zn voorganger kruipt.
De kapitein vouwt de zeekaarten en legt ze op de kaartentafel. Passer en potlood liggen er keurig naast te wachten. Hij stippelt een route voor de komende 5 dagen. 500 zeemijl, 900 kilometer.
De Whitsunday Islands zijn onze bestemming, in de Great Barrier Reef. Een eilandengroep die mooier dan mooi moet zijn. We hebben AIS op de plotter, een schip vol lekkere hapjes en een warme kooi voor én achter. We kunnen!
Mooloolaba, je bent een feestje, en als reïncarnatie bestaat dan sta je hoog op m’n lijstje. But there’s no place like home. Harlingen lonkt.
Als we op de ochtend van dag 4 klaar staan om uit te varen, steken er onverwachte windvlagen op bij dik 20 knopen. Vlagen van 30. We zien een catamaran aanleggen en hij neemt de betonnen steiger mee. Flinke schade aan één boeg. De 1000 bommen en granaten zijn niet van de lucht daar aan boord.
We maken koffie en kijken de wind aan. De pet waait van de kapitein’s bol. Eerst nog maar even pas op de plaats. Ons geduld wordt na de lunch beloond. De wind blaast nu lekker stabiel en Zwerver kiest het ruimte sop.
Great Barrier Reef, here we come!