15 juli 2022, Indonesië
Dag voor vertrek naar Indonesië. Alles wordt nog even grondig nagelopen. De kapitein heeft alle 6 schoepen van de vorige kapotte impeller gevonden. In het zeewater systeem net voor de intercooler. Ze kunnen de motor nu niet meer saboteren. Blij! Even de motor draaien om het koelwater extra te checken. Schat, roept de kapitein naar binnen, wil je even de sleutels geven?
Tuurlijk zeg ik. En werp de sleutels toe met een mini-boogje. Ik hoef nog geen meter afstand te overbruggen. Mis nèt de uitgestrekte hand. De kapitein graait maar mist ook. De sleutelset schuift nog door na mijn worpje. Of na zijn graai. Alles gebeurt in een fractie van een énkele seconde: De sleutelbos schuift, valt van het bankje naar de vloer, schuift nog ietsjes meer en -FLOEP- verdwijnt in de kleine loospijp van de kuip!!
Ik schrik me het leplazerus! (Enige geschikte woord). Waar zijn ze!!? Hoe bestaat het dat ze door dat minuscule gaatje zijn verdwenen!? Ik loer door t gaatje maar er valt niks te zien. Twee struise benen (van de kapitein) staan als doelpalen links en rechts van het loosgat. Dit bestaat niet! Wat een pech!
We liggen in 8 meter water. Met een duikset nog wel bij te komen. Maar door het wildlife hier houdt het op!!
Ik ben helemaal van de leg van mijn eigen stommiteit. Wie gooit er nou met sleutels op een schip!? De kapitein stelt me gerust. Kan gebeuren. Stelt ook voor dat ik op de kermis m’n geluk ga beproeven. Bij m’n neven, de Gebroeders Oppedijk van Veen, ballen gooien. Denkt dat ik kans maak op de allergrootste beer. 4 sleutels kwijt met 1 worp. Gelukkig zijn we niet niet voor 1 loosgat te vangen. We hebben nog een reserve setje. Met een grote bal er aan.
Het anker gaat op. Onze knoepert van 50 kilo. We liggen altijd zo vast als een huis. De kapitein bindt het ankerboeitje nog even aan de preekstoel (voorkant) terwijl ik Zwerver de baai uitstuur. En Australië de laan uitstuur. Daaag Down Under, ik ga je missen! (Nót!)
De kapitein komt na een paar minuten bezorgd terug naar de kuip. Er zit stroom op de boegspriet en de preekstoel. Huh!?? Hij voelde het overduidelijk bij het opruimen van het ankerboeitje. Snapt er werkelijk niks van!! Gaat het hele schip op de tast af. Dan blijkt dat ook de achter-railing onder stroom staat. Op bijna alle roestvrijstalen onderdelen staat 24 Volt!!
Het is niet bepaald de elektrische stoel. Toch hebben we een elektrische preekstoel. Hoe komt het en hoe komen we er af!? Het is slecht voor het alu schip. Zeker slecht voor de gemoedsrust. De metertjes op het dashboard geven niet thuis. Zogenaamd geen zwerfstroom. Terwijl Zwerver wel volop onder stroom staat. De alu poten van de roestvrijstalen railing lekken een vies goedje!?
Na lang zoeken (en veel stroomstoten incasseren) blijkt de Watt&Sea de boosdoener. Deze hangt in het water en produceert elektriciteit. Geeft het af aan de batterij. Blijkbaar geeft ie het ook per abuis af aan Zwerver’s roestvrijstaal. Eenmaal gevonden lost de kapitein het onmiddellijk op. What a guy! Van alle markten thuis.
Het euvel is verholpen door de Watt&Sea te ontkoppelen maar daarmee is het raadsel van hoe het kon gebeuren nog niet opgelost. De radertjes kraken bij de kapitein. Ergens ligt een kabeltje bloot, zoveel is zeker. Maar waar!? Ikanoo’s schipper is een duizendpotige elektriciën. Wie weet kan hij zijn licht er op laten schijnen? Wij tasten vooralsnog in het duister…
De nachtwacht is weer ouderwets lekker. De wassende maan fungeert als een gezellige schemerlamp. Onbezongen beschermheilige van oceaanzeilers. Droog. Warme wind. Gewoon steady met 5 knoopjes vooruit. Héél in de verte 3 toplichten te zien. Een perfecte nacht. We komen dichterbij de evenaar, we hebben weer echte warmte. We hebben gereefd grootzeil (reef is standaard voor de nacht) en kluiver opstaan.
Vier uur later. Volgende nachtwacht. Wind is opgepikt. Het regent. Maan is al weg. We schieten vooruit. Ook lekker. Wel weer stikdonker. Dikke wolken. Kluiver weg, alleen gereefd grootzeil. 8 knoop. Van de 3 lichtjes voor ons hebben we al 2 ingehaald. De diepte is een constante 70 meter. Niks geen pietepeuterig gedoe met riffen en rotsen en minimale diepte. Dankbaar dat we het ondiepe Great Barrier Reef achter ons gelaten hebben. De zee wordt steeds ruiger. Dwarrelig ook. Gekuifde golven bouwen op tot een meter of 4. Flinke schuivers tussendoor.
Op de AIS is goed zichtbaar dat ontelbare vissersboten en vissersvloten nét buiten de territoriale wateren van Australië zitten. Sommige boten slepen netten van 5 mijl. De arme vissen maken geen schijn van kans. Lastig varen daar. Wij kiezen ervoor zolang mogelijk in Australië’s territoriale wateren te varen, want daar geen last van Indonesische vissersvloten. Heel lang West en dan pas Noord.
Het toilet maakt me nijdig. Pisnijdig. Hij stinkt en boert de inhoud op. Bleh! Als t zo moet, wil ik Fred terug! De kapitein zegt dat Fred niet kan in de inmiddels slingerende zee. Zegt dat de kabouters beter moeten pompen. (Wetend dat als ie het bij mij neer legt ik nog minder een happy bunny ben). Ons toilet. Wat kan ik er over zeggen. Echte liefde is het niet... Voor de goede orde, ik pomp wél goed. Het ding zelf is gewoon nog steeds niet goed! De maskerende spray van limoentjes doet me ondertussen een hekel krijgen aan limoentjes.
Er zijn vrienden die graag een stukje mee zouden varen. Lijkt ons ook super maar het schip is er gewoon nog niet klaar voor. Je gêneert je dood bij de gedachte alleen al dat de boodschap van gisteren vandaag nog even hallo komt zeggen tegen je opstappers. De zeewater-aanzuigpomp is de boosdoener. Kan niet anders. Hij spoelt niet voldoende ver weg. Alles gaat eerst naar de zwart-water tank, van daaruit naar zee. Bewaart z’n vangst achter de coulissen en biedt de potpourri opnieuw aan als het golft. (Het golft hier altijd).
Zwerver moet gewoon de werf weer op. We zijn uitgevaren met een schip dat er nog niet klaar voor was. Maar dat kon niet anders is ivm strenge Australische regels. Er moet aan Zwerver gedokterd worden. Door een echte scheepsdokter. Niet alleen liefdevol pleisters plakken maar echte operaties uitvoeren. Om te beginnen een colon irrigatie.
Het schip heeft zich zo puik gehouden op de heenweg. De 3 jaar verwaarlozing presenteert nu de rekening. Pijnlijk die aftakeling. De kapitein doet zo ontzettend z’n beste best. Onze mooie Zwerver verdient meer dan een nieuw dek en een lik verf. Hij moet opgenomen worden in een maritiem kuuroord voor van alles en nog wat. Precision in Phuket heeft al een datum gegeven wanneer we terecht kunnen. Eerste week oktober. Voor plm 12 week.
Een Nederlands vrachtschip roept ons aan. Komt even gezellig ‘hoi’ zeggen zo ver van huis. Een jonge stuurman. Vertelt met enthousiasme over zijn reis. Leuk! Dan vallen we van de stuurautomaat. Dat gebeurt wel vaker, maar deze keer krijgen we Zwerver er niet meer op. We moeten met de hand sturen. Rot klus! De windvaan is speciaal voor deze reden aangeschaft, ooit. We hebben de vaan steeds gebruikt als we energie wilden besparen. Nu moet hij laten zien wat hij écht waard is. Hij werkt gelukkig vaantastisch.
De stuurautomaat staat ook op de lijst van euvels voor mee naar de dokter. Samen met de wc’s, de elektriciteit, de metertjes, de zeewaterpomp, het impellerhuis, het dek, de verflaag en het houtwerk binnen. We zitten tussen balen en dankbaar in. Een sms van onze Oostenrijkers geeft de doorslag. Ze hebben pech, schrijven ze per iridium sms. Ze zitten even achter ons en hun stuurautomaat is uitgevallen. Geen vaan aan boord. Ze moeten alles 24/7 met de hand sturen de komende dagen. We zijn opeens heeeel dankbaar voor wat we wèl hebben.
Ik hou een oog op de plotter en zeilen. De kapitein is binnen. Breekt zich het hoofd over het toilet. Kan het niet uitstáán dat iets dat al zo veel tijd en aandacht heeft gekost nog steeds zo onbetrouwbaar is. Kan het ook niet uitstaan dat mijn humeur zo gekelderd is. Wil het graag beter maken. Peinst zich suf. Ik distantieer me. Heb schoon genoeg van alle viezigheid en tegenslagen. Ga even op een keurig aangeharkt eiland zitten in m’n hoofd. Hamilton Island leent zich bij uitstek.
Twee uur later word ik opeens uitgenodigd. Om plaats te nemen op de troon. Hij is zelfs gepoetst. Of ik misschien?.. Vooruit. Even plassen op verzoek. (Je leeft hier in elkaar’s broekzak). En dan…. Taraaa…..De kapitein kijkt trots mee terwijl ik pomp. Ik bemerk een groot verschil. Kabouter-proof. Voor het eerst in weken lijkt de aanzuig van vers zeespoelwater het weer goed te doen! De klep gaat ook stevig vacuüm. Yes! De kapitein heeft het laatste rondje wc-pot worstelen weer gewonnen. Voor zolang het duurt.
Ik maak van happy hour een éxtra happy hour. Met lekkere Vega balletjes in oosterse dressing. De kapitein is in zijn nopjes. Bruine bast. Zonnetje. Drinkt zijn ene biertje alsof het Chateau Lafitte Rothschild betreft. Kleine slokjes. Appreciërend. Geniet vooral van de terugkeer van mijn vrolijke gekakel.
Ochtend van dag 4. De kapitein lost mij af, ik mag slapen. Hij gaat eerst stroom draaien. Dan is het weer zo ver. Behoeft geen verdere introductie: geen koelwater!
Impeller nummer 4 moet er in. Wéér de vloeren er uit, de trappen eruit, de stutpaal eruit. De hele reutemeteut los schroeven zodat de kapitein bij de zeewaterpomp kan, het impellerhuis eruit, dan impeller vervangen, dan weer alles in elkaar zetten. Bleh! Je bent zo maar 3 à 4 uur verder. Alles wiebelt en rolt. Windkracht 6 inmiddels. Onrustige zee. De kapitein verruilt zijn lege mok koffie zuchtend voor de schroevendraaier. Ik zucht ook en ga weer naar buiten, terug achter het roer, oog op de plotter. Slapen kan ik voorlopig op m’n buik schrijven.
Covid hakte onze reis door midden. Wij knopen de stukken met zweet en zuchten weer aan elkaar. De jongensdroom van op avontuur gaan per zeilboot is al vervuld. De kapitein’s mannendroom om een wereldomzeiling op eigen doft te voltooien moet nog afgerond. Soms heb je van die dromen die je wakker houden. Daar moeten dan de schouders onder. Het is niet anders. Pas na de refit hebben we ons schip weer terug zoals we hem kennen: Door en door betrouwbaar.
De kapitein kon vanaf dag 1 rekenen op Zwerver, dus nu mag Zwerver rekenen op ons. Zo werkt loyaliteit. We mopperen op van alles, maar nóóit op het schip zelf. Zwerver blijft ongeëvenaard prachtig. Hij kon er ook niks aan doen dat ie aan z’n lot overgelaten werd.
We zien onze Oostenrijkers op de plotter. Even naar kanaal 16. Es geht gut. Met kunst en vliegwerk is een knutselwerkje tot stand gekomen. Met aan elkaar gelijmde gevijlde schroeven (!?) hebben ze hun stuurautomaat tijdelijk gefixt. Geweldig al die boot-vlijt. Wie niet aan wal kan komen moet slim zijn.
De Ikanoo hebben we ook gezien en gesproken deze tocht. Ze waren een zeiltje op de horizon. Wij vrouwen liepen wacht zodat onze Hansen konden slapen. Opdat zij later, als echte gentlemen, de hondewacht konden oppakken. Even lekker keuvelen met Sonja over non-boot dingen. We hebben al dvd’s en boeken geruild. Ze gaat me leren havermout-bananen brood te bakken. Lief! Over & out en terug naar 16.
De wind is steeds behoorlijk steady tussen de 20 en 25 knoop. De intuïtie van de kapitein zegt dat de wind gaat oppikken. Predict Wind, onze app, zegt van niet. De kapitein haalt de 2 bomen alvast uit de mast. Nog geen half uur later is de wind flink toegenomen. Richting 30. Halve wind. De kluiver wordt ingedraaid naar een mini-puntje. Nog steeds 7,2 knoop snelheid op een zakdoek. Af en toe een flinke golf op ons kapot slaat. Of de kuip geheel vult en wegborrelt door het loosgat (denk sleutels). Houten schot in de deuropening. Geen zin in dweilen.
Zwerver is net een bokkig paard. De kapitein noemt het een verraderlijke zee. Onvoorspelbaar. Hij kijkt me indringend aan. Ik mag geen tél zonder lifeline naar buiten, of ik dat begrepen heb. Aye aye kapitein, antwoord ik braaf. We liggen over bakboord, de verkeerde boeg. We kunnen alleen in ons doghouse zitten door ons heel goed vast te houden.
We krijgen enorme kletsen water over ons heen. Normaliter zie je dit alleen in een storm, bij een knoop of 40+. Maar het is het zeker geen storm. Gewoon rare golven die raar opkrullen en raar uitspatten. Twee mini dak raampjes staan nog ietsjes open. Voor de frisse lucht. Een muur van water stort zich uit over het schip. Bed nat. Alle vloeren nat. Dweilen. Zelfs het plafond.
We hebben een lifter. Joe Vogel. Een mooie bleek-blauwe snavel en gele voeten met flippers. Zwart verenkleed. Een yellow foot booby? Hij kwam, cirkelde even en ging op Zwerver zitten, aan het eind van de middag. Eerst zat hij op de boom maar die werd weggehaald. Toen de volgende boom maar idem dito. Vervolgens streek hij neer op de preekstoel. Gelukkig niet meer onder stroom!
Daar zit Joe Vogel nu al uren. Heeft een actieve houding aangenomen. Net een surfer. Riding the waves. Keek geïnteresseerd toe toen de kapitein met de bomen aan het zwoegen was op een meter afstand. Hij zit op de preekstoel in de heftige wind maar kan balancing act goed hebben. Joe Vogel was de naam van onze eerste hond, voordat Bootje Boris zijn intrede deed.
Joe Vogel was een hele bijzondere vogel. Veel te vroeg gevlogen. Voor altijd verbonden. Mijn manneke van weleer komt af en toe even dag zeggen in z’n nieuwe hoedanigheid. Ik ben m al eerder tegengekomen in de vorm van een duif voor ons raam, een eindeloos lied roekoeënd. Ook was hij keer op keer de unieke Australische vogel die kan fluiten als een bouwvakker. Zo’n fluit op twee vingers. Voelde me immer aangesproken, keek standaard achterom en zag Joe Vogel dan in de boom zitten grijnzen . Kwiebus!
Nu aan boord: Joe Vogel presenteert zich als boegbeeld op de preekstoel. Midden op de Arafura zee. Stoer gastje net als vroeger.
Ben jij het Joetje?
KAAA!!
Helder.
Flinke wind. We raken op een vlaag de 12 knoop snelheid aan! Alleen op een dubbel gereefde kluiver. Bizar! De wind fluit en giert. We bewegen ons binnen van handgreep naar handgreep.
Elk kwartier naar buiten. Aangehaakt natuurlijk. Het schip steigert en duikt, steigert en duikt. Op blote voeten meebewegen op het natte teak. Als een soort dans voor ingewijde zeerotten. Omlaag, door de knieën, omhoog en strekken. En opnieuw. Één worden met het schip. Één met de zee. Af en toe super schuin. De zee spoelt dan door het gangbord. Goed vasthouden geblazen. Adrenaline kick. Lekker stoer. Tenzij je een kaaier in je nek krijgt. Dan is t minder.
Een vliegend visje belandt binnen notabene. Is met een golf meegespoeld de kuip in. Probeerde z’n vege lijf te redden door te vliegen. Verkeerde richting. Gelukkig zijn we op tijd. Zijn maatjes op het dek laten we liggen. Het is link daar buiten.
Als Zwerver steigert gaat de boeg hoger dan de horizon. Het silhouet van Joe Vogel op de preekstoel is dan afgetekend in de maneschijn. Hij stijgt en daalt in het ritme van de zee. Onze vriend zit daar alsof het geen enkele moeite kost. Vleugels wat uitgespreid. Z’n gele flap-voeten stevig om de railing.
Joe was altijd al ontzettend dapper. Onbesuisd zelfs. Mijn kleine waaghals. Onze zeehond waakt over de kapitein en mij. Ik voel het. Het staat m’n doerakje goed, vleugels.
Om 07.30 zwaait Joe af, precies als ik weer buiten inspecteer. Het wind is gelukkig rustiger na een vrij heftig nachtje. Joe Vogel cirkelt ter afscheid. Kijkt daarna niet meer op of om. Heeft ons de hele nacht veilig gehouden en wij hem. Even in elkaars energie gezeten. Zo is het goed. Dag lieve malle kleine Vogel van ons.
Sommige sleutels kún je niet verliezen.
Die gaan een leven lang mee.
En beyond