Blog Layout

61. Den Vlieghende Hollander

26 augustus 2022, Java Zee


De mijlen op de Java Zee zijn overdag loom, snachts spannend.


We hebben in het donker, gelijktijdig met het toplicht, ook altijd onze dekverlichting aan. Het geeft een Vliegende Hollander effect. Het deklicht is om éxtra zichtbaar te zijn voor de kleine bootjes. Het opgelichte voorzeil doet spookachtig aan, zo wit opdoemend in de donkere nacht. Het geeft vissertjes een extra kans het vege lijf te redden als we te dicht bij komen. Zo denderen we door de nacht met onze bijna 20 ton. 7 à 8 knopen.


Want aan AIS doet bijna niemand. Zelfs sleepboten met lading niet. Zelfs vrachtschepen niet. Bijna geen enkele vissersboot. De radar is m’n grote vriend. Ik lees m minutieus af. Maar hout pikt hij niet op. En vele bootjes hier zijn én minuscuul én van hout.


Sommigen zijn zo goed als onzichtbaar in de nacht. Dus moeten zij óns zo goed mogelijk kunnen zien. Wíj́ zijn de grote jongen hier, tussen alle onooglijke, wrakkige en wiebelige bootjes. Zwerver zou ze zo per ongeluk naar de kelder kunnen jagen.


Alle jaren op zee waren we bewust bezig met onze verlichting opdat we nooit per ongeluk overvaren zouden worden door een grote boot. Ik belde dan vaak een paar mijl van te voren het tegenliggende vrachtschip op en deed als Calimero: ‘Hallo, U bent groot en ik ben een klein, zíét u ons!?’  Het leverde altijd leuke gesprekken op.


Nu is de schoen aan de andere voet. Sommige boten zijn nauwelijks meer dan een flinke kano met zijspan. Ons spokige zeil treft zeker doel, want vaak worden we even extra beschenen door vissers in de nacht. Je hóórt hen denken ‘what the fuchsia komt daar aan!? Zoals wij vaak denken ‘what the fuchsia ligt daar nou weer!?’ Veel bloemige gedachten over en weer dus.


Als het om 18.00 uur donker wordt begint de drukte. Indonesië heeft een enórme populatie die blijkbaar grotendeels gevoed wordt met vis. Lichtvissen is typisch Indonesisch. De bakken met licht die van elk wiebelend bootje komen, zouden zo hele kassen in het Westland kunnen verlichten. De kapitein vraagt zich af wat voor accu’s ze gebruiken. Ik vraag me af hoe mensen kunnen werken in dergelijke omstandigheden. Blind worden lijkt me een gegrond arbeidsrisico.


Per nacht omzeilen we ruim 30 van zulke lichtshows. In de verte glooien honderden hoopjes licht op de horizon. Meer van hetzelfde. De hele Java Zee is bezaaid met lichtvissers. Ik durf te wedden dat elk scheepje individueel zichtbaar is op een satellietfoto. Ik gok het lichteffect op 10 Hollandse lantaarnpalen per bootje.  Daarnaast zijn er nog de reguliere vissersboten. Die zijn gewoon verlicht zonder bijkans een UFO te kunnen laten landen. En dan nog de onverlichte bijbootjes. Verder boeien, FADs (Fishing Attraction Devices) en drijvende vlotjes met een vlag of getimmerd puntje er op. Het is een drukke boel.


Nergens AIS dus. Soms blijven we allebei maar wakker, want ogen in je achterhoofd is geen overbodige luxe. Wie last heeft van nachtblindheid kan maar beter verre blijven van de Java Zee. Blijkbaar is deze drukte slechts een voorproefje op de Straat van Malakka, het volgende stuk van de reis: Maleisië.


Overdag is loom. Zelfs sloom. Dan kunnen we even bijslapen. De voornaamste taak overdag is om de vele sleepboten die af en aan varen mis te pijlen.


Ik heb een grote zak zonnebloempitten gekocht want was gefascineerd door charmante Balinezen die, al geanimeerd pratend, deze dingen heelhuids opeten om vervolgens alleen de schilletjes naar buiten te spugen. Dat is nog eens een vaardigheid. Daar moet op geoefend worden.


Het is hard werken met m’n kopje pitjes op schoot. Je moet ze met de kiezen kraken (niet te zacht, niet te hard) en het nootje met de tong veroveren. Lukt niet. Een flieberige klus. De vangst lijkt op een uitgedroogde teek. Bleh. Smaakt ook nergens naar. Toch is het verslavend om door m’n kopje pelletjes te wroeten naar de volgende pit om ‘m binnenmonds zo goed mogelijk een kopje kleiner te maken. Als je zeeën van tijd hebt op een lome zeedag, dan moet je wat…


Van pitjes van naar potjes.


Het nieuwste boek van A. F. Th. van der Heyden heb ik als cadeau aan mezelf last minute meegegrist. Meestal verslind ik alles wat hij pent moeiteloos. Stemvorken was de nieuwe titel. Sprak me niet echt aan, maar who cares, dacht ik. Deze extra dikke pil is mooi meegenomen voor op zeedagen.


Inmiddels heb ik mij door het hele verhaal  geploegd. 883 bladzijden lang. En weet ik meer over de vrouwenliefde dan dat ik kon bevroeden dat er te weten viel. Of wilde weten for that matter.


Waar groeien zonnebloempitten in de zonnebloem trouwens? Ik heb ze toch vaak op een vaas gehad en nooit eentje gezien, bedenk ik terwijl ik de laatste teek soldaat maak. Of komen die bloemen juist soms úit die gedroogde pitten? Een raadsel. Maar dit ter zijde.


Stemvorken is een must read voor iedereen met sleutelgat fantasieën. Ik laat het boek achter in Singapore voor een nietsvermoedende zeiler. Alsof je aarzelend proeft aan een onbekend bon-bonnetje en gaandeweg, bij gebrek aan alternatief, de doos toch leeg snoept. (No pun intended).

Het boordleven steekt er bleekjes bij af. Bleekjes ook omdat ik een week lang snipverkouden ben geweest. De kapitein heeft me lekker in de watten gelegd met thee en koekjes en savonds gingen we, gewapend met zakdoek, uit dineren. 


Ziek zijn op Bali. Het kon minder. In plaats van stomen boven zout water haal ik mezelf een paar keer daags even door het zoute water. Mond open en gelijk even gorgelen. 


Een Balinees vissersbootje vaart langs. Flinke kano met dubbele zijspan. Er staat met koeienletters FRIESLAND op. Ik vermoed dat GRONINGEN en de overige provincies iets verderop op het strand getrokken liggen. Onze koloniale geschiedenis heeft ook hier nog lange wortels.


Bali is prachtig. Wij lagen aan Lovina Beach, noordkant van het eiland. Schoon, netjes en hele vriendelijke mensen. Het toerisme is gezellig aanwezig zonder té nadrukkelijk aanwezig te zijn. De dagen van gevraagd worden voor selfies zijn nu voorgoed voorbij. Westerlingen zijn hier aan de orde van de dag.


Hindu, Boedist, Moslim, Hara Chrisna, Animist, noem het maar op. Alles gaat hier in Bali gemoedelijk met elkaar om. De vele tempels vangen elkaar geen vliegen af. De deuren staan open voor iedereen. We gaan op excursie en kijken onze ogen uit. Apen in bomen, een zwarte (baby)mamba slang gezien tijdens een wandeling, watervallen, markten, luxueuze uitspanningen, prachtige viewpoints, briljante tempels waar vele Europeanen trendy meditatie cursussen volgen. (Net als in het boek ‘Eat, Pray, Love’). Mediteren en yoga lijkt mij ook gaaf, maar ik heb het druk met rondrennen nu ik even een hele dag van Zwerver ontsnapt ben.


We drinken koffie volgens traditioneel Balinees recept: de koffiebonen zijn eerst opgegeten door een soort kleine meerkat, die heeft ze vervolgens weer uitgepoept. Deze drolletjes worden gedroogd, de koffiebonen worden er weer uitgepeuterd en dáár wordt koffie van gezet en geserveerd.  Goed voor de reuma blijkbaar. Wij vinden dat het vooral uitstekend werkt op de lachspieren!! Lang leve de koffie-kat!


Overal voorouderverering door middel van minuscule mandjes met bloempjes, wierook en plakje banaan of een snoepje. De mandjes zijn overal in het straatbeeld. Bij een beeld, op een muurtje, bij een altaartje of gewoon boem, midden op de stoep. Of op de deurmat van een toko. Bizar. Echt overal mandjes. Kwestie van overheen stappen.


Geen schrijnende armoede gezien gelukkig, wel eenvoud, maar van een hele andere orde dan de eenvoud op andere Indonesische eilanden. Hier is duidelijk voorspoed. Het is ook opgeruimd. Hier beseft men dat Bali zijn 5 sterren reviews krijgt dankzij westerse waardering. Geen zielige straathonden, geen zwerfafval. Symbiose tussen oost en west.


We spreken een lokale inwoner van Canadese komaf. Getrouwd met een Balinese. Hij vertelt dat hij hier voor 1 miljoen roepia per maand als een koning kan leven met z’n gezin. Dat is 1000 euro.


(Blijkbaar is een gemiddeld inkomen hier 120 euro per maand). Je kunt hier, in tegenstelling tot alle andere plekken in Indonesië, ook als westerling een eigen woning kopen. Vanaf 250.000 euro bezit je een villa waar je U tegen zegt. Met zwembad en uitzicht op zee. Maar het zijn de ménsen, rondt hij af, de ménsen hier zijn zo stressvrij en lief. Dáárom woon ik hier. Zijn mooie vrouw kijkt hem lief lachend aan en hij kijkt verliefd terug. Ik snap het. Leven als God in Bali.


Bali behoeft geen verdere aanbeveling. Het heeft het allemaal. Zand, zee, veel luxe, heerlijke keuken, lieve mensen, veel tolerantie, veel spiritualiteit, niet duur en heel veel natuur. En ook nog eens getalenteerde pittenspuwers. Een aanrader voor wie relaxt op vakantie wil.


Toch laten we Bali niet met bloedend hart achter. Soms voelt het net of we een ‘delivery’ aan het doen zijn. (Dat is boottaal voor een boot afleveren, niet een baby). Een kapitein en een matroos en hup sjezen. Deze bemanning vindt het prima. Alles is leuk maar elke mijl moet wel huiswaarts gaan. Dan vinden we het prima!


Wat niet prima is, zijn de sleepboten die pontons met enorme ladingen hout verplaatsen. Ecocide speelt zich recht onder mijn neus af. De sleepboten komen van Borneo. Gevelde reuzen liggen opgestapeld in een giga-bak met wel duizend tegelijk. Het zijn welgeteld duizend keer honderden groei-jaren die hier zijn geveld. Oer-bos gekapt uit oer-woud.


De stammen in de gigabak zijn kaal. Van wortel, kruin en tak ontdaan. Ze liggen als gigantische lucifers te wachten. Hoeven niet eens afgestreken te worden want de wereld staat al in brand. De natuur wordt om zeep geholpen en iedereen doet alsof het normaal is. Want tja, ‘zo werkt het nou eenmaal…’


Normaal aan m’n hoela!! Woest wordt ik van Ecocide. (Moord op de natuur).


Kijkend naar de varende bakken met de gestroopte gevelden, denk ik aan de oerang oetangs in Borneo. Hún leefgebied gaat ten onder aan wéér een hippe tuinset, een gezellig kastje in de hal, of een leuk nieuw dressoir.  ‘Of aan een nieuw teakdek!!’ sneert een stemmetje diep in mij.  (Auw, die zit!!) Ik snoer mezelf de mond en staar de dode reuzen na tot ze uit zicht verdwenen zijn. Boetedoening. 


De mens als sprinkhaan. De mens als ecologische plaag. Als de wereld Eden is, zitten we allemaal te snaaien aan de appels. Een wereldbevolking van appelgappers. Appelvreters. Godbetert het enige gebod aan de laars lappend.


Ik check ons nieuw te plaatsen dek. Eco-certificaat. Poe, gelukkig maar.


Ik heb een piraat achter me aan. De meest benigne variant. De marifoon-piraat. En dan ook nog een vriendelijke. Hij kent enkele korte Engelse zinnen en zo converseert hij in een zwaar accent. Op de achtergrond joelt nog een matroos mee. Opruiend.


-Hello how are you?

-You fine?

-What is your name?

-I love you!

-Zwerverrrrrrr….. I LOOOOVE you!!!


Dan draait hij een pop-muziekje zoals een echte piraat betaamt. Dit circus wordt een paar keer herhaald tot de piraat buiten marifoonbereik is. Ik ben op een rare manier gecharmeerd.   Ik heb m’n hart vastgehouden voor vissers die bijklussen als piraten in Indonesië. Tot nu toe niets dan vriendelijkheid en respect ervaren. Dus deze marifoon-piraat mag lekker z’n ding doen. Mijn zegen heeft ‘ie.


De onderbroekenlol van Tugboat Capricorn doet me denken aan een mooi restaurantje met een prachtige tuin met vijver in Bali. Al wachtend op ons gerecht waren er steeds verrassende geluiden. Winden en scheetjes in alle soorten en maten. We keken eerst elkaar en daarna de bezetting aan andere tafeltjes onderzoekend aan. Pardón!? Maar de geluiden bleven komen.


Fróóóógs zei de serveerster toen ze mij fronsend zag luisteren met een schuin hoofd. Net op dat moment sprong er een kleine zwarte kikker langszij. Produceerde een verrassend luid en realistisch  scheetzak geluid en hopte nonchalant verder. De kapitein en ik kwamen niet meer bij. De perfectie was overstegen. Het is hilarisch grappig om in deze geluiden te dineren. Non stop. Veel kikkers. Af en toe een disgenoot misschien maar dat valt niet met zekerheid te zeggen. En hoe die zwarte mini kikkertjes zulk zwaar geschut kunnen nabootsen is ons een raadsel!


Lombok Lowietje is ondertussen van de hel in de hemel gekomen. Mijn scharminkeltje wordt vertroetelt en gevoerd. Is naar de dokter geweest voor z’n voorpoot, en als hij aangesterkt is gaat hij voor de knip-knip. Ik heb me gecommitteerd aan zijn levenslange zorg. De deal is gesloten. In ruil voor af en toe een foto.  Soms kun je ook als zwerfhond de loterij winnen.


We hebben een boot die Zwerver is.

En een hond die Boot is.

En nu een zwerver die hond is.


Lowietje maakt de cirkel rond.


We zitten nu op het stuk Java Zee waar de geallieerde vloot van Karel Doorman naar de kelder werd gebombardeerd door de Japanners. Met man en muis vergaan.


Tweede wereld oorlog. 1942.


De maritieme geschiedenis komt tot leven onder onze kiel. Wie veel reist kan goed verhalen. Wie veel leest ook. De kapitein is een ster in beide. Hij breit de geschiedenis moeiteloos aan elkaar met vele interessante weetjes. Ik hang aan z’n lippen (samen met een biertje).


Schout bij Nacht Doorman lag met zijn  vloot tegenover de overmacht van de Japanse vloot. Het luchtruim behoorde ook aan de Japanners. Maar opdracht is opdracht en eer is eer. Dus seinde Doorman zijn beroemde laatste woorden met vlaggen. ‘Ik val aan. Volg mij!!!…’


De zee kleurt denkbeeldig rood als de kapitein aan het woord is. Karel Doorman werd tot smithereens getorpedeerd en de andere geallieerde schepen ook. Javaanse haaien hadden een topdag tussen de duizenden dode, gewonde en spartelende drenkelingen…

 

Poeh, 1942 dat is pas 80 jaar geleden. Op de kop af. Geschiedenis is rauw. De Tijd vliegt. En stopt voor niemand.


In Harlingen werd in 1942 mijn lieve pa geboren. Ook daar was de oorlog dichtbij. Granaatscherven boorden in zijn slaapkamerkozijn, rondvliegende glasscherven lagen in zijn wieg. Zelf had kleine Jetze geen schrammetje.


Nu, 80 jaar later, is hij nèt over-grootvader geworden. Kijkt hij trots en ontroerd in de wieg van pasgeboren achterkleinzoon Harvey.  Het leven is een estafette. Het stokje liefdevol en zo wijs mogelijk doorgeven het voornaamste doel. Vaak ben je al oud als dat besef indaalt…


Inheemse bevolkingen kijken bij alles wat ze beslissen naar het positieve dan wel

negatieve verloop van elke beslissing over 4 generaties of meer. Grote beslissingen van de één, kunnen een impact hebben op de levenskwaliteit van de ander. Later. Met Jetze die kleine Harvey liefdevol vasthoudt lijkt de 4 generatie-wijsheid opeens heel tastbaar. Het is zo eervol voor de oudste om wijs te mogen beslissen voor de jongste. Om een boom te planten in wiens schaduw je nooit zult zitten.


Maar misschien zijn we het een beetje verleerd om veel verder te denken dan het eigen hier en nu. Laat staan tot in de 4e generatie en beyond. We kunnen nog heel wat leren van de Balinezen met hun voorouderverering. Gewoon met de paplepel ingieten dat we allemaal voorouders in dop zijn. En dat het leven verder reikt dan onze eigen adem alleen. Het toegenomen individualisme van de afgelopen decennia is daar schuld aan. Maar, zoals mijn heldin Pippi altijd stelt, alles kun je óntleren.


Ik draag een prachtige vallende ster op aan de kleine spruit.  Op een lang en wijs leven, kleine beer, toost ik hem toe vanaf mijn verweg plekje op de andere kant van de aardbol. 


De zoon, de kleinzoon, de achterkleinzoon,  dat ben jij, kleine man. Maar óók de latere papa, de latere opa en zelfs de oude opa in spé. Je draagt de man die je zult worden nu al in je. Het kind is daarom in zekere zin de vader van de man. Welkom op deze pracht planeet en vooral héél veel plezier gewenst op jouw estafette.


De 4 generaties en beyond:



In balans leven met de natuur,

zodat we in harmonie kunnen leven met onszelf.


Zwerver is na 5 zeedagen aangekomen op Belitung en onze mond valt open. Wát een pracht, wauwww wat bijzonder! Niemand heeft vast ooit van Belitung gehoord maar deze stranden, deze natuur…. Lichtblauw water, witte stranden. Bizar grote rotsformaties. Alsof er langs het strand geknikkerd wordt met hunebedstenen, bizar indrukwekkend. Het lijkt ook wat op de Virgin Eilanden. Verrassend!

 

De kapitein en ik gooien het anker uit en nemen een duik.


Indonesië, je bent een pláátje!! 


door duda-wsm 26 januari 2023
24 januari 2023 Tien uur savonds. Ergens halverwege de Indische Oceaan in de buurt van Sri Lanka. Ik word wakker van kabaal, gevolgd door een gesmoorde krachtterm. De grote pan macaroni is van het fornuis gekletterd, ondanks de vasthouders. Macaroni overal. De kapitein staat er verschrikt bij, zucht, gaat door de knieën en schept alles keurig terug in de nu gedeukte pan. Het is een knobbelig zeetje, 24 knoop wind, we hangen flink scheef, met flinke schuivers tussendoor. Maar de kapitein laat z’n lievelingskostje niet afpakken door n woeste golf. Als alles eenmaal terug in de pan is, blaast hij er nog even kortstondig op. ‘Zo, bacteriën ook weg nu’ stelt hij. De vloer wordt naderhand dusdanig door de kapitein geboend dat je er inderdaad van zou kunnen eten. Zij het dan mosterd na de maaltijd, in dit geval. We wisselen van wacht: 3 uur op, 3 uur af. Buiten knallen hoge golven tegen de romp. Het is pikdonker, Zwerver ploegt. Veel sproeiwater. Onze pilothouse is heerlijk met dit weer. Opeens vliegt een vis naar binnen door het half openstaande raam boven de instrumenten. De vliegende vis scheert langs m’n neus en heeft geen zachte landing. Doet z’n naam wel eer aan. Én een hole in one. De flinke vis voelt nattigheid, of beter gezegd gebrek aan nattigheid, en knokt voor wat ie waard is. Flappert wild alle kanten op. Laat zich pas vangen als ik een theedoek over hem heen gooi. Heftig spartelend gaat ie overboord. Ben blij dat ie t overleefd heeft. Vaak vinden we vliegende vissen aan dek of in de kuip. Ooit, op de Stille Oceaan, hadden we een absoluut van record van 84 pechvogels aan dek in 1 nacht. Een waar slagveld. Precies daar waar eerst macaroni lag, liggen nu losse schubben. Worstelen met zwaartekracht laat sporen na. Een flinke vleug vis verdoezelt de macaroni geur. Ik neem een biscuitje om m’n maag af te leiden en ga dweilen. De kapitein knort lekker achter het slingermatje. Ontworpen om niet uit bed te vallen als het schip schuin hangt. Van z’n 100 kilo hangt de helft buiten de kooi, in een soort zijdelingse hangmat. Ondertussen is het hier ‘druk op de weg’, zoals wij dat noemen. Dit stuk Indische Oceaan heeft geen officiële shipping lanes volgens de zeekaarten, maar alle scheepvaart dat vanuit Europa of uit de Perzische Golf komt, op weg naar Azië of Australië, komt hier langs. En vice versa natuurlijk. Allemaal Suez-kanaal-gangers. De gehele Golf van Bengalen voelt daarom wèl als een shipping lane. Alles kruist door elkaar heen en met name ‘snachts vaart men hier blijkbaar graag op een kluitje. Met Zwerver in t midden, samen met de CathayOz, onze Australische vrienden. Maritieme reuzen van gemiddeld 300 meter verplaatsen zich met snelheden van 12 tot 18 knoop. Ik houd alles binnen 10 mijl in de gaten op de plotter, het speelveld verandert continue. Anticiperen is het toverwoord. Veel gas-en olie tankers, vracht- en containerschepen. Soms een verdwaalde visser. Soms een anoniem opdoemend vrachtschip dat zonder AIS vaart. (Bizar!!) Zelfs een enkel fraai versierd cruiseschip. Ik heb t er in elk geval druk mee. Ik roep de loeiers op als de plotter aangeeft dat we binnen 0.7 van een mijl van elkaar zullen komen. Voor t geval ze van koers wijzigen zonder eerst Zwerver bewust te hebben geregistreerd. ‘Heeft u ons al gezien?’, vraag ik dan op m’n aller beleefdst. ‘Wij zijn Zwerver, een klein Nederlands scheepje…’ Uit de stilte voorafgaand aan het antwoord kan ik veel afleiden. Hun ogen zoeken óf Zwerver haastig op de AIS, óf ze hebben ons reeds eerder gespot en reageren gelijk. Vrijwel altijd stuurt de stuurman een paar graadjes bij ons vandaan om extra ruimte te bieden. Ik doe hetzelfde en zo gaat Zwerver ruim baan door de nacht. Ik heb jaren geleden een waargebeurd boek gelezen (Six Degrees of Reckoning) waarin een zeezeilster haar man en kinderen verliest na een aanvaring met een Koreaans containerschip. Hun schip vermorzeld, hun aller levens ook. Met 1 hand bij de marifoon is mijn manier van nachtvaren bij drukte. Als er bijvoorbeeld 3 loeiers op me af komen en er ook 2 van achteren willen inhalen. Geen ongebruikelijke situatie op deze route. Dat vergt nou eenmaal een beetje coördinatie. Liever 100 x onnodig met een stuurman gepalaverd dan 1 x volledig over t hoofd gezien worden door n varende reus in de nacht. Simpel. Elk gesprekje beëindigt met de belangrijke afspraak van hoe elkaar te passeren. Port to port oftewel rood op rood, of starboard to starboard, wat dan weer groen op groen is. Ik mag kiezen. Aye Aye lady-captain, hoor ik dan. De kapitein grinnikt in zijn kooi en ik koers met vertrouwen langs big brother. As we speak zitten we in een sandwich tussen een boot van 400 meter lang en 60 breed en eentje van 350 meter lang en 48 meter breed. Zwerver is 15 bij 4 . Aan beide kanten een halve mijl afstand. Beiden hebben bevestigd ons te hebben gezien en manoeuvreren aandachtsvol langs ons heen. Misschien is het ook wel lekker om deze vriendelijke reuzen straks om ons heen te hebben, bedenk ik, voor als we rond eind februari door de Golf van Aden gaan. Dat blijft toch een spannend stukje. We hebben bij vertrek uit Phuket een stowaway gekregen. Een gekko die hier af en toe de boel op stelten zet. Gekko Gerritje. Hij is slechts 10 centimeter lang maar acteert met groot effect. Zoals die keer dat hij geheel onverwachts op m’n blote borst sprong tijdens het tanden poetsen. Liet zich vallen vanaf het badkamer plafond. Koud en kleverig plakte hij op m’n warme vel. IIEEKKK!! De kapitein kwam me redden na m’n gegil maar de stouterd was al via m’n schouder, rug en bil weggerend. Glipte veilig onder de vloer via een kier achter de wc. Niet voor 1 gat te vangen. Af en toe laat ik n stukje tomaat of n rijstkorrel voor Gerritje achter bij die kier in de badkamer. Goedmakertjes. Ik had wel overdreven hard gegild (omdat ik dacht dat hij een enorme spin was). Vroeger brachten wereldzeilers heel doelbewust één of meerdere gekko’s aan boord, als remedie tegen kakkerlakken. Die viezerds hebben we gelukkig nooit aan boord gehad. Kleine vliegjes en af en toe een mier hebben we wel. Of hadden we wel. Sinds Gerrit er is geen vliegje of mier meer gezien eigenlijk. Met de CathayOz is het goed opvaren. Soms zijn we elkaar even een halve dag of halve nacht kwijt. Elke boot vaart tenslotte z’n eigen snelheid en z’n eigen prettigste koers op de wind. Maar eenmaal uit het oog verloren maken we er een leuk spelletje van om elkaar weer op te snorren. De maritieme variant van verstoppertje spelen, gevolgd door tikkertje (met in acht neming van een halve mijl afstand). Spelevaren en 2 x daags even palaveren. Ondertussen heeft de kapitein een nieuw record geklokt: 180 zeemijl in een etmaal. Ruim 300 kilometer. Wauw! Soms vliegen we met 10 knoop door t water op het gereefde zeil. Haast is niet de bedoeling maar t waait nou eenmaal flink. De zeeziektepillen werken prima. De dagen rijgen zich aan een. De mijlen ook. Als we over een paar dagen het anker uitgooien op Male, de hoofdstad van de Malediven, hebben we alweer 3000 (!) kilometer huiswaarts gevaren. De kapitein inspecteert Zwervers tuigage dagelijks. De dag voor de overtocht had ik hem nog even de mast ingedraaid. Dat bleek niet voor niks. De tuigers van Rolly Tasker hadden 3 essentiële splitpennen niet in de wandspanners van de verstaging geplaatst!! Dus deed de kapitein dat grommend zelf, maar z’n vertrouwen in de tuigers was beschadigd. Dat nodigde uit om overál een extra kritische blik te werpen. Na 2 dagen op zee wilde de kapitein de mast alweer in. Liggend op het dek met z’n verrekijker had hij losse schroeven ontdekt in twee zalingen. Donders!! Met Zwerver op autopiloot draai ik de kapitein omhoog. Een first: de mast in op volle zee! Het schommelt flink daar boven. Arendsoog krijgt gelijk: 1 schroef zat los, de andere is reeds verdwenen! Dus weer naar beneden, juiste schroef pakken en nogmaals omhoog. Mijn spierballen protesteren maar je doet er niks aan. De nieuwe verstaging maakt een onbekend geluid. Een soort geploink. Ook daar moet nog naar gekeken worden. Vaster gedraaid worden, denken we. Rolly Tasker krijgt zeker nog een brandbrief van ons. De kapitein heeft als motto: Het is pas goed als het goed is, en pas af als het af is. Krijg daar maar eens een speld tussen. We plukken elke zeedag. Tussen het zeilen door kletsen en lezen we. Doen ook regelmatig een spur of the moment impressie van het programma ‘Maestro’. Onder t mom van het reactievermogen testen. Ik geef met 2 wijsvingers een maat aan en de kapitein barst accuut in spontaan klassiek gezang uit. À la oh-solomio. ‘Random!’ zouden onze kids zeggen. ‘Melig’, zeggen wij. Het weer is al dagen grijs en bewolkt. Wel droog en warm. Veel wind nog steeds. De 24 knoop wind verwordt soms tot 40 knoop in een nachtelijke squall. De kapitein dealt er mee en ik snurk gewoon verder. Dat is het voordeel van 40.000 mijl ervaring op de klok. Zwerver heeft gewoon de zevenmijlslaarzen aan. Inmiddels 2 reven. Net m’n mooiste brood ooit gebakken. Had zo bij bakker Overzet in de winkel gekund. Ambachtelijk gekneed, uurtje laten rijzen, nog een keer gekneed en 45 minuten gebakken. Precies als we willen aanvallen op onze überverse boterhammen met kaas en tomaat, komt er weer een onverwachte lel van een golf de kuip in gekruld. Hij spat met geweld over ons uiteen. We zijn net te laat om ons bord te redden. Alles kledder! Gelukkig is de bevoorrading op orde. Ik beleg crackers met de droog gedepte plakjes kaas. Zeezoutig smaakje maar kan prima. Blaas er nog even op naar goed gebruik. Morgen wel weer een nieuwe poging tot een halfje wit. Niet alleen honger maakt rauwe bonen zoet ontdekken we. Een stevig doel ook. Oost, West en zo. ——— Laatste nacht voor aankomst op de Malediven. Rustige zee, wind in de rug. De bewolking is opgeklaard en er staan een miljoen sterren aan het firmament. De nacht is zo allemachtig mooi, dat we allebei opblijven. De Malediven komen na vannacht pas op t allerlaatste nippertje in zicht, want het ligt maar 1 meter boven de zeespiegel. De Malediven liggen over 25 jaar voor 80% ónder de zeespiegel heb ik gelezen. Het toekomstige Atlantis. De volgende generaties zeilers zullen hun boot kunnen ankeren boven het dorpsplein van Male. Zullen kunnen snorkelen door de verdronken straten. Opwarming van de Aarde. Griezelig dichtbij. …..Nachtelijke kopjes koffie, koekjes, lollies. Dij aan dij. Stilletjes filosoferen. Sterren kijken. Een stralende nacht. Samen zwijgzaam. Zegeningen tellend. Dankbaar. Vol verwachting klopt ons hart voor onze volgende bestemming …. 24 uur later: Ahem. We liggen op de aangegeven plek om in te klaren. Er staat hier 4 knoop stroming, we trekken aan t anker en kanoën is onmogelijk. We liggen onder de startbaan van het lokale vliegveld en elke 10 minuten hangt er brullend een vliegtuig in de mast. Uitzicht op hoge flatgebouwen. Heel veel lélijke hoge flatgebouwen. Speedboot-taxi’s scheren continu rakelings langs Zwerver. Op luttele meters afstand. Ondertussen giet het pijpenstelen. Zo zie je maar weer. Sommige bestemmingen zijn in gedachten mooier dan in het echt. Morgen krijgen we onze paspoorten terug van Border Control. Kunnen we daarna op zoek naar ‘het niet-échte Malediven’. Dat van die fraaie plaatjes in de boeken. Uitdaging geaccepteerd natuurlijk. We hebben hier 4 of 5 week om ‘off the beaten track’ te vinden. Maar voor nu een hele grote borrel om de anti-climax even af te schudden!
door duda-wsm 6 januari 2023
4 januari 2023, James Bond eiland Shaken, not stirred.  Ik glijd in m’n kano door een magisch grottenstelsel. Magisch maar ook een beetje eng. Een labyrint oftewel een doolhof. Ik ben op zoek naar een Hong in de krochten van deze berg. Een Hong is het Thaise woord voor een afgesloten kamer in een berg. In dit geval een verborgen kamer in deze berg op zee. Van buitenaf slechts toegankelijk voor de kenner of de doorzetter. De avonturier in mij voelde zich aangesproken en sprong in haar kano. Op zee staat 20 knopen wind maar ik zit inmiddels in de windstilte van het binnenste van de berg. Ik peddel door nauwe spelonken en lage grotten op zoek naar openingen. Let goed op waar ik ga. Probeer mentale aantekeningen te maken. Sommige doorgangen zijn zo krap dat ik achterover moet liggen in m’n kano. Met m’n handen wandel ik over het ‘plafond’ om überhaupt nog vooruit te komen. Het plafond bestaat uit zwarte rots en scherpe witte schelpen. Op 30 cm van m’n neus. Als ik uit een nauwe tunnel glijdt, zie ik opeens loodrechte wanden, zeker 100 meter hoog en boven me een koepel van blauwe lucht. Wauwww… ik heb de Hong gevonden, ik bén er!! De geopende ruimte voelt net zo indrukwekkend en groots als een kathedraal. Er hangt een vergelijkbare stilte. Het water is melkachtig groen en rimpelloos. Enerzijds is het hier sereen, anderszijds is het een beetje unheimisch. Het is bizar om in dit stille troebele water te vertoeven. Ik laat het op me inwerken. Kijk m’n ogen uit. Even zie ik in een half drijvende boomstam een loerende krokodil, maar dan herpak ik mezelf. Geen krokodillen hier. Punt. Maan mezelf tot rust en overzicht. Mn aandacht wordt al gauw weer gevangen door de absolute zeldzaamheid van mijn omgeving. Met open mond peddel ik voort. Ik ben in een verborgen paradijsje beland, wég van de bestaande wereld. Weg van tijd. Ik wist dat deze berg, Ko Hong, bekend stond om z’n magische binnenste. De hele dag zagen we vanaf Zwerver hoe hier toeristen aangeleverd werden die vervolgens werden rond gekanood door lokale gidsen. Pas na 17.00 uur was iedereen vertrokken en sprong ik in actie. Stiekem verlangend om de unieke plek helemaal voor mezelf te hebben. Nu is t gelukt. Hong zélf gevonden! Trots! Dan zie ik nóg een spleet in een rots. Ik wurm de kajak er in. Glijd en schuur door de opening. Alles is stikdonker. Wandel weer met m’n handen boven m’n gezicht over een schelpen-plafond. Kom uit in een twééde Hong, het licht van hoog boven is betoverend als het op me valt. De tweede Hong is nóg stiller. Het water is ook melkachtig en lijkt lichtgroen op te schijnen. Ook dit 2e binnenmeer wordt omringd door loodrechte rotsen, half begroeid, wederom minstens 100 meter hoog. Alleen wie over dit eilandje zou vliegen zou wéét hebben van deze Hongs, maar voor de rest van de wereld is het absoluut verborgen. Vogels zetten het op een gekwetter als ze me zien (of horen) aankomen in hun verborgen oase. Ze klinken extra luid, alsof het hier lichtelijk echoot. Het is windstil, zo diep in de berg lijkt de wind geen vat te hebben. Ik bevind me in een vergeten paradijsje met druipende wanden. Stalactieten en stalagmieten ontmoeten elkaar. Al duizenden jaren zo te zien. Ik ben vol ontzag voor deze plek. Drijf stilletjes rond en beweeg me niet. Wie niet weg is, is gezien. Neem alles goed in me op. Geniet van het tijdloze. Van het magische licht. De muren zo onbegaanbaar, zo hoog en statig. Van m’n leven nog nooit zo iets gezien. Een verborgen vallei. Zowel een hof van Eden als een …. ik kan er even niet op komen… Een paar minuten later springt het juiste woord spontaan omhoog: Gevangenis! … Schelpen op het plafond…Mijn wandelende vingers boven mijn gezicht… Als het water nog iets verder stijgt dan kan ik niet meer terug, dan zijn de nauwe doorgangen afgesloten! En 100 meter hoge stijle wanden. Geen ontsnappingen mogelijk. Aii Aii!! Deze Hongs slúiten zich bij hoog water! Dáárom moeten alle toeristen er uit zijn om 17.00 uur!! Opeens heb ik haast. Voel me dom dom dom. Bonzend hart in m’n keel. Met vliegende vaart kajak ik terug naar de spelonk waar ik uitkwam. Welke opening was het ook al weer!? Dit piepkleine openingetje? Alles lijkt opeens op elkaar. Is het water zakkend of stijgend? Geen idee, en neem niet de tijd om het te onderzoeken. De opluchting is groot als m’n weg uit de 2 Hongs vind. Inmiddels neus aan neus met het plafond. Stijgend water dus. Mijn behendigheid in de kano wordt grondig getest. Mijn onverschrokkenheid ook trouwens. Pas als de wind en stroming weer aan m’n kajak trekken, voel ik me weer helemaal senang. Bereik Zwerver met krachtige slagen van m’n peddel. De kapitein is blij verrast mij alweer te zien. Had me nog niet terug verwacht. Ik ben nog geen uur weggeweest volgens hem, maar voor mijn gevoel was het veel langer.. Was het dus toch een plek waar de tijd stil stond….(zij het het opkomend water niet…. ) De kapitein had voorlopig dus nog geen alarm geslagen. Ben blij dat ik niet hoef uit te vinden hoe een pikdonkere nacht in een afgesloten Hong voelt. Dobberend in m’n kano. Voel me alsof ik de lotterij heb gewonnen. In het ontdekken van èn het tijdig ontsnappen uit de Hong. Ben even helemaal klaar met Hongs. —- —- —- We toeren wat verder rond. Kijken onze ogen uit. Vinden een mooie ankerplek op een paar honderd meter van James Bond eiland. ‘The man with the golden gun’ is hier opgenomen. Roger Moore, 1974. We hebben magnifiek uitzicht. We lezen, luieren en lummelen. Deze drie L’s bevallen prima. Overdag is dit hele vaargebied een circus ten top. Zowel bij de Hongs, als bij James Bond eiland. En alles er tussen in. Prachtige snoeren van eilanden. Zo ver het oogt reikt. Allemaal groot, stijl, groen en indrukwekkend. Om ons heen zijn voortdurend tientallen ex-vissersbootjes, nu ingezet om toeristen rond te varen. Longtails heten ze. Vernoemd naar de lange ‘staart’ van een benzine motor op een hele lange stok. Lijkt op een grote staafmixer. Vrrrroemend scheuren ze over het water. Wij negeren ze. We zijn blind voor drukte en doof voor lawaai. Pas als om 17.00 uur elk gebied verlaten is, komen wij onderzoekend van boord. Zo ook bij James Bond eiland. Met biertjes en chippies in een linnen tas lopen we er rond, op zoek naar een picknick plek. Er liggen hier miljoenen voetstappen van toeristen. Er staan hekken en er hangen borden. Kraampjes puilen uit met tierelantijnen. WC voor 50 cent. Bleh! Het haalt alle authenticiteit van het eiland weg. De iconische James Bond rots staat stoïcijns rechtop. Op z’n steeds dunner wordende, afkalvende poot. Een rots gegijzeld door z’n ‘moment of glory’ in de 007 film. Sindsdien is hij geen geologisch wonder meer maar een saaie selfie-spot. Veel omringende eilanden zijn mooier. Authentieker. Imposanter. Kolossaler. We maken na 10 minuten rechtsomkeert en gaan met het bier en de chippies bij een bevriende boot langs, die naast de onze ligt. Vieren spontaan oudejaarsavond een dag te vroeg met deze buren. De wijn doet zich voor als martini en vloeit rijkelijk. Shaken, not stirred. Op de écht laatste dag van het jaar gaan we keurig om sailors midnight naar bed. Miss Moneypenney heeft nog n beetje hoofdpijn van gisteren. De dagen rijgen zich aan een. Prachtige baaitjes, beetje zwemmen, beetje brood bakken. Op 2 januari blijf ik er bijna in. Een lui gegeten half gekauwd zilveruitje schiet in m’n keelgat. M’n verkeerde keelgat. Luchtpijp. Wil niet meer voor of achteruit. Met ogen als schoteltjes sta ik panisch naar adem te snakken in de kuip. Pas als ik hartgrondig overgeef (op de kapitein z’n voet) komt er wat respijt. De schrik blijft 2 dagen hangen. De kapitein vertelt later dat zowel de heimlich manoeuvre en een tracheotomie op t punt stonden te worden uitgevoerd. Hand reeds op t zakmes. Mijn eigen James. Niet voor een kleintje vervaard. —- —- —- —- Volgende eiland. Phi Phi eilanden. The Beach is een film uit 2000. Leonardo diCaprio zette de Phi Phi’s op de kaart. We zijn nu toch in de buurt, dus wil ik dit wonder wel eens van dichtbij zien. De kapitein is keen to please. Ik vraag, hij draait. Aan de lieren dan. Het wordt een mooie tocht op een rustig zeetje. Dichterbij gekomen worstelen we ons door het circus van longtail boats. Pas om 17.00 uur zijn wij weer aan de beurt, weten we inmiddels. We wachten geduldig op een boei en grijpen de eerste. Niet de beste. Hij ligt mídden in het circus gedruis. Ik pak m’n kano en peddel naar de Thè Beach, wég uit de gekte. Ik glijd soepeltjes over een lijn met boeitjes. Voorbij de boeitjes is leger dan leeg in deze baai. Wát een pláátje. Het water is glashelder, het koraal is groot en stralend. Kleurrijk en springlevend. Veel verschillende vissen. I it!! Vijf minuten later word ik in m’n kraag gegrepen en uit m’n kano geplukt door de maritieme politie. Alles voorbij de boeitjes is ábsoluut verboden terrein, want dit koraal is pas enkele jaren geleden nieuw aangeplant! Geen mens mag hier zwemmen, snorkelen, varen of wat dan ook. Ze zijn streng. Ik mag kiezen tussen 10.000 Thaise baht boete of wegwezen. Ik kies het laatste met veel gekowtow van kap-kun-kááá. (Dankuwel). Wauw, een aangeplant koraal, that’s amazing!! Nog nooit eerder van gehoord! Eerbiedig peddel ik lichtjes naar Zwerver terug. Aanplanten van koraal is perhaps the way to go! Wauw!! Dan zie ik een Nederlandse boot liggen. Peddel even langs om ‘hoi’ te zeggen maar zit al snel gezellig in de kuip. De kapiteinse is óók een Astrid. Onder het genot van een biertje zien we de zon zakken. Ze zijn al sinds 2004 (!!) met hun Gaia op pad. Gaia betekent Moeder Aarde. Gaia is hun thuis, in beide betekenissen: schip en wereld. Beetje werken, beetje zeilen, beetje duiken, véél leven. De kapiteins sluiten zich even later bij ons aan. Vier zielen, voor één avond vrienden. Één stel dat hun rondje wereld wil afmaken om thuis te komen. Één stel dat de hele wereld als hun thuis beschouwd en dus geen noodzaak zien hun rondje af te maken. We luisteren en vertellen. Onze verschillen zijn kleiner dan dat wat ons verbindt: zout bloed, zout leven. Het is een fijne avond. —- —- —- —- Een nieuwe dag, een nieuw eiland. De 3 L’s van lummelen, luieren en lezen staan nog steeds hoog op ons lijstje. We proberen nu het circus te ontlopen. We proberen aan de longtail-highway te ontsnappen. We zoeken naar vergeten baaitjes, wég van het toerisme. Na een paar uurtjes onder zeil hebben we beet. We vinden een paar zeilboten lui dobberend aan hun anker. Voor de rest geen teken van leven. Het eiland staat ook nergens om bekend. Perfect! Wit strand, helder water. Meer hebben we niet nodig. Zwerver gooit z’n anker over boord. Wij springen er achter aan. De kapitein en ik voelen ons weer frank en vrij, fris en vrolijk. Deze dagen van uitrusten en spelevaren langs de Hongs, James Bond eiland en The Beach is als een medicijn voor onze ziel. Het doet de Zwervers herrijzen. De zilveruitjes blijven verbannen. En ditto is Hongs verkennen bij opkomend tij. We zijn genoeg shaken not stirred voor nu. De Indische oceaan en de Malediven wachten. De 10e vertrekken we. Mits het weer goed is uiteraard. De Duracell is weer bijna vol!
door duda-wsm 6 januari 2023
25 december 2022, Phuket Gelukkig 2566!!! Zwerver is áf!! Alles is gelakt en glimmend. De zeilen zijn weer aangeslagen. En wij niet langer. Alleen de water tanks nog uitschrobben en volgooien en dan trossen lós! Voor de gelegenheid laat ik mezelf ook lakken door 2 Thaise dames. Verwennerij! Twee uur later zijn mijn handen en voeten poezelig zacht en de nagels kerstrood. Nog een vleugje lippenstift (bewaard in de koelkast) en voilà, ik ben ook af . Mooie nagels zijn gelijk een excuus om de komende weken geen vieze klussen meer op me te nemen. De kapitein heeft z’n vieste klusje al gehad. Liet z’n inbussleutel vallen in de anker kettingpijp. Geen man overboord zou je denken. Gewoon even anker laten vallen in de haven en 50 meter ketting er achter aan. Inbussleutel pakken, klaar. Helaas kwam bij het ophalen van de ketting ook 50 meter inktzwarte giftig uitziende modder mee omhoog. Glibberig en olie-achtig. Het spetterde alle kanten op en beet in het dek. De waterslang er bij en flink schrobben. Toen het dek weer redelijk schoon was gebeurde nog geen kwartier later hetzelfde. Wéér 50 meter inktzwarte modder klodders op het spiksplinternieuwe dek bij het hoog halen. Ditmaal niet meer schoon te krijgen, ook niet na een half uur sproeien en boenen. De bommen en granaten waren niet van de lucht! #!%*!!! Als een eerste krasje op een nieuwe auto. Zwerver is dus gedoopt in inkt. Heeft stoere tatoeages die langzaam verbleken in de zon. De maagdelijkheid is er af. Misschien maar beter zo. De pronk fase is over en er mag weer geleefd worden. Sinds Sint en Piet op bezoek zijn geweest hebben we hernieuwde energie. Wij waren de draad even kwijt, zij reikten de draad weer aan. Sindsdien zit ie weer stevig in onze knuisten. Nou ja, draad. Eerder de schoten, vallen en lijnen. Alles is ingeschoren en klaar voor de Indische Oceaan. We hebben een visa-run gedaan. Op en neer vliegen naar Kuala Lumpur voor n nieuw stempel in ons paspoort. Het biedt 30 dagen respijt. We hebben nu plenty tijd om op ons dooie akkertje te ankeren in de vele mooie kleine baaitjes van Thailand. Luieren, niks doen en een beetje poedelen staat hoog op ons lijstje. En… kanoën!! De kapitein heeft mij verwend, ik ben zo blij als n kind. Alsof ik m’n eerste fiets heb gekregen! Ben er niet uit te slaan. Ik peddel alle kanten op, voel me kapitein van eigen schip en knoop gezellige praatjes aan met iedereen vanaf het water. Zalig! Dus oprecht een zalige kerst. Sinds een week lopen we niet meer op onze tenen. (Mag ook niet, ze zijn nu glanzend rood). We hebben lang genoeg op onze tanden gebeten. In mijn geval op de kiezen blijkbaar. Mijn sluimerende kiespijn bleek een gespleten kies te zijn. De tandarts alhier was reuze streng. 40 minuten van zeg eens Aaaa. Zonder even dicht te mogen doen. M’n tong werd bevochtigd met een water druppelend wattenstokje en that was it. Als ik een geluidje maakte om kenbaar te maken dat mn kaken even wilden stoppen, kreeg ik ‘NO!’ te horen. (Dan weet je weer wat je thuis hebt!) Lag te kronkelen in de stoel met uitpuilende ogen van ongemak. Maar… de noodoplossing is geplaatst. Nu maar hopen dat t houdt op zee. Anders krijgt de waterpomptang nog een onvoorziene taak. Onder onze mini kerstboom liggen 2 cadeautjes. Traditie is belangrijk, dus beiden krijgen we een nieuw boek met de kerst. Zelf uitgezocht deze keer. Die van de kapitein gaat over de Cuba Crisis in 1962. Hij is er helemaal mee ingenomen en bladert verlekkerd. Die van mij gaat over tijdreizen. Diana Gabaldon is een geweldige schrijfster in dit genre. Haar boeken zijn net professor Barabas z’n teletijdmachine. Thailand’s jaartelling loopt 543 jaar voor op onze 2022. En in 2019 zijn we al een hele dag kwijtgeraakt bij het passeren van de datumgrens. Dus tijdreizen doen we al. In boeken kijk ik graag terug, want in het echte leven kijk ik graag vooruit. Blik op de Indische Oceaan, naar de Malediven, naar de Rode Zee en het Suez kanaal. En dan op hús an. Zwerver 1.2 is er klaar voor en de Zwervers ook. Vanuit Phuket wensen wij iedereen een hele fijne kerst en een heel gezond en gelukkig 2566! Mogen al jullie dromen werkelijkheid worden. Wij leven de onze weer verder.
Share by: