17 augustus 2022, Lombok
Een wandelend skelet komt naar me toe, z’n ruggetje zijdelings gebogen om te laten zien dat hij onderdanig en vriendelijk is. Z’n staart zit tussen z’n benen maar als hij het eten uit mijn servet eet, ontspant de staart wat. Zit er zelfs nog een kwispel in. Zijn bruine snuitje kijkt me ter goeder trouw aan. Heb je nog meer? Nee? Hinkend gaat Louis verder op liggen. Bang om te veel te zijn. Bang om weggejaagd te worden.
Hij ligt op het randje van het terras. Ligt ook op het randje van z’n leven.
Het woord vuilnisbakken ras is hier wel héél letterlijk. Want bijna alle honden moeten het hebben van restjes vinden op de vuilnisbelt. Op vuilnisdumpen. En andere honden zijn er beter in om eten te vinden dan Lowietje. Zelfs de loslopende kippen jagen hem weg. Met 1 verlamde voorpoot (of gebroken enkel?) loopt hij elk kruimelig hapje mis. Vel over been.
Maar ook een ziel waar je u tegen zegt.
Louis wendt zijn communicatieve vaardigheden aan als hij non verbaal communiceert. Gewoon m’n brein instapt en netjes vraagt om een hapje. De neanderthalers communiceerden ook zo. Ik heb, denk ik, flink wat neanderthaler DNA in mij, want ik versta Louis uitstekend.
Na 3 dagen Medina Marina in Lombok varen we verder. Het eten in het restaurant was het heerlijkste wat ik in Azië geproefd hebt. Elke avond smullen. Elke avond restjes in een servet naar m’n puppy gesmokkeld.
De haven, die eigenlijk geen haven is want alleen maar boeien en ankerplekken heeft, was prachtig. Groen, aangeveegd, gezellig. Maar loop je van het terrein af, het dorp en de straten in, dan zinkt je hart…
In de afgelopen 30 à 40 jaar heeft plastic zon opmars gekregen, dat deze mooie eenvoudige dorpen hun glans hebben verloren. Overspoeld met afval. Tenzij je diep de rimboe in gaat, waar mensen hun stempel nog niet hebben achter gelaten. Alhoewel rivieren (die vaak als dumpplek gelden) de troep juist landinwaarts en zeewaarts transporteren.
De voorouders van de huidige Indonesiërs gooiden alles wat niet meer bruikbaar was weg. Maar dat was allemaal organisch materiaal en maakte dus niet uit. Helaas jong geleerd oud gedaan. Ook nu dumpt iedereen wat ie kwijt moet aan de rand van z’n straat. Resulterend in bergen troep en zooi in élke straat. En de natuur kan dit niet verwerken. Alles blijft liggen in een steeds groter groeiende berg. Ratten, katten en honden snuffelen naar iets eetbaars. Ook de kippen proberen een graantje mee te pikken.
Op zee is het water een treurige bende van zakjes, pakjes, puutjes, containers, flessen en flesjes. Allemaal items die ooit een inhoud hadden. Inhoud op, zakje weg. Althans, op het eerste gezicht weg. Op het tweede gezicht blijft het nog 100 jaar rondzwerven.
Als ik op de boeg sta om een experiment uit te voeren, en 60 seconden lang zichtbaar plastic wil tellen, kom ik op dik 50 stuk. Ik herhaal dit experiment en haal steeds het zelfde aantal. Bijna 1 stuk plastic per tél!! En dat is wat ik zié…. Het is hier langs de kust 80 meter diep. Ik durf niet eens te denken wat daar al neergedwarreld op de bodem ligt.
De schuld ligt niet alleen bij deze eilandbewoners of bij deze generatie die dumpt en niet opruimt. Ook niet bij de vorige generatie die steeds meer plastic ging omarmen.
De schuld ligt bij de plastic fabrikanten die willens en wetens een product produceren dat niet afbreekbaar is en de aarde verloedert. De fabrikanten die ons overtuigen dat dik plastic nodig is voor houdbaarheidsdata. Dat verpakking duurder is dan de kosten van de inhoud die we willen hebben. Dat er geen belasting zit op onafbreekbaar verpakkingsmateriaal. Marketing heeft veel uit te leggen. We zijn er met z’n allen voor gevallen. Met open ogen in gestonken. Voor het mooie plaatje. Zo handig zogenaamd. Wat was mis met de patat puntzak? Waarom bakjes?
Wat we toen mooi en handig vonden is inmiddels veranderd naar onhoudbaar. Het woord ‘duurzaam’ slaat niet bij iedereen aan. Klinkt voor sommigen zo… overdreven..? Maar onhoudbaar is de verpakkingsindustrie wel!!
In mijn optiek loopt men hier ongeveer 50 jaar achter op de Westerse wereld. Wij waren 50 jaar geleden al georganiseerd genoeg waren om vuilnis te begraven (te verstoppen!) en er woningwijken en parkjes op aan te leggen. Hier heeft men die luxe niet. Maar het afval is er wel. Dus zwerft het. En zal het zwerven, tientallen dan wel honderden jaren. Onze kleinkinderen hun kleinkinderen kunnen deze zelfde items nog tegenkomen…
Westerse landen willen hun afval ontkennen. Snap ik! Hier valt er niks te ontkennen. Kniehoog ligt alles in de bosjes en de straten. Zo veel, dat er geen beginnen meer aan is…. Tenzij je vreselijk dapper bent.
Op onze zeilreis kwamen we ook langs de Amerikaanse oostkust. Prachtig gedeelte van de reis. Veel mensen liepen daar met een zak en handschoenen aan te wandelen. Het was een soort ‘gemeenschapszin’ om 1 x per week een ‘wandelingetje zwerfafval’ te maken. Niet om de eigen trompet te blazen of te mopperen op anderen. Nee, gewoon, om schouderophalend iets te doen voor de gemeenschap. Het gaf een goed gevoel zei men lachend als ik hen staand hield en complimenteerde met hun vindingrijke initiatief. ‘Ach, het houdt wat mooi is mooi’, antwoordde men. Simpel.
Toen ik thuis kwam tijdens de covid-stop begon ik hetzelfde te doen. Rond de Noorderhaven hondenpoep opruimen werd mijn ding. En gek genoeg, hoe meer poep ik opraapte, hoe meer de Noorderhaven van mij werd. (Niet-poep pakte ik ook gezellig mee). Niet vanuit nijdigheid of frustratie maar vanuit gemeenschapszin. Mijn straat had mij een beetje nodig. Zoals elke straat iemand een beetje nodig heeft.
Ik schrijf dit omdat ik denk dat Indonesië dit ook gaat krijgen. Nog niet, maar vast wel ergens in de komende 10 jaar. Dat men ook voor z’n straten wil gaan zorgen. Dat netjes en schoon (zoals men hier súper netjes en super schoon op zichzélf is!) óók zal overslaan naar de straten en dorpen. Optimisme is nodig. En de mensen hier zíj́n optimistisch, dus het kán!
Van Lombok naar Bali varend ging ik googelen op ‘things to do in Bali’. Het eerste dat ik tegenkwam was een schoonmaak-project waarbij vakantiegangers werden gevraagd 1 dag van hun vakantie op te offeren voor het schoonmaken van plastic uit Bali oevers van rivieren.
Om schoon te maken, ja. Maar misschien vooral ook om ‘het schoonmaken’ een nieuwe glans te geven. Trending te maken. Als westerlingen gaan schoonmaken, wordt schoonmaken híp!!
De Amerikanen hadden gelijk. Het voelt fijn om iets te doen voor het grotere goed. Dat wordt ook wel het vlinder effect genoemd: één ‘act of kindness’ kan iemand anders inspireren ook iets goeds of aardigs te doen. Pass it forward.
Indonesië kan dit! Indonesië, het prachtige land met ongelofelijk lieve mensen, is 1000 x méér dan de troep van de straten, 1000 x meer dan de zooi in zee.
Als de westerse wereld steeds meer een vuist maakt tegen wegwerp-plastiek (het woord alléén al!) dan volgt Azië. Als zwerfafval opruimen een gláns krijgt, dan krijgen de straten en zeeën van Azië hun glans ook weer terug.
Zoals de wijze koning Reesa van dat mooie dorp Gutang vlak bij Ambon al zei: begin bij 1 stuk rommel per dag uit het straatbeeld te halen. Daar word je betrokken van. En van betrokkenheid wordt de wereld mooier.
Een groot mens plant een boom in wiens schaduw hij/zij nooit zal zitten. Hij/zij doet dat voor die ander. Voor de volgende generatie. Dát is groots.
Kleine Louis is ook groots. Ik gaf de haven eigenaar geld om hem te voeren de komende maanden. Al weg varend brak mijn hart. Dat kleine manneke overleeft het niet zonder bescherming. Dus schreef ik de haveneigenaar of hij Lowietje wilde verzorgen, bijvoeren en wilde ‘oplappen’ tot ik een plan had bedacht om hem naar Nederland te krijgen. Of hij pleegouder wilde zijn en hem in huis wilde halen.
Schreef ik ook een bedrijf aan dat honden internationaal transporteert. Vroeg ik rond wie in Nederland Lowietje van de saté wilde redden. Wie pleegmoeder voor Lowietje wil zijn tot ik a) de kapitein heb overgehaald dat Bootje een broertje nodig heeft of b) ik een adoptie gezin heb gevonden. (Er is al een aanmelding ).
Linksom of rechtsom. 1 stuk plastic opruimen maakt misschien geen verschil, en 1 hond redden misschien ook niet. Maar het gaat om er in te geloven dát je verschil kunt maken. Lombok Lowietje kan nog kwispelen. Dan mogen we niet opgeven.
Van bedelaar tot prins.
Van plastic soep naar schone golven.
Van vuilnisbelt naar opruim actie.
Alle beetjes helpen.
Verhaal Louis wordt vervolgd. Als er lezers zijn die familie op Lombok hebben die Lowietje een tijdelijk pleeggezin en medische zorg kunnen bieden, dan hoor ik het graag.
Waarom heeft het beestje een naam?
Ik wilde de Engelse jachthaven eigenaar motiveren om voor de zwerfpuppy te zorgen. Ik bedankte hem uitvoerig dat hij en z’n restaurant mensen zo lief voor deze kleine hond zorgden. (Was niet zo, maar was een binnenkomer). Zijn reactie was:
Do we!!??…
Louis?! Antwoordde ik, dat is een prachtige naam, meneer!
En overhandigde kostgeld.
Voor eten. Want alles begint bij het begin.
Haha, ‘a stray dog called Louis’, lachte hij. En voegde toe ‘ I will try!’
En daar begint het mee.
Proberen te doen wat je kunt.