Blog Layout

59. Mister Astrid

13 augustus 2022, Flores


Dit is een klein stukje. Over een klein eiland, Flores genaamd.

100.000 jaar geleden liepen hier voorlopers van de mens. De Homo Florensis. Ze waren klein en bleven klein want het kleine eiland Flores kon geen grote groepen grote mensen voeden. Wel kleine groepen kleine mensen. Dus bleef alles hier klein. Zelfs de olifanten.


50.000 jaar geleden kwam Homo Sapiens naar Flores. Hij ontwikkelde zich elders maar was op zoek naar lebensraum. Van je familie moet je het hebben. Of niet. De Sapiens waren groter, brutaler, listiger. Ze verjoegen de Flores bevolking, pikten het land in. In evolutionaire termen verdween de Homo Florensis heel vlot daarna. En ook de kleine olifanten. Want de grote mensen hadden grote honger. En ze hadden niet geleerd om samen te werken met de natuur. Was ook nog niet nodig toen.


Als we de baai binnen varen word ik stil. Een perfecte kom, een hol, een veilige haven voor boten. Zoals Schiphol ooit een veilige kom voor schepen was. Vandaar de naam. De baai is groen en vredig. Zandstrand. Er zijn wel 50 pluimpjes rook die opstijgen uit het groen. Kookvuur besef ik.


Vissermannetjes in vissersbootjes. Alles nog steeds klein, zoals de olifantjes van destijds. Één man komt aan gepeddeld in z’n bootje met outriggers. Een trimaran. Een kano met zijspan. De man maakt een drink gebaar. Natuurlijk krijgt hij drinken. Dan plukt hij aan z’n T-shirt. Hij ontvangt er 2. Zijn lach is nu breed. Hij wijst naar m’n zonnebril. Ik geef m m’n oudje. En maak het gebaar ‘genoeg’. Klaar.


De man snapt het. Roept iets dat klinkt als papaya! en peddelt weg. Zijn buit veilig weggeborgen. Wij roepen papaya! terug en zwaaien hem uit.


Dag later. Eerst zwemmen, dan op onderzoek uit. Het water is warm en glashelder. Het is een zandbodem en geen koraal. Wel vissen maar ik ben een verwend nest als t op vissen aan komt. Ik pluis graag door m’n vissenboek en streep af welke ik al gezien heb. Ik kan erg lyrisch zijn als ik een nieuwe vis heb ontdekt. Huis- tuin- en keuken vissen zijn nou ja… te fish & chip-achtig.

In dit stukje hemel zijn de vissen van de variant met joppie saus. Niks bijzonders, dus ga ik het strand op. Daar zijn een man en vrouw met netten bezig. Zelfgevlochten hoeden op, de netten worden uitgelegd, leeg geplukt en opgerold. Het is een eerlijke manier van vangen. Vang wat je lust, plus wat je kunt ruilen tegen iets anders.


Wandelend door het dorp zie ik 3 kinderen met grote schalen op hun hoofd. Gevouwen theedoek op hun bol, schaal vol vis er op. Klaar en lopen maar. De kinderen zijn duidelijk zeer bedreven om te lopen met hun last. Prachtig kaarsrecht. Echter, deze vreemdeling die een blik wil werpen in hun schaal is onweerstaanbaar. Er wordt stilgehouden, geglimlacht, gebukt, geknield. Ik zie alles glimmen van versheid. Één vis glibbert uit de schaal (hij is al kassiewijlen) en valt op de grond. Het oudste kind pikt het op, veegt m schoon, en met zachte hand dirigeert ze de andere twee vooruit. Alsof dit korte intermezzo eigenlijk al een frivoliteit was die niet hoort. Een laatste knik en glimlach. Gedrieën lopen ze verder. Een plaatje.


Mensen komen uit hun mooie vrijstaande huizen. Gemaakt van stukken hout (niet perse planken, eerder gewoon stukken plank). Zelfs kunstig gevlochten huizen van riet. Er staan ook stenen huizen tussen van betonblokken, maar die bekoren mij minder. Daar staan tv’s in de hal te flikkeren, met glazig starende kijkers er voor. De vooruitgang dient zich aan.


De houten en gevlochten huizen hebben mensen buiten op het erf. Vrouwen en kinderen voornamelijk. Veel baby’s met alleen een shirtje aan, tevreden in de armen van meisjes van ongeveer 8 jaar. Moeders die zittend op hun hurken groente voorbereiden. Of hun haar laten kammen en vlechten. Jongetjes van 7 die hout hakken. Met een flinke bijl. Alles langs de kant van de straat. Stukken stam worden verwerkt tot dunne houtjes. Netjes opgestapeld. Er staan koeien op een stuk weiland te grazen. Ze zijn glanzend van vacht en hebben vlees op hun botten. Sommigen liggen loom te herkauwen. Kinderen spelen er joelend tikkertje tussendoor.


Bij elk huis komen de mensen naar buiten. De kinderen giechelen of gapen me aan met open mond. Brommertjes stoppen om om een selfie te vragen. Volwassen vrouwen glimlachen breeduit, ongeacht de staat van hun gebit. Kauwen ze hier qatt? Dat is een genotsmiddel dat vlekken achterlaat op tanden ipv in de longen. Stuk minder sneaky!


De vrouwen geven een hand, gewoon om me welkom te heten in hun straat. Ik geef hen en daarna alle kinderen ook een hand. De kids weten perfect hoe het hoort. Schudden netjes en zeggen hun naam.


De kids lopen me achterna. Ik voel me de rattenvanger van Hamelen. Op blote voeten volgen ze. Blije gezichtjes, nieuwsgierig, open. Heldere blikken. Geïntrigeerd door de ongewone wending van deze dag.


Sommige kids zijn op zoek naar wat meer communicatie. Tellen luidkeels tot 10 in het Engels en kijken me verwachtingsvol aan. Applaus en 11 tot en met 15 krijgen ze van mij. Spreken mij aan met Mister en als ik naar ze kijk lachen ze. Ik wijs naar mezelf: Astrid, zeg ik. As-trid. Mijn kleine gevolg knikt. Mister Astrid!


In een uur ben ik overal doorheen gescharreld. Langs het strand liggen boten vastgebonden. Na over het eerste touw te zijn gestruikeld staan de 7 kids nu op elk volgende touw, om herhaling te voorkomen. Deze kids zijn ontegenzeggelijk galant.


Ik laat mijn voetsporen achter in the middle of nowhere van een zeer achteraf stuk gelegen Flores. Bij opkomend tij zullen ze zijn uitgewist.


Hier liepen zij ook, onze menselijke zijtak. Nauwelijks meer herkenbaar dan apen. Maar desalniettemin met eenvoudige werktuigen, sieraden en begrafenisrituelen. Homo Florensis is stilletjes opgegaan in Homo Sapien. Een klein beetje DNA  heeft het vast gered, want de Indonesiërs zijn klein, maar déze lokale Flores bevolking is nog weer korter van stuk. Flores laat mij ook klein voelen. Nederig. Dankbaar dat ik hier ben beland en route op onze terugtocht.


Zwerver ligt aan het anker. Als de kapitein mij zou zien zwaaien zou hij me ophalen was afgesproken. Maar ik wil ook 7 lollies. Mijn nachtwacht voorraad. Even bellen.


De kinderen zien een hond en vliegen er op af. Geven hem joelend een schop en een klap. Willen allemaal meedoen met de ingeving. Hohohoho!!  Nee!! Dát doen we niet! Verbijsterd kijken ze me aan. Wat zegt mister Astrid? Hoe zo die verwijtende blik?


Ik laat de kids een filmpje op m’n iPhone zien van Bootje Boris, onze kleine vierpoter en grote vriend. We wachten op de kapitein en staren samen naar het schermpje. Bootje op de bank, op z’n eigen kussentje. Bootje op de fiets in een mandje. Bootje op de schoot van zwagerlief. Bootje als een gek aan het rondrennen door het park. Bootje aan het spelen met knuffels, alsof hij een prooi bespringt en dood schudt. Gedomesticeerde onschuld ten top.

De kinderen kijken met grote ogen. Ik wou dat ik hun gedachten kon lezen. De hond staat op een veilig afstandje te kijken. 


De kapitein arriveert met 7 lollies. De kinderen zijn opgetogen. Het plastic papiertje wordt achteloos op de grond gegooid. Wappert de zee in. 7 stukjes plastic drijven op de golven. Ik zie de bui al hangen voor m’n vissen en schildpadden en probeer te redden wat ik kan. De kinderen zien Mister Astrid moeilijk doen. Het hele concept vuilnis opruimen moet hier nog opstarten.


Het voordeel hier is wel dat men hier nog bijna geen afval hééft. Het grote consumeren is hier nog niet begonnen. Hun levenswijze laat bijna geen footprint achter. Zij zien -net als wij- de natuur als een voorraadkast. Zij nemen echter alleen wat ze nodig hebben om te kunnen leven. Wij nemen alles en meer wat we kunnen plukken, rooien en leegslobberen uit de aarde en noemen het economische groei. Eigenlijk begon het al met de jacht naar specerijen. We wilden alles en niet delen. Alles voor de verkoop. Geld als hoogste goed. Geld als hoogste god. Scheelt maar 1 letter.


De kinderen nemen héle kleine likjes. Stoppen ‘m niet tussen kies en wang zoals ik placht te doen à la Kojak. Kleine tongetjes nemen mini likjes. Het stokje stevig vasthoudend met twee handen. De lollie is hun dierbaar, zoveel is duidelijk. Hij moet zo lang mogelijk mee. Hun voorzichtigheid raakt me. Dit zijn geen overdadige consumenten in dop. Hoop ik.


Ik word luidkeels uitgezwaaid. De lollies zwaaien mee. Bye bye mister Astrid!!


Terug aan boord komt de kayak met zijspan voorbij. Hij heeft een bedankje voor ons.  Overhandigt een enorme papaya. Aha! Het was geen groet, het was een belofte! Eerlijk en heerlijk.


De volgende ochtend anker op. Lombok wenkt want heeft de eerste haven in de aanbieding sinds Australië. De eerste plek van water en diesel kunnen bijvullen. Het begint ook te dringen. Wij zijn aan onze 3e watertank begonnen en dit water is verre van fris. Sterker nog, het stinkt!


De kapitein en ik nemen een douche want drinken willen we dit water niet meer. Zelfs niet indien eerst gekookt. Als ik begin van de avond ga slapen ruik ik nog steeds een rare geur op m’n huid. Alsof ik terpentine ruik!? Raar!! We moeten de tank leegmaken en schrobben!!


We varen 2 dagen ‘butterfly’. De zeilen als een vlinder zo breed. Lekker zoet windje. Het gaat voorspoedig. Af en toe een flinke plensbui. We zijn niet gemaakt van suiker, dus dat geeft niet. Dan wordt het ruiger op dag 3. Niet echt ruig, maar vooral heel onvoorspelbaar. De zee gaat alle kanten op. ‘Washing machine’ noemt men dat onder zeilers. De kapitein noemt het anders.  @!%##!!


Dan een enorme knál! Dikke klapgijp!  Pas de tweede ooit, ever. De boeletali is geknapt en wij zijn flink geschrokken.  We halen het grootzeil eraf in het donker. Het is 25 knoop maar er viel toch geen land met Zwerver te bezeilen. De wind richting verandert continue. Het opbinden van het zeil lukt nauwelijks. De wasmachine staat op extra centrifugeren volgens mij.


Onze autopilot is al een dikke maand buiten gebruik. Op deze veranderlijke wind houdt de windvaan het niet. Op te weinig wind ook niet. Op alleen grootzeil ook niet. Op recht voor de wind ook niet. Meneer heeft een lange gebruiksaanwijzing. We sturen dus af en aan met de hand. En inmiddels hoost het onophoudelijk. Weer.

 

Dan dient het onweer zich aan. Zes uur lang zitten we er in. Geen donder, maar onophoudelijk bliksem. We hebben op Ibiza ooit een onverwachte onweerstorm meegemaakt die Zwerver zelfs opzij kiepte met 1 mega felle windstoot. Bliksem is verraderlijk. Dus alle tuig er af. Zekere voor onzekere. Het is een drukke nacht. We blijven beiden wakker. De bliksem is indrukwekkend. De regen in de nek helpt goed bij het wakker blijven.

Lombok in zicht. Verzopen marina. Vermoeide kapitein. Hand gestuurd op de iPad. Want je ziet geen hand, maar ook geen land voor ogen door het regengordijn. Zelfs niet bij daglicht.


Whisky is op, jammer want deze tocht verdient een traditioneel vastknopertje naar goed gebruik.   Lange nacht. Lange wacht. Onderin de koelkast vind ik nog een laatste Bintang biertje. En ook een vergeten breiig Frans kaasje met een sterke sokkengeur. Bleh! Too much voor elk ander mens, maar de kapitein leeft er van op. 


We ringsteken in 1 keer goed. Liggen prachtig aan een boei. Het weer begint op te klaren.


M’n kleine stukje is toch minder klein gebleven dan ik dacht. Het is dan ook een groot avontuur naar huis varen met zn tweetjes en de geschiedenis aan je voorbij te zien trekken. Gevolgen van opwarming van de aarde mee te maken met continue stortbuien op je kop hier en te horen over historische droogte in Nederland. Lage rivierstanden en stijgende zeespiegels.


De kapitein laat weten dat hij grote honger heeft. Wel een olifantje zou lusten.  Óf Gado-Gado. Ook goed. Het goed willen doen voor de Blauwe Planeet smaakt namelijk ook best heel lekker, heeft hij ontdekt.


Onze StopEcocide vlag gaat weer omhoog. Zoals in elke baai. Rechten voor mens, dier én planeet!


Ook evolutie

door duda-wsm 26 jan, 2023
24 januari 2023 Tien uur savonds. Ergens halverwege de Indische Oceaan in de buurt van Sri Lanka. Ik word wakker van kabaal, gevolgd door een gesmoorde krachtterm. De grote pan macaroni is van het fornuis gekletterd, ondanks de vasthouders. Macaroni overal. De kapitein staat er verschrikt bij, zucht, gaat door de knieën en schept alles keurig terug in de nu gedeukte pan. Het is een knobbelig zeetje, 24 knoop wind, we hangen flink scheef, met flinke schuivers tussendoor. Maar de kapitein laat z’n lievelingskostje niet afpakken door n woeste golf. Als alles eenmaal terug in de pan is, blaast hij er nog even kortstondig op. ‘Zo, bacteriën ook weg nu’ stelt hij. De vloer wordt naderhand dusdanig door de kapitein geboend dat je er inderdaad van zou kunnen eten. Zij het dan mosterd na de maaltijd, in dit geval. We wisselen van wacht: 3 uur op, 3 uur af. Buiten knallen hoge golven tegen de romp. Het is pikdonker, Zwerver ploegt. Veel sproeiwater. Onze pilothouse is heerlijk met dit weer. Opeens vliegt een vis naar binnen door het half openstaande raam boven de instrumenten. De vliegende vis scheert langs m’n neus en heeft geen zachte landing. Doet z’n naam wel eer aan. Én een hole in one. De flinke vis voelt nattigheid, of beter gezegd gebrek aan nattigheid, en knokt voor wat ie waard is. Flappert wild alle kanten op. Laat zich pas vangen als ik een theedoek over hem heen gooi. Heftig spartelend gaat ie overboord. Ben blij dat ie t overleefd heeft. Vaak vinden we vliegende vissen aan dek of in de kuip. Ooit, op de Stille Oceaan, hadden we een absoluut van record van 84 pechvogels aan dek in 1 nacht. Een waar slagveld. Precies daar waar eerst macaroni lag, liggen nu losse schubben. Worstelen met zwaartekracht laat sporen na. Een flinke vleug vis verdoezelt de macaroni geur. Ik neem een biscuitje om m’n maag af te leiden en ga dweilen. De kapitein knort lekker achter het slingermatje. Ontworpen om niet uit bed te vallen als het schip schuin hangt. Van z’n 100 kilo hangt de helft buiten de kooi, in een soort zijdelingse hangmat. Ondertussen is het hier ‘druk op de weg’, zoals wij dat noemen. Dit stuk Indische Oceaan heeft geen officiële shipping lanes volgens de zeekaarten, maar alle scheepvaart dat vanuit Europa of uit de Perzische Golf komt, op weg naar Azië of Australië, komt hier langs. En vice versa natuurlijk. Allemaal Suez-kanaal-gangers. De gehele Golf van Bengalen voelt daarom wèl als een shipping lane. Alles kruist door elkaar heen en met name ‘snachts vaart men hier blijkbaar graag op een kluitje. Met Zwerver in t midden, samen met de CathayOz, onze Australische vrienden. Maritieme reuzen van gemiddeld 300 meter verplaatsen zich met snelheden van 12 tot 18 knoop. Ik houd alles binnen 10 mijl in de gaten op de plotter, het speelveld verandert continue. Anticiperen is het toverwoord. Veel gas-en olie tankers, vracht- en containerschepen. Soms een verdwaalde visser. Soms een anoniem opdoemend vrachtschip dat zonder AIS vaart. (Bizar!!) Zelfs een enkel fraai versierd cruiseschip. Ik heb t er in elk geval druk mee. Ik roep de loeiers op als de plotter aangeeft dat we binnen 0.7 van een mijl van elkaar zullen komen. Voor t geval ze van koers wijzigen zonder eerst Zwerver bewust te hebben geregistreerd. ‘Heeft u ons al gezien?’, vraag ik dan op m’n aller beleefdst. ‘Wij zijn Zwerver, een klein Nederlands scheepje…’ Uit de stilte voorafgaand aan het antwoord kan ik veel afleiden. Hun ogen zoeken óf Zwerver haastig op de AIS, óf ze hebben ons reeds eerder gespot en reageren gelijk. Vrijwel altijd stuurt de stuurman een paar graadjes bij ons vandaan om extra ruimte te bieden. Ik doe hetzelfde en zo gaat Zwerver ruim baan door de nacht. Ik heb jaren geleden een waargebeurd boek gelezen (Six Degrees of Reckoning) waarin een zeezeilster haar man en kinderen verliest na een aanvaring met een Koreaans containerschip. Hun schip vermorzeld, hun aller levens ook. Met 1 hand bij de marifoon is mijn manier van nachtvaren bij drukte. Als er bijvoorbeeld 3 loeiers op me af komen en er ook 2 van achteren willen inhalen. Geen ongebruikelijke situatie op deze route. Dat vergt nou eenmaal een beetje coördinatie. Liever 100 x onnodig met een stuurman gepalaverd dan 1 x volledig over t hoofd gezien worden door n varende reus in de nacht. Simpel. Elk gesprekje beëindigt met de belangrijke afspraak van hoe elkaar te passeren. Port to port oftewel rood op rood, of starboard to starboard, wat dan weer groen op groen is. Ik mag kiezen. Aye Aye lady-captain, hoor ik dan. De kapitein grinnikt in zijn kooi en ik koers met vertrouwen langs big brother. As we speak zitten we in een sandwich tussen een boot van 400 meter lang en 60 breed en eentje van 350 meter lang en 48 meter breed. Zwerver is 15 bij 4 . Aan beide kanten een halve mijl afstand. Beiden hebben bevestigd ons te hebben gezien en manoeuvreren aandachtsvol langs ons heen. Misschien is het ook wel lekker om deze vriendelijke reuzen straks om ons heen te hebben, bedenk ik, voor als we rond eind februari door de Golf van Aden gaan. Dat blijft toch een spannend stukje. We hebben bij vertrek uit Phuket een stowaway gekregen. Een gekko die hier af en toe de boel op stelten zet. Gekko Gerritje. Hij is slechts 10 centimeter lang maar acteert met groot effect. Zoals die keer dat hij geheel onverwachts op m’n blote borst sprong tijdens het tanden poetsen. Liet zich vallen vanaf het badkamer plafond. Koud en kleverig plakte hij op m’n warme vel. IIEEKKK!! De kapitein kwam me redden na m’n gegil maar de stouterd was al via m’n schouder, rug en bil weggerend. Glipte veilig onder de vloer via een kier achter de wc. Niet voor 1 gat te vangen. Af en toe laat ik n stukje tomaat of n rijstkorrel voor Gerritje achter bij die kier in de badkamer. Goedmakertjes. Ik had wel overdreven hard gegild (omdat ik dacht dat hij een enorme spin was). Vroeger brachten wereldzeilers heel doelbewust één of meerdere gekko’s aan boord, als remedie tegen kakkerlakken. Die viezerds hebben we gelukkig nooit aan boord gehad. Kleine vliegjes en af en toe een mier hebben we wel. Of hadden we wel. Sinds Gerrit er is geen vliegje of mier meer gezien eigenlijk. Met de CathayOz is het goed opvaren. Soms zijn we elkaar even een halve dag of halve nacht kwijt. Elke boot vaart tenslotte z’n eigen snelheid en z’n eigen prettigste koers op de wind. Maar eenmaal uit het oog verloren maken we er een leuk spelletje van om elkaar weer op te snorren. De maritieme variant van verstoppertje spelen, gevolgd door tikkertje (met in acht neming van een halve mijl afstand). Spelevaren en 2 x daags even palaveren. Ondertussen heeft de kapitein een nieuw record geklokt: 180 zeemijl in een etmaal. Ruim 300 kilometer. Wauw! Soms vliegen we met 10 knoop door t water op het gereefde zeil. Haast is niet de bedoeling maar t waait nou eenmaal flink. De zeeziektepillen werken prima. De dagen rijgen zich aan een. De mijlen ook. Als we over een paar dagen het anker uitgooien op Male, de hoofdstad van de Malediven, hebben we alweer 3000 (!) kilometer huiswaarts gevaren. De kapitein inspecteert Zwervers tuigage dagelijks. De dag voor de overtocht had ik hem nog even de mast ingedraaid. Dat bleek niet voor niks. De tuigers van Rolly Tasker hadden 3 essentiële splitpennen niet in de wandspanners van de verstaging geplaatst!! Dus deed de kapitein dat grommend zelf, maar z’n vertrouwen in de tuigers was beschadigd. Dat nodigde uit om overál een extra kritische blik te werpen. Na 2 dagen op zee wilde de kapitein de mast alweer in. Liggend op het dek met z’n verrekijker had hij losse schroeven ontdekt in twee zalingen. Donders!! Met Zwerver op autopiloot draai ik de kapitein omhoog. Een first: de mast in op volle zee! Het schommelt flink daar boven. Arendsoog krijgt gelijk: 1 schroef zat los, de andere is reeds verdwenen! Dus weer naar beneden, juiste schroef pakken en nogmaals omhoog. Mijn spierballen protesteren maar je doet er niks aan. De nieuwe verstaging maakt een onbekend geluid. Een soort geploink. Ook daar moet nog naar gekeken worden. Vaster gedraaid worden, denken we. Rolly Tasker krijgt zeker nog een brandbrief van ons. De kapitein heeft als motto: Het is pas goed als het goed is, en pas af als het af is. Krijg daar maar eens een speld tussen. We plukken elke zeedag. Tussen het zeilen door kletsen en lezen we. Doen ook regelmatig een spur of the moment impressie van het programma ‘Maestro’. Onder t mom van het reactievermogen testen. Ik geef met 2 wijsvingers een maat aan en de kapitein barst accuut in spontaan klassiek gezang uit. À la oh-solomio. ‘Random!’ zouden onze kids zeggen. ‘Melig’, zeggen wij. Het weer is al dagen grijs en bewolkt. Wel droog en warm. Veel wind nog steeds. De 24 knoop wind verwordt soms tot 40 knoop in een nachtelijke squall. De kapitein dealt er mee en ik snurk gewoon verder. Dat is het voordeel van 40.000 mijl ervaring op de klok. Zwerver heeft gewoon de zevenmijlslaarzen aan. Inmiddels 2 reven. Net m’n mooiste brood ooit gebakken. Had zo bij bakker Overzet in de winkel gekund. Ambachtelijk gekneed, uurtje laten rijzen, nog een keer gekneed en 45 minuten gebakken. Precies als we willen aanvallen op onze überverse boterhammen met kaas en tomaat, komt er weer een onverwachte lel van een golf de kuip in gekruld. Hij spat met geweld over ons uiteen. We zijn net te laat om ons bord te redden. Alles kledder! Gelukkig is de bevoorrading op orde. Ik beleg crackers met de droog gedepte plakjes kaas. Zeezoutig smaakje maar kan prima. Blaas er nog even op naar goed gebruik. Morgen wel weer een nieuwe poging tot een halfje wit. Niet alleen honger maakt rauwe bonen zoet ontdekken we. Een stevig doel ook. Oost, West en zo. ——— Laatste nacht voor aankomst op de Malediven. Rustige zee, wind in de rug. De bewolking is opgeklaard en er staan een miljoen sterren aan het firmament. De nacht is zo allemachtig mooi, dat we allebei opblijven. De Malediven komen na vannacht pas op t allerlaatste nippertje in zicht, want het ligt maar 1 meter boven de zeespiegel. De Malediven liggen over 25 jaar voor 80% ónder de zeespiegel heb ik gelezen. Het toekomstige Atlantis. De volgende generaties zeilers zullen hun boot kunnen ankeren boven het dorpsplein van Male. Zullen kunnen snorkelen door de verdronken straten. Opwarming van de Aarde. Griezelig dichtbij. …..Nachtelijke kopjes koffie, koekjes, lollies. Dij aan dij. Stilletjes filosoferen. Sterren kijken. Een stralende nacht. Samen zwijgzaam. Zegeningen tellend. Dankbaar. Vol verwachting klopt ons hart voor onze volgende bestemming …. 24 uur later: Ahem. We liggen op de aangegeven plek om in te klaren. Er staat hier 4 knoop stroming, we trekken aan t anker en kanoën is onmogelijk. We liggen onder de startbaan van het lokale vliegveld en elke 10 minuten hangt er brullend een vliegtuig in de mast. Uitzicht op hoge flatgebouwen. Heel veel lélijke hoge flatgebouwen. Speedboot-taxi’s scheren continu rakelings langs Zwerver. Op luttele meters afstand. Ondertussen giet het pijpenstelen. Zo zie je maar weer. Sommige bestemmingen zijn in gedachten mooier dan in het echt. Morgen krijgen we onze paspoorten terug van Border Control. Kunnen we daarna op zoek naar ‘het niet-échte Malediven’. Dat van die fraaie plaatjes in de boeken. Uitdaging geaccepteerd natuurlijk. We hebben hier 4 of 5 week om ‘off the beaten track’ te vinden. Maar voor nu een hele grote borrel om de anti-climax even af te schudden!
door duda-wsm 06 jan, 2023
4 januari 2023, James Bond eiland Shaken, not stirred.  Ik glijd in m’n kano door een magisch grottenstelsel. Magisch maar ook een beetje eng. Een labyrint oftewel een doolhof. Ik ben op zoek naar een Hong in de krochten van deze berg. Een Hong is het Thaise woord voor een afgesloten kamer in een berg. In dit geval een verborgen kamer in deze berg op zee. Van buitenaf slechts toegankelijk voor de kenner of de doorzetter. De avonturier in mij voelde zich aangesproken en sprong in haar kano. Op zee staat 20 knopen wind maar ik zit inmiddels in de windstilte van het binnenste van de berg. Ik peddel door nauwe spelonken en lage grotten op zoek naar openingen. Let goed op waar ik ga. Probeer mentale aantekeningen te maken. Sommige doorgangen zijn zo krap dat ik achterover moet liggen in m’n kano. Met m’n handen wandel ik over het ‘plafond’ om überhaupt nog vooruit te komen. Het plafond bestaat uit zwarte rots en scherpe witte schelpen. Op 30 cm van m’n neus. Als ik uit een nauwe tunnel glijdt, zie ik opeens loodrechte wanden, zeker 100 meter hoog en boven me een koepel van blauwe lucht. Wauwww… ik heb de Hong gevonden, ik bén er!! De geopende ruimte voelt net zo indrukwekkend en groots als een kathedraal. Er hangt een vergelijkbare stilte. Het water is melkachtig groen en rimpelloos. Enerzijds is het hier sereen, anderszijds is het een beetje unheimisch. Het is bizar om in dit stille troebele water te vertoeven. Ik laat het op me inwerken. Kijk m’n ogen uit. Even zie ik in een half drijvende boomstam een loerende krokodil, maar dan herpak ik mezelf. Geen krokodillen hier. Punt. Maan mezelf tot rust en overzicht. Mn aandacht wordt al gauw weer gevangen door de absolute zeldzaamheid van mijn omgeving. Met open mond peddel ik voort. Ik ben in een verborgen paradijsje beland, wég van de bestaande wereld. Weg van tijd. Ik wist dat deze berg, Ko Hong, bekend stond om z’n magische binnenste. De hele dag zagen we vanaf Zwerver hoe hier toeristen aangeleverd werden die vervolgens werden rond gekanood door lokale gidsen. Pas na 17.00 uur was iedereen vertrokken en sprong ik in actie. Stiekem verlangend om de unieke plek helemaal voor mezelf te hebben. Nu is t gelukt. Hong zélf gevonden! Trots! Dan zie ik nóg een spleet in een rots. Ik wurm de kajak er in. Glijd en schuur door de opening. Alles is stikdonker. Wandel weer met m’n handen boven m’n gezicht over een schelpen-plafond. Kom uit in een twééde Hong, het licht van hoog boven is betoverend als het op me valt. De tweede Hong is nóg stiller. Het water is ook melkachtig en lijkt lichtgroen op te schijnen. Ook dit 2e binnenmeer wordt omringd door loodrechte rotsen, half begroeid, wederom minstens 100 meter hoog. Alleen wie over dit eilandje zou vliegen zou wéét hebben van deze Hongs, maar voor de rest van de wereld is het absoluut verborgen. Vogels zetten het op een gekwetter als ze me zien (of horen) aankomen in hun verborgen oase. Ze klinken extra luid, alsof het hier lichtelijk echoot. Het is windstil, zo diep in de berg lijkt de wind geen vat te hebben. Ik bevind me in een vergeten paradijsje met druipende wanden. Stalactieten en stalagmieten ontmoeten elkaar. Al duizenden jaren zo te zien. Ik ben vol ontzag voor deze plek. Drijf stilletjes rond en beweeg me niet. Wie niet weg is, is gezien. Neem alles goed in me op. Geniet van het tijdloze. Van het magische licht. De muren zo onbegaanbaar, zo hoog en statig. Van m’n leven nog nooit zo iets gezien. Een verborgen vallei. Zowel een hof van Eden als een …. ik kan er even niet op komen… Een paar minuten later springt het juiste woord spontaan omhoog: Gevangenis! … Schelpen op het plafond…Mijn wandelende vingers boven mijn gezicht… Als het water nog iets verder stijgt dan kan ik niet meer terug, dan zijn de nauwe doorgangen afgesloten! En 100 meter hoge stijle wanden. Geen ontsnappingen mogelijk. Aii Aii!! Deze Hongs slúiten zich bij hoog water! Dáárom moeten alle toeristen er uit zijn om 17.00 uur!! Opeens heb ik haast. Voel me dom dom dom. Bonzend hart in m’n keel. Met vliegende vaart kajak ik terug naar de spelonk waar ik uitkwam. Welke opening was het ook al weer!? Dit piepkleine openingetje? Alles lijkt opeens op elkaar. Is het water zakkend of stijgend? Geen idee, en neem niet de tijd om het te onderzoeken. De opluchting is groot als m’n weg uit de 2 Hongs vind. Inmiddels neus aan neus met het plafond. Stijgend water dus. Mijn behendigheid in de kano wordt grondig getest. Mijn onverschrokkenheid ook trouwens. Pas als de wind en stroming weer aan m’n kajak trekken, voel ik me weer helemaal senang. Bereik Zwerver met krachtige slagen van m’n peddel. De kapitein is blij verrast mij alweer te zien. Had me nog niet terug verwacht. Ik ben nog geen uur weggeweest volgens hem, maar voor mijn gevoel was het veel langer.. Was het dus toch een plek waar de tijd stil stond….(zij het het opkomend water niet…. ) De kapitein had voorlopig dus nog geen alarm geslagen. Ben blij dat ik niet hoef uit te vinden hoe een pikdonkere nacht in een afgesloten Hong voelt. Dobberend in m’n kano. Voel me alsof ik de lotterij heb gewonnen. In het ontdekken van èn het tijdig ontsnappen uit de Hong. Ben even helemaal klaar met Hongs. —- —- —- We toeren wat verder rond. Kijken onze ogen uit. Vinden een mooie ankerplek op een paar honderd meter van James Bond eiland. ‘The man with the golden gun’ is hier opgenomen. Roger Moore, 1974. We hebben magnifiek uitzicht. We lezen, luieren en lummelen. Deze drie L’s bevallen prima. Overdag is dit hele vaargebied een circus ten top. Zowel bij de Hongs, als bij James Bond eiland. En alles er tussen in. Prachtige snoeren van eilanden. Zo ver het oogt reikt. Allemaal groot, stijl, groen en indrukwekkend. Om ons heen zijn voortdurend tientallen ex-vissersbootjes, nu ingezet om toeristen rond te varen. Longtails heten ze. Vernoemd naar de lange ‘staart’ van een benzine motor op een hele lange stok. Lijkt op een grote staafmixer. Vrrrroemend scheuren ze over het water. Wij negeren ze. We zijn blind voor drukte en doof voor lawaai. Pas als om 17.00 uur elk gebied verlaten is, komen wij onderzoekend van boord. Zo ook bij James Bond eiland. Met biertjes en chippies in een linnen tas lopen we er rond, op zoek naar een picknick plek. Er liggen hier miljoenen voetstappen van toeristen. Er staan hekken en er hangen borden. Kraampjes puilen uit met tierelantijnen. WC voor 50 cent. Bleh! Het haalt alle authenticiteit van het eiland weg. De iconische James Bond rots staat stoïcijns rechtop. Op z’n steeds dunner wordende, afkalvende poot. Een rots gegijzeld door z’n ‘moment of glory’ in de 007 film. Sindsdien is hij geen geologisch wonder meer maar een saaie selfie-spot. Veel omringende eilanden zijn mooier. Authentieker. Imposanter. Kolossaler. We maken na 10 minuten rechtsomkeert en gaan met het bier en de chippies bij een bevriende boot langs, die naast de onze ligt. Vieren spontaan oudejaarsavond een dag te vroeg met deze buren. De wijn doet zich voor als martini en vloeit rijkelijk. Shaken, not stirred. Op de écht laatste dag van het jaar gaan we keurig om sailors midnight naar bed. Miss Moneypenney heeft nog n beetje hoofdpijn van gisteren. De dagen rijgen zich aan een. Prachtige baaitjes, beetje zwemmen, beetje brood bakken. Op 2 januari blijf ik er bijna in. Een lui gegeten half gekauwd zilveruitje schiet in m’n keelgat. M’n verkeerde keelgat. Luchtpijp. Wil niet meer voor of achteruit. Met ogen als schoteltjes sta ik panisch naar adem te snakken in de kuip. Pas als ik hartgrondig overgeef (op de kapitein z’n voet) komt er wat respijt. De schrik blijft 2 dagen hangen. De kapitein vertelt later dat zowel de heimlich manoeuvre en een tracheotomie op t punt stonden te worden uitgevoerd. Hand reeds op t zakmes. Mijn eigen James. Niet voor een kleintje vervaard. —- —- —- —- Volgende eiland. Phi Phi eilanden. The Beach is een film uit 2000. Leonardo diCaprio zette de Phi Phi’s op de kaart. We zijn nu toch in de buurt, dus wil ik dit wonder wel eens van dichtbij zien. De kapitein is keen to please. Ik vraag, hij draait. Aan de lieren dan. Het wordt een mooie tocht op een rustig zeetje. Dichterbij gekomen worstelen we ons door het circus van longtail boats. Pas om 17.00 uur zijn wij weer aan de beurt, weten we inmiddels. We wachten geduldig op een boei en grijpen de eerste. Niet de beste. Hij ligt mídden in het circus gedruis. Ik pak m’n kano en peddel naar de Thè Beach, wég uit de gekte. Ik glijd soepeltjes over een lijn met boeitjes. Voorbij de boeitjes is leger dan leeg in deze baai. Wát een pláátje. Het water is glashelder, het koraal is groot en stralend. Kleurrijk en springlevend. Veel verschillende vissen. I it!! Vijf minuten later word ik in m’n kraag gegrepen en uit m’n kano geplukt door de maritieme politie. Alles voorbij de boeitjes is ábsoluut verboden terrein, want dit koraal is pas enkele jaren geleden nieuw aangeplant! Geen mens mag hier zwemmen, snorkelen, varen of wat dan ook. Ze zijn streng. Ik mag kiezen tussen 10.000 Thaise baht boete of wegwezen. Ik kies het laatste met veel gekowtow van kap-kun-kááá. (Dankuwel). Wauw, een aangeplant koraal, that’s amazing!! Nog nooit eerder van gehoord! Eerbiedig peddel ik lichtjes naar Zwerver terug. Aanplanten van koraal is perhaps the way to go! Wauw!! Dan zie ik een Nederlandse boot liggen. Peddel even langs om ‘hoi’ te zeggen maar zit al snel gezellig in de kuip. De kapiteinse is óók een Astrid. Onder het genot van een biertje zien we de zon zakken. Ze zijn al sinds 2004 (!!) met hun Gaia op pad. Gaia betekent Moeder Aarde. Gaia is hun thuis, in beide betekenissen: schip en wereld. Beetje werken, beetje zeilen, beetje duiken, véél leven. De kapiteins sluiten zich even later bij ons aan. Vier zielen, voor één avond vrienden. Één stel dat hun rondje wereld wil afmaken om thuis te komen. Één stel dat de hele wereld als hun thuis beschouwd en dus geen noodzaak zien hun rondje af te maken. We luisteren en vertellen. Onze verschillen zijn kleiner dan dat wat ons verbindt: zout bloed, zout leven. Het is een fijne avond. —- —- —- —- Een nieuwe dag, een nieuw eiland. De 3 L’s van lummelen, luieren en lezen staan nog steeds hoog op ons lijstje. We proberen nu het circus te ontlopen. We proberen aan de longtail-highway te ontsnappen. We zoeken naar vergeten baaitjes, wég van het toerisme. Na een paar uurtjes onder zeil hebben we beet. We vinden een paar zeilboten lui dobberend aan hun anker. Voor de rest geen teken van leven. Het eiland staat ook nergens om bekend. Perfect! Wit strand, helder water. Meer hebben we niet nodig. Zwerver gooit z’n anker over boord. Wij springen er achter aan. De kapitein en ik voelen ons weer frank en vrij, fris en vrolijk. Deze dagen van uitrusten en spelevaren langs de Hongs, James Bond eiland en The Beach is als een medicijn voor onze ziel. Het doet de Zwervers herrijzen. De zilveruitjes blijven verbannen. En ditto is Hongs verkennen bij opkomend tij. We zijn genoeg shaken not stirred voor nu. De Indische oceaan en de Malediven wachten. De 10e vertrekken we. Mits het weer goed is uiteraard. De Duracell is weer bijna vol!
door duda-wsm 06 jan, 2023
25 december 2022, Phuket Gelukkig 2566!!! Zwerver is áf!! Alles is gelakt en glimmend. De zeilen zijn weer aangeslagen. En wij niet langer. Alleen de water tanks nog uitschrobben en volgooien en dan trossen lós! Voor de gelegenheid laat ik mezelf ook lakken door 2 Thaise dames. Verwennerij! Twee uur later zijn mijn handen en voeten poezelig zacht en de nagels kerstrood. Nog een vleugje lippenstift (bewaard in de koelkast) en voilà, ik ben ook af . Mooie nagels zijn gelijk een excuus om de komende weken geen vieze klussen meer op me te nemen. De kapitein heeft z’n vieste klusje al gehad. Liet z’n inbussleutel vallen in de anker kettingpijp. Geen man overboord zou je denken. Gewoon even anker laten vallen in de haven en 50 meter ketting er achter aan. Inbussleutel pakken, klaar. Helaas kwam bij het ophalen van de ketting ook 50 meter inktzwarte giftig uitziende modder mee omhoog. Glibberig en olie-achtig. Het spetterde alle kanten op en beet in het dek. De waterslang er bij en flink schrobben. Toen het dek weer redelijk schoon was gebeurde nog geen kwartier later hetzelfde. Wéér 50 meter inktzwarte modder klodders op het spiksplinternieuwe dek bij het hoog halen. Ditmaal niet meer schoon te krijgen, ook niet na een half uur sproeien en boenen. De bommen en granaten waren niet van de lucht! #!%*!!! Als een eerste krasje op een nieuwe auto. Zwerver is dus gedoopt in inkt. Heeft stoere tatoeages die langzaam verbleken in de zon. De maagdelijkheid is er af. Misschien maar beter zo. De pronk fase is over en er mag weer geleefd worden. Sinds Sint en Piet op bezoek zijn geweest hebben we hernieuwde energie. Wij waren de draad even kwijt, zij reikten de draad weer aan. Sindsdien zit ie weer stevig in onze knuisten. Nou ja, draad. Eerder de schoten, vallen en lijnen. Alles is ingeschoren en klaar voor de Indische Oceaan. We hebben een visa-run gedaan. Op en neer vliegen naar Kuala Lumpur voor n nieuw stempel in ons paspoort. Het biedt 30 dagen respijt. We hebben nu plenty tijd om op ons dooie akkertje te ankeren in de vele mooie kleine baaitjes van Thailand. Luieren, niks doen en een beetje poedelen staat hoog op ons lijstje. En… kanoën!! De kapitein heeft mij verwend, ik ben zo blij als n kind. Alsof ik m’n eerste fiets heb gekregen! Ben er niet uit te slaan. Ik peddel alle kanten op, voel me kapitein van eigen schip en knoop gezellige praatjes aan met iedereen vanaf het water. Zalig! Dus oprecht een zalige kerst. Sinds een week lopen we niet meer op onze tenen. (Mag ook niet, ze zijn nu glanzend rood). We hebben lang genoeg op onze tanden gebeten. In mijn geval op de kiezen blijkbaar. Mijn sluimerende kiespijn bleek een gespleten kies te zijn. De tandarts alhier was reuze streng. 40 minuten van zeg eens Aaaa. Zonder even dicht te mogen doen. M’n tong werd bevochtigd met een water druppelend wattenstokje en that was it. Als ik een geluidje maakte om kenbaar te maken dat mn kaken even wilden stoppen, kreeg ik ‘NO!’ te horen. (Dan weet je weer wat je thuis hebt!) Lag te kronkelen in de stoel met uitpuilende ogen van ongemak. Maar… de noodoplossing is geplaatst. Nu maar hopen dat t houdt op zee. Anders krijgt de waterpomptang nog een onvoorziene taak. Onder onze mini kerstboom liggen 2 cadeautjes. Traditie is belangrijk, dus beiden krijgen we een nieuw boek met de kerst. Zelf uitgezocht deze keer. Die van de kapitein gaat over de Cuba Crisis in 1962. Hij is er helemaal mee ingenomen en bladert verlekkerd. Die van mij gaat over tijdreizen. Diana Gabaldon is een geweldige schrijfster in dit genre. Haar boeken zijn net professor Barabas z’n teletijdmachine. Thailand’s jaartelling loopt 543 jaar voor op onze 2022. En in 2019 zijn we al een hele dag kwijtgeraakt bij het passeren van de datumgrens. Dus tijdreizen doen we al. In boeken kijk ik graag terug, want in het echte leven kijk ik graag vooruit. Blik op de Indische Oceaan, naar de Malediven, naar de Rode Zee en het Suez kanaal. En dan op hús an. Zwerver 1.2 is er klaar voor en de Zwervers ook. Vanuit Phuket wensen wij iedereen een hele fijne kerst en een heel gezond en gelukkig 2566! Mogen al jullie dromen werkelijkheid worden. Wij leven de onze weer verder.
Share by: