Op sokken schaats ik door de kajuit, glibber alle kanten op in het over stuurboord hangende schip. Het is vroeg donker, laat licht en ouderwets koud...
Ik hou de nachtwacht onder een fleece dekentje, weggedoken in een trui. De maan is een keurig geknipt nageltje en hangt hoog boven ons. Ik denk onwillekeurig aan Sinterklaas. Pepernoten. Kaarsjes aan. Warmte. Terwijl de mussen dood van het dak vallen in Nederland, varen wij in hartje winter Australië binnen.
Ik nies drie keer, wens mezelf gezondheid maar ben daar wat laat mee. Buiten douchen heeft er vast iets mee te maken.
Brisbane ligt als een gloed in het donker aan de horizon. Daar gaat Zwerver op de kant, krijgt hij een grondige poetsbeurt, een laatste klopje op de stoere mast, een laatste aai over zijn trouwe romp.
In Fiji graven mensen hun boten in, als ze ze voor het hurricane seizoen willen veilig stellen. Rij na rij boten liggen met hun kiel en halve romp in moeder Aarde toegestopt, met een knus matrasje van oude autobanden er onder. De maritieme winterslaap. In Brisbane wordt er niet ingegraven (nergens anders ter wereld trouwens, dit is typisch Fijiaans). Ons schaapje gaat op het droge, gewoon op een bok, bij Boatworks aan de Goldcoast.
Laatst zag ik een boek aangekondigd waarin een zeilster 10.000 dingen had geleerd tijdens haar 10.000 mijl op zee. Sjonge jonge. We maken onze borst nat en pakken de handschoen op. Onder het genot van een borrel en wat kaasjes, en na enig gewrijf over de baard (die van de kapitein) komen wij tot een schamele, doch handzame, 10 stuks. (De overige 29.990 tips zitten nog in het vat dat niet verzuurt). Onder de noemer ‘leven en laten leven ’hebben we soms een ander perspectief.
1. Navelstaren is het voorstadium van zelf-muiterij. Parkeer het, ga iets doen. (Kun je niks bedenken, ga dan het roestvrij staal poetsen).
1.A) Navelstaren is een ongeëvenaard mooie manier om je één te voelen met het universum, om lyrisch, filosofisch, melancholisch en pragmatisch te worden over het menselijk bestaan op onze prachtige blauwe planeet. Het is een voorrecht om hier tijd voor te hebben in het normaliter drukke bestaan. Geniet er van.
2. Heimwee is het voorstadium van zelf-muiterij. Parkeer het, ga iets doen. (Kun je niks bedenken, ga dan het roestvrij staal poetsen).
2.A) Heim-weh, de zoete pijn van verlangen naar thuis, is een mooie manier om te voelen hoe diep verbonden je bent met het thuisfront. Pijn en geluk gaan soms hand in hand. Maar wat je in je hart draagt, is gelukkig nooit ver weg. Ik gun mezelf gewoon af en toe een uurtje.
3. Bang zijn is het voorstadium van zelf-muiterij. Parkeer het, ga iets doen. (Zoals roestvrij staal poetsen).
3.A) De mens vreest het meest, van de vreze die hij vreest. Oké, er zit dus maar een halve centimeter tussen jou en 5 (of zelfs 10) kilometer diepte. Maar daar doe je niets aan. Richt je op dingen waar je wel iets aan kunt doen. Herkader. Normaliseer je omstandigheden. Vertrouw op het universum (en op je kapitein).
4. Vermijd boeken over schipbreuk.
4.A) Lees enge boeken in de trant van ‘boot vergaan, 80 dagen overleefd in reddingsvlot’. Dit is buitengewoon leerzaam. A) Het maakt je bijzonder ingenomen met die dikke halve centimeter aluminium tussen jou de diepte. B. Het biedt handvaten voor als de chips down zijn. Als een ander twee maand op rauwe vis kan overleven, dan weet je bijdeze dat jij dat ook kunt. C) Het stimuleert enorm om altijd 100% aandachtig en vigilant te zijn tijdens de nachtwacht.
5. Zorg voor genoeg mal-a-mer pleisters voor de héle reis. Of maak vrienden met de emmer. Zorg voor een tosti-ijzer. Het oudste homp brood fleurt er enorm van op en toast met lange tanden is perfect als je wat pipsjes bent.
6. Oefen de volgende regel. Ik ga op vakantie en neem mee: ‘een satelliet telefoon, een Epirb, papieren kaarten, een windfaan, zonnepanelen en Watt&Sea’. Ga NOOIT aan dek zonder aan de lifeline aangehaakt te zijn. Koop een top life-raft. Zorg voor ruime bevoorrading welke ook eetbaar is als je het niet kunt koken (dus niet alleen rijst of pasta als bulk). Watermaker of enorme watertanks. Zorg dat je vlot goed is uitgerust, vooral met een kleine handwatermaker en veel visgerei.
7. Ongeluk zit in een klein hoekje. Gieken komen over, lijnen schavielen en knallen, brillen vallen overboord. Zolang je er niet zelf onder, naast, of aan vast zit, soit. Alles verwordt op een dag gewoon tot een stoer verhaal. Oók het verloren zeil, ook het verstopte toilet, ook de enge bacterie in de watertank, de haaien, zeeslangen, de stormen, de 100 jeukbulten, het blauwe oog, de bijna verloren vinger, de reddingsactie, de smeulende accu’s, de moordende hitte. Zelfs het kantje boord overboord kukelen (lang leve de lifeline!) Kortom, wat zich ook voordoet, til er niet te zwaar aan. Zolang je het kunt navertellen valt het op voorhand mee!
8. Geluk zit in een klein hoekje: prachtige ontmoetingen vinden plaats op prachtige plekjes. Oceaanzeilers zijn een soort universele dorpsgemeenschap. Spreek elkaar aan met de bootnaam. Men is eigenlijk allemaal behulpzaam, goedhartig en sympathiek. Bootjesmensen zijn net labradors, kwispelend van enthousiasme. Men is geïnteresseerd zonder nieuwsgierig te zijn, en wil graag ervaringen delen. Contact komt in een paar tellen tot stand. Vertrouw anderen, wees gul met tijd, hulp en aandacht. Het is een karma-ding. Vriendschappen voor korte periodes kunnen echt heel dierbaar zijn. En vaak kom je mensen na een paar maand of een jaar weer tegen. Vanaf die tweede ontmoeting ben je ‘ouwe vrienden’.
9. Snorry is een superhandig woord. Mopperen, zeuren, knorren, ergeren, het komt overal wel eens voor. Maar altijd twee handen op 1 buik blijven is essentieel aan boord. Laat ‘gedoe ’nooit doorgroeien naar een wens tot kielhalen. De kapitein en ik zijn bijvoorbeeld allebei heel opgeruimd, maar elk in een andere zin van het woord.
Dat wéét je. Leven en laten leven. Samen ben je een superpower. Leve snorry!
10. Een vast ritme is erg belangrijk aan boord. Ons ritme bestaat uit Ochtend: dekdouche, huishoudelijke klusjes, weerkaart doornemen, zeilen trimmen, inspectie dek, dag planning, klus verdeling. Middag:
weerkaart doornemen, zeilen trimmen, dagboek en logboek schrijven. Klussen. Eten koken en ‘down-time ’voor lezen, of andere hobby’s (denk ukelele!) Namiddag: Happy hour! Een vast moment in de dag om een uur geconcentreerd en aandachtsvol te praten, te luisteren, de dag door te nemen. Onder het genot van een enkel borreltje. Soms daarna een dvd’tje. Op zee om 7 uur savonds naar bed of nachtwacht (elke 4 uur wissel). Aan het anker is 9 uur sailors midnight.
....Had ik al gezegd dat ons roestvrijstaal er vreselijk uit ziet?
De kapitein heeft nimmer last van navelstaren noch van heimwee. En ik héb het wel, maar heb er geen lást van. Dus laat die poetsdoek maar zitten. (Bang zijn we allebei nooit).
—— ——
Mijn melancholische botjes worden enorm getriggerd door het immense universum dat 24/7 aan ons voorbij trekt. We zeilen door ons eigen planetarium. Zon, maan en sterren voeren dagelijks hun schouwspel op. Soms zien we in het donker een lichtgroene feestslinger in ons kielzog. Microscopische spikkeltjes die licht geven. Dier of plant, ik weet het niet, maar het is oogstrelend en om poëtisch van worden. De wauw-factor is hoog hier aan boord. Het ontzag werkt zo aanstekelijk, dat zelfs de kapitein zich bij tijd en wijle spontaan tot dichter en troubadour ontpopt.
Zeilend op de onmetelijke oceaan geeft ons enerzijds een onoverwinnelijk en springlevend gevoel, maar doet anderzijds ook beseffen hoe nietig je bent. Onder die waanzinnige koepel van immer verschuivend licht en donker, van tijdloosheid en oneindige ruimte, besef je hoe vluchtig ieders jaartjes op Aarde zijn...
De Aarde zélf bestaat al 4 miljard jaar in al haar glorie. De mens sjouwt er sinds 200.000 jaar op rond. Aarde is de oermoeder die alles heeft gemaakt, en alles al heeft meegemaakt. Het ontstaan des levens, van amoebe naar wandelende vis tot de dinosaurussen. Daarna de aapjes en nu zelfs 7 miljard mensjes. Op weg naar de 8 miljard! Ze is zeker niet piep meer, onze moeder Aarde, maar toch nog steeds een vruchtbare tante. Nóg wel...
Maar Us Mem wordt momenteel een beetje moe van haar 7 miljard kinderen die zich steeds egocentrischer gedragen. Ze maken een troep en ruimen de boel niet op. Ze spuiten haar moestuinen plat met vergif en jagen de bestuivende bijen weg met genetisch gemanipuleerde mono-kroppen. Haar zeeën zijn bevuild en nagenoeg leeg gevist. (En dan ook nog jokken en ontkennen dat zij dat hebben gedaan!) Ze is niet boos, ze is ...teleurgesteld...
Er is nog steeds genoeg eten voor iedereen aan tafel, mits haar grond maar duurzaam geteeld wordt. Maar haar kinderen lijken daar geen
boodschap aan te hebben. Ten minste, de meesten niet. (‘Verwende nesten’, denkt ze steeds vaker).
Ze glimlacht bij de herinnering toen ze nog maar een handje vol kinderen had. Een miljoen of 20. Of zelfs 200. Dat waren mooie tijden. Rustig ook. Soms vraagt ze zich af of ze überhaupt nog wel meer mensenkinderen wil. Al dat geruzie aan tafel, de sterksten die het eten naar zich toe graaien, drinkwater dat zo nodeloos verkwist wordt.
Ze is het beu. Als de kinderen haar binnenkort niet meer gaan respecteren, dan is haar persoonlijke limiet nu snel bereikt. Ze is nog van de oude stempel. ‘Dán gaan jullie de deur maar uit. Zoek je maar een ander huis. Of een andere moeder. En zul je weten hoe goed je het thuis had! ’Ze schrikt van haar eigen gedachten maar staat er toch achter. Normen aan je thuiswonende kroost stellen mag toch zeker wel?
Ze denkt aan sommige van haar kinderen die goed bedoelend de straat op gaan met spandoeken waarop ‘Red moeder Aarde ’staat. Om hun broers en zussen te overtuigen eens wat betrokkener te zijn. Dat vindt ze een heel lief gebaar. Maar het klopt niet. Langzaam begint onder een aantal van hen nu ook het besef te dagen dat de slogan eigenlijk ‘Red de Mens ’zou moeten zijn.
Want deze mama bestaat al 4 miljard jaar en dat voortbestaan zal niet veranderen. Dát niet, maar wél hoeveel kinderen zij nog kan voeden (en überhaupt hoe lang ze nog zoveel mensjes kan verdragen). Nog een miljard erbij!? Nog meer gebekvecht aan tafel? Nog meer geplunder van haar gulle lijf? Grrrr.... Soms kan ze wel ontploffen. Maar ze is niet van plan om er aan onderdoor te gaan. Dan maar een half miljoen jaar even geen kinderen thuis. Dat lijkt haar eigenlijk best wel lekker. Niks lege nest syndroom. (En wie weet ooit aan een tweede leg beginnen?)
Tenzij....
Tenzij ze zich eindelijk eens zouden gaan gedragen, die lummels. Zich respectvol zouden tonen voor het thuis dat ze hen biedt. Dát zou voor haar het verschil maken. (Ze blijft moeder tenslotte).
Jaren de oceanen bezeilen, en allerlei verborgen uithoeken bezoeken, doet je beseffen wat een voorrecht het is om een Aardbewoner te zijn. Zwervend de wereld door maakt je vol ontzag voor onze planeet.
Zij heeft onze hulp nodig als we met 7 miljard+ op Aarde willen wonen. Zij is ons enige thuis. Er is in de verre wijde omtrek geen enkele andere planeet die leefomstandigheden biedt. Als wij ons eet- en leefpatroon niet veranderen, dan staan we toe dat moeder, leeg en uitgeput, ons binnenkort met zn allen de deur uit bonjourt.
Gelukkig is er 1 zeer effectieve stap om moeder te helpen...
Minder vlees eten. That’s all.
Neil Armstrong zei het al (doch in andere context) ‘een kleine stap voor de mens, maar grote stap voor de mensheid’. Voor het welzijn van Aarde zijn deze woorden ook een waarheid als een koe. (En vooral die koe laten staan, dat scheelt het meest!) Taart vind je immers ook lekker maar dat eet je toch ook niet elke dag!?
Besef dat dagelijkse vleeseters de dinosaurussen van vandaag zijn.
Om de toekomst van Aarde te borgen, moeten deze dino’s eerst opnieuw uitsterven. Óf hun eetgedrag aanpassen. Het zou een giga-gigantisch verschil maken voor Aarde’s eco-systeem en leefbaarheid.
Onze planeet is groter dan groots maar ook kwetsbaar.
Ze is levend en stervend tegelijk. En wie beter om een zieke moeder te helpen dan haar eigen kroost?
Dooddoeners zoals ‘het zal mijn tijd wel duren ’of ‘dan ben ik er toch al lang niet meer ’zijn wel heel kortzichtig als het over de toekomst van je eigen kleinkinderen en hun kleintjes gaat. Waarom niet gewoon (met een beetje goodwill) evolueren naar flexitariërs met z’n allen?
Deze epische reis heeft onze liefde vergroot, voor elkaar, voor de medemens. Maar bóvenal heeft het de liefde herbevestigd voor de blauwe planeet die we nu zoveel beter hebben leren kennen: Aarde, die dappere alleenstaande moeder met 7 miljard eigenwijze kinders aan haar rok.
Ochtend van aankomst. De kapitein schudt mij wakker. ‘Springende walvissen! ’diep ontzag klinkt door in zijn stem. Drie tellen later staan we samen in de kuip en blijven bewust op afstand varen. Twee bultruggen! Ze springen keer op keer het water uit. Het voelt als een grandioos welkom, ze voeren een oud ritueel op en duwen hun kolossale lijf moeiteloos richting ochtendzon. Af en toe alleen een vrolijk wuivende vin. Veel gespetter. Een waterballet in de meest directe zin van het woord. Wauw!!
De kust bestaat uit enorme duinen, heuvelachtig groen, breed strand. In de verte de contouren van de grote stad Brisbane. We zíjn er! Helemaal op eigen kiel, van Europa naar Australië gezeild, met gemiddeld 5 knoopjes snelheid. (10 km p/u). Dit is slow-living ten top.
We geven elkaar een dikke kus, een high five, een lange omhelzing en grijnzen van oor tot oor. Ik bedank het universum en de kapitein voor onze wereldse reis en behouden aankomst. De kapitein bedankt mij.
Zwerver krijgt klopjes.
We zijn ontroerd.
Het is gedaan.
TROTS!
The End.