De kapitein strijkt zijn rok netjes glad over de knieën en kijkt dan weer geconcentreerd naar het veld. Zijn nieuwe rugby shirt staat hem ook goed. We hebben mooie zitplaatsen op de hoofdtribune. Twee x 15 bulldozers staan opgesteld en het stadion zingt het volkslied uitbundig mee. Yes! De wedstrijd kan beginnen!
The Flying Fiji’s nemen het op tegen de Maori All Blacks. Eerst twee haka haka’s.
Woeste blikken, bedreigende bewegingen, en dan felle oorlogskreten. En alles perfect synchroon. Dit is een super indrukwekkend begin van wat een briljante rugby wedstrijd zal blijken. Score 27-10. De kranten zullen er morgen bol van staan: Voor het eerst in 62 jaar heeft Fiji gewonnen van Maori Nieuw Zeeland! En de Zwervers waren getuige.
We verblijven in Suva, de hoofdstad van Fiji. Ter ere van de kapitein’s verjaardag heb ik een ‘lang weekendje weg ’geboekt. Met roadtrip. Een onweerstaanbare aanbieding op het internet zorgde voor een hotel uit duizenden. En waar verblijft een nationaal rugby team als het thuis moet spelen? Juist!!
We worden dus 3 dagen lang omringd door tientallen Jerommekes, in ongebreidelde luxe. Ze zijn een prachtige toevoeging aan ons verblijf, deze beren van mannen. Ze zijn bescheiden, vriendelijk en spraakzaam. We krijgen foto’s, high fives en hugs. Ze zien er prachtig uit in hun zulu met tribal overhemd. De zulu is een heren-rok. Het is een ‘gekleed ’kledingstuk en wordt meestal gedragen met overhemd (en soms jasje dasje). Het rugby team geeft de zulu van de kapitein dikke duimen omhoog.
Verder wordt zijn rok genegeerd. Die is hier gewoon heel gewoon.
‘When in Rome....’, zei de kapitein laconiek toen ik giebelig voorstelde hem een zulu te kopen, en stapte spontaan de eerste de beste winkel binnen. Het staat hem prachtig.
Behalve voor de zulu zijn we ook gevallen voor calevatu. Dit is de Fijiaanse gewoonte om binnen familie’s in dezelfde print te lopen. Voor
elk heren shirt is er keuze uit matchende damesrok of jurk. ‘Nice calevatu!’, roept men naar ons met grote glimlach. Calevatú! Nice calevatú!
De kapitein word veel op zn rug geklopt en de complimentjes zijn niet van de lucht. (Het thuisfront noemt ons een ANWB stelletje, maar ach...) ‘When in Fiji.. ’en tenslotte is er maar weinig zo stoer als een zelfverzekerde man.
Fiji is zonder meer een droombestemming. De wateren rondom de eilanden zijn adembenemend, vol kleurig koraal, en het hoofdeiland is prachtig met kammen van bergketens die in de verte verdwijnen. Fiji is groen, vruchtbaar en dun bevolkt. In de dorpjes waar we langs rijden wordt er uitbundig naar ons gezwaaid. We zijn óf bekijks óf de Fijianen zijn gewoon vrolijke zwaaiers. We denken het laatste en zwaaien wat af!
‘Bula! ’roepen we gezellig door het open raam. De lokale groet is bula, gevolgd door het antwoord: bula-bula. Bula betekent ‘leef ’en dat is wat iedereen elkaar hier constant toewenst.
Mannen lopen langs de kant van de weg met een koe of geit aan een stuk touw. Samen uitwandelen om nóg sappiger gras te vinden. Als we op zondag aan de terugreis door het binnenland beginnen, komt de kerk net uit. Papa en zoons in rok, mam in jurk en dochtertjes in een lange broek. Lollig!
Dorpjes bestaan uit uitbundig beschilderde huisjes gemaakt van golfplaat. Maatje caravan. Her en der verspreid over heuvelachtig landschap. Bont gekleurde was hangt vrolijk te wapperen aan lange lijnen (ook op zondag). Het ziet eruit alsof iedereen slingers heeft opgehangen. Mensen zijn erg gespitst op keurige presentatie. Er zijn veel piepkleine winkeltjes, waarbij je de persoon achter de toonbank moet vertellen wat je blieft.
Ik kan vrijwel geen economische rijkdom ontdekken, ook niet in de (uitgesproken lelijke) hoofdstad Suva. Niets wat door mensenhanden gemaakt is, is mooi of keurig aangeharkt. Maar door de gekleurde huizen en gekleurde kleding ziet alles ziet er wel heel vrolijk uit. Hier wordt heel eenvoudig geleefd door allervriendelijkste mensen op een paradijselijk plekje. Wij zijn absoluut verkocht!
Abel Tasman uit Lutjegast (een gehucht op de grens van Groningen en Friesland) ontdekte Fiji als eerste in 1640. Later zou hij Australië nog ontdekken en zijn naam zelfs geven aan het eiland er onder: Tasmanië.(Af en toe is er een touringcar vol Tasmaniërs te vinden in good old Lutjegast, maar dit ter zijde). Enfin, Tasman maakte aantekeningen op zijn zeekaart van de gevaarlijke passages rondom Fiji, waardoor zeevaarders 100 jaar lang met een grote boog om Fiji heen zouden varen. Uit angst voor de riffen en coralheads.
Coralheads zijn verraderlijke zuilen van koraal, geniepig een metertje (of ietsjes meer) onder het zeeoppervlak, en zo sterk als gewapend beton. Een aanvaring met een coralhead (ook wel bommie genoemd) betekent geheid schipbreuk lijden. Zeekaarten moeten hier minutieus bestudeerd worden. Vaak sta ik voor op de boeg om het water af te speuren naar onregelmatigheden op het wateroppervlak zoals verkleuring of iets veranderde golfjes. Dan schreeuw ik aanwijzingen naar de kapitein en zo laveren wij door het ondiepere water.
Na 22 dagen op en om paradijselijk Fiji is het tijd om verder te varen. De kapitein hangt zijn zulu zorgvuldig in de kast en mompelt iets over dat hij hoopt ooit uitgenodigd te worden voor een verkleedfeestje. Misschien moeten we dat feestje zelf maar organiseren.
We hebben bijna iets te vieren tenslotte, want over een maandje is de (voorlopige) eindstreep behaald!
Maar eerst Tasman’s zeemijlen naar Australië nog afleggen (en de bommies vermijden).
Nog maar heel even ... en dan ligt Lutjegast weer gewoon om de hoek!